Op deze website worden advertenties getoond. Van de advertenties wordt de redactie betaald. De redactie verzorgt het nieuws op deze website. Zonder advertenties geen nieuws. Zou je je adblocker daarom willen uitschakelen
Gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo beschuldigden ICT-bedrijven en een ambtenaar van fraude nadat ze een groot ICT-project verzuimden aan te besteden. Volgens de directeur van één van de betrokken ICT-bedrijven, beschuldigden de gemeenten de betrokken partijen van fraude om onder de gevolgen uit te komen.
De gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo kopen samen in via werkverband BUCH. De gemeenten wilden gaan samenwerken op één platform en huurden daarvoor ICT-bedrijven in. Ook al ging het om een opdracht van 12 miljoen euro, verspreid over vijf jaar, de gemeenten besteedden de klus niet aan.
De inkoopafdeling verzocht de ICT-bedrijven na enige tijd hun facturen aan te passen. Jeroen Camijn, directeur van betrokken ICT-bedrijf CA-Mijn-IT: “Er mochten aanvankelijk geen namen op staan van ICT-specialisten, later moest dat juist weer wel. Ik heb begrepen dat dat te maken had met het feit dat de ICT-projecten niet Europees waren aanbesteed, terwijl dat wel had gemoeten. Daarom moesten we op een bepaalde manier factureren. De afdeling inkoop van de BUCH maakte er een zootje van.”
Na verloop van tijd zette het werkverband het project stop. Bij aanvang van het project hadden de gemeenten de ICT-bedrijven gevraagd een kostenbesparing van 1,4 miljoen euro per jaar te realiseren. Toen bleek dat doel niet haalbaar was door het stoppen van het project, beschuldigde de BUCH een ambtenaar van fraude. “Ik denk dat de algemeen directeur dat later moest verantwoorden aan de gemeenteraden. Hij kon niet vertellen wanneer die besparingen dan wel zouden worden gehaald. Ik denk dat hij toen heeft gedacht: als ik de kaart ’fraude’ trek, hoef ik het niet uit te leggen aan de burgers en de gemeenteraden”, zegt Camijn.
De betreffende ambtenaar heeft van de gemeente een schadevergoeding van €75.000 ontvangen. Volgens Camijn heeft de BUCH al een ton uitgegeven aan rechtszaken. De gemeenten proberen nog steeds €280.000 euro op de ICT-bedrijven te verhalen. De rechter wees een eerste eis af, maar de BUCH gaat in hoger beroep. Dat dient in mei.
“Wij als kleine ICT-bedrijven zijn er klaar mee. We hebben dat gegoochel met facturen omdat er geen Europese aanbesteding was geweest nooit willen vertellen, ook om de BUCH niet te schaden. Maar nu zijn we het zat. We gaan zelf schadevergoeding eisen, in totaal zo’n 2 miljoen euro”, aldus Camijn.
Bron: Noord-Hollands Dagblad
De gemeente Breda heeft in 2021 mogelijk voor 6 miljoen euro fouten gemaakt bij Europese aanbestedingen. De kans bestaat dat de jaarrekening wordt afgekeurd. Dat gebeurde in 2020 ook al, toen er voor 13 miljoen euro verkeerd werd aanbesteed. De gemeente werkt sindsdien aan het professionaliseren van de inkoop.
De fouten komen voor bij uiteenlopende aanbestedingen, bijvoorbeeld voor de inkoop van smartphones, de uitbreiding van thuiswerkplekken, de bestrijding van de eikenprocessierups en de snelbalie bijzondere bijstand. Sinds het afkeuren van de jaarrekening over 2020 werkt de gemeente aan het doorvoeren van verbeteringen. De afdeling Control gaat alle lopende contracten na, op zoek naar fouten. Toch is CDA-raadslid Huib Jansen niet verbaasd over de fouten die nu aan het licht zijn gekomen. “Met het doorploegen van alle lopende contracten is het niet vreemd dat er nu weer 6 miljoen aan fouten is gevonden, maar goed is het niet. Als organisatie moet je jezelf achter de oren krabben.”
Wethouder Bedrijfsvoering Boaz Adank is tevreden over de voortgang van het verbeterproject. “Het verbeterplan is in volle uitvoering. Een belangrijke stap is het maken van een duidelijke jaarplanning. Hierdoor krijgen we meer overzicht in de te plannen aanbesteding en dat gaat ons enorm helpen. Daarnaast wordt het hele inkoop- en betalingsproces opnieuw ingericht en zijn er strenge controles. De impact van alle maatregelen op de teams inkoop en inhuur is echt groot.”
Bron: BN de Stem
Of beluister de podcast op je favoriete podcastplatform:
Onderwerp 1: Rank reversal bij relatieve methodes
In de vorige podcast bespraken we een onderzoek naar relatieve scoremethodes. Onderzoekers bekeken een groot aantal Nederlandse aanbestedingen en ontdekten dat er bij 1 op de 5 aanbestedingen rank reversal ontstaat. Zodra de onderzoekers een fictieve, niet-winnende inschrijving toevoegden, veranderde de volgorde in de uitslag.
Fredo Schotanus, één van de onderzoekers, is te gast in deze podcast. Hij vertelt uitgebreid over het onderzoek, waarna we met onze gasten ook in gaan op de praktijk.
Onderwerp 2: Contracten in de bouw
Onlangs opende Koning Willem-Alexander de nieuwe zeesluis in IJmuiden. Een combinatie van BAM en VolkerWessels haalde dankzij een veel lagere prijs dan de concurrenten de opdracht binnen. Deze lagere prijs zou gerechtvaardigd zijn, dankzij ‘inventieve methodes’. Maar bij de realisatie viel dat toch tegen en trok Rijkswaterstaat de portemonnee. Is Rijkswaterstaat naïef geweest? En zijn aannemers de dupe van slechte contractering, of zit het probleem ergens anders?
https://www.nrc.nl/nieuws/2022/01/25/ook-na-opening-blijft-de-nieuwe-zeesluis-ijmuiden-een-splijtzwam-a4083206
https://www.aanbestedingscafe.nl/contracten-een-kind-kan-de-was-doen/
Onderwerp 3: Tenderman
Het oog van Tenderman viel op een essay van Arno Visser, President van de Algemene Rekenkamer. Die schreef in weekblad Elsevier over het versnipperde IT-landschap van de GGD’en. Een goed gedigitaliseerde overheid begint bij het creëren van standaarden en het naleven daarvan. En laat aanbesteden daar nou net hét middel voor zijn!
Onderwerp 4: Nieuw inkoopbeleid en vergeten aan te besteden
In Limburg heeft gedeputeerde Ad Roest een voorstel ingediend die zou moeten leiden tot meer marktwerking. Als het aan de provincie ligt, stapt de provincie over op meervoudig onderhandse aanbestedingen bij opdrachten met een waarde van 20.000 tot 50.000 euro. De Provinciale Staten zien echter niets in het voorstel, omdat er dan voor de ca. 200 aanbestedingen per jaar extra personeel nodig is. Wie heeft gelijk?
En deze week werd bekend dat het ministerie van Binnenlandse Zaken 9 ton uitgaf aan een videoplatform dat nooit in gebruik genomen is. Door tijdsdruk was het project niet aanbesteed. In Amsterdam ontstond ophef over het inhuren van een directeur voor een lustrumcommissie, die een goede bekende van de burgemeester bleek. Burgemeester Halsema noemde het een bedrijfsongelukje. Met de twee ton die de gemeente al heeft uitgegeven, zit Amsterdam net aan de goede kant van de streep.
https://www.aanbestedingscafe.nl/limburgse-politiek-ziet-aangepast-inkoopbeleid-niet-zitten/
https://www.aanbestedingscafe.nl/videobelplatform-overheid-van-886-000-euro-niet-aanbesteed-nooit-gebruikt/
Gasten: Richard Lennartz (UBR|HIS), Steven Oosterling (4Building) en Fredo Schotanus (UU, Significant Synergy).
Reageren op de podcast? Mail naar [email protected].
De gemeente Amsterdam heeft zonder aan te besteden een programmadirecteur ingehuurd, terwijl dat wel had gemoeten. De gemeente beëindigt de samenwerking per direct omdat de totale kosten voor de maand februari boven de aanbestedingsdrempel van 214.000 euro uitkomen.
Programmadirecteur Lennart Booij is ingehuurd om de viering van het 750-jarig bestaan van de stad Amsterdam te organiseren. Studentenblad Propria Cures ontdekte na een Wob-verzoek dat de totale vergoeding voor Booij in februari boven de aanbestedingsdrempel uit zou komen. De gemeente stopt de samenwerking nu per 1 februari en schrijft alsnog een openbare aanbesteding uit. Booij werd ingehuurd vanaf 2019. Oorspronkelijk was het idee dat hij 9 maanden werd ingehuurd, waarvoor hij 90.000 euro zou ontvangen. Hij bleef echter werkzaam voor de gemeente, waardoor de kosten voor zijn diensten veel hoger uitvielen.
Burgermeester Femke Halsema noemt de situatie in een brief aan de gemeenteraad ‘een fout die helaas vaker kan voorkomen in de gemeentelijke organisatie’. Ze stelt dat er geen waarschuwingssysteem is. Er had volgens Halsema eerder gestart moeten worden met een aanbesteding.
Bron: FD.nl, Propria Cures
Als het aan de provincie Limburg ligt, stapt de provincie over op meervoudig onderhandse aanbestedingen bij opdrachten met een waarde van 20.000 tot 50.000 euro. De Provinciale Staten zien echter niets in het voorstel.
Gedeputeerde Ad Roest vindt dat de huidige werkwijze, waarbij de provincie gebruikmaakt van enkelvoudige onderhandse aanbestedingen, tot onvoldoende marktwerking leidt. Daarom wil hij overstappen op meervoudig onderhandse aanbestedingen bij opdrachten ter waarde van 20.000 tot 50.000 euro. De provincie zou voortaan drie partijen moeten uitnodigen. Dat zou gevolgen hebben voor circa 210 aanbestedingen per jaar. De provincie zou er wel extra personeel voor moeten aannemen en opdrachten gaan twee tot vier weken later van start. In uitzonderlijke situaties zou afwijken van het nieuwe beleid mogelijk moeten zijn, als er bijvoorbeeld behoefte is aan specifieke expertise.
Het provinciebestuur kan zelf beslissen het inkoopbeleid te wijzigen, maar legde het voorstel toch voor aan de Provinciale Staten (PS). Die verzetten zich tegen de voorgenomen wijzigingen, omwille van de extra belasting voor provincie en opdrachtnemer. D66 stelt dat er ook verkeerd aanbesteed kan worden met de voorgenomen wijzigingen. Alleen Lokaal-Limburg en de Partij voor de Dieren (PvdD) zagen brood in het voorstel. Volgens hen zou de nieuwe aanpak ertoe leiden dat niet steeds ‘dezelfde kliek’ opdrachten krijgt, en past het beleid in een nieuwe bestuurscultuur.
Gedeputeerde Roest legt eind dit jaar een nieuw voorstel aan de Statencommissie voor.
Bron: De Limburger, 1Limburg.nl
De provincie Groningen wil voor de start van de zomer van 2022 vier waterstoftreinen hebben aanbesteed. Als dat lukt, kunnen de waterstoftreinen in 2025 gaan rijden op regionale lijnen. Groningen is de eerste provincie die overstapt op waterstoftreinen.
Er is 52 miljoen euro nodig om de aankoop van de vier treinen te financieren. Daarvan moet 10 tot 15 miljoen euro van de Nederlandse overheid komen. 5,8 miljoen is toegezegd door de Europese Unie. De provincie moet dan wel 20 miljoen euro lenen bij de Europese Investeringsbank. Daarnaast stelt de overheid 12 miljoen euro beschikbaar voor een waterstoftankstation.
Het is de bedoeling dat de waterstoftreinen onder meer op de lijn richting Stadskanaal en op de Wunderline richting Duitsland gaan rijden. In 2020 werden proeven uitgevoerd, waaruit bleek dat de waterstoftreinen een goede vervanger zijn voor de huidige dieseltreinen. Ze zijn zuiniger en 50% stiller.
Eigenaarschap
Er lopen gesprekken met vervoerder Arriva, die momenteel het regionale treinvervoer in Groningen verzorgt. Arriva wordt hoogstwaarschijnlijk eigenaar van de nieuwe waterstoftreinen. Als een ander bedrijf het vervoer in de toekomst op de Groningse lijnen gaat verzorgen, zal deze ook de waterstoftreinen overnemen.
Bron: GIC.nl
In het regeerakkoord van kabinet Rutte IV zijn diverse maatregelen te vinden om de zorg in het sociaal domein betaalbaar te houden. Zo komen er ‘eerlijkere eigen bijdragen’ voor huishoudelijke hulp, wordt het Wmo-abonnementstarief aangepast en wil het kabinet structureel 100 miljoen tot een half miljard euro bezuinigen op de jeugdzorg.
Gemeenten krijgen de komende jaren inderdaad meer geld voor jeugdzorg, ook na 2022. Wel krijgen gemeenten niet zoveel als de arbitragecommissie dit jaar adviseerde. Ook stelt het kabinet meer voorwaarden aan de winstuitkering door zorgaanbieders. Zo moeten excessieve winstuitkeringen worden voorkomen.
Besparen op jeugdzorg
De grootste besparing moet bij de jeugdzorg vandaan komen. Jeugdzorgcliënten moeten vanaf 2024 mogelijk een eigen bijdrage betalen. Ook kan de duur van een behandeling worden verkort. Dat moet in 2024 leiden tot een besparing van 100 miljoen euro en in de jaren erna tot een besparing van een half miljard euro. Diverse brancheorganisaties, waaronder de VNG en Jeugdzorg Nederland, maken zich zorgen om de voorgenomen bezuinigingen. Zij willen dat het kabinet deze beter onderbouwt en heroverweegt.
Ten slotte wil de overheid dat ouderen zo lang mogelijk thuis wonen. Daarom wordt er geïnvesteerd in seniorenwoningen, preventieve zorg en mantelzorg. Ook wil de overheid inzicht in de kwaliteit van de geleverde zorg. Fraudeurs en niet-integere zorgbestuurders worden aangepakt, valt in het regeerakkoord te lezen.
Bron: Binnenlandsbestuur.nl
De provincie Friesland wil dat aannemers BAM en Van Oord de aanleg van de geplande vismigratierivier tussen de Waddenzee en het IJsselmeer voor hun rekening nemen. Het project kost 40 miljoen euro, maar de provincie denkt dat een onderhandse gunning mogelijk is.
De vismigratierivier wordt aangelegd onder de Afsluitdijk. Daar zijn BAM en Van Oord momenteel ook bezig met werkzaamheden. Zij zouden nu al kunnen starten met de aanleg, zonder dat de provincie eerst een Europese aanbestedingsprocedure hoeft te starten. Wanneer een andere aannemer de klus moet klaren, zou die volgens de provincie moeten wachten tot BAM en Van Oord klaar zijn. In het geval van uitstel houdt de provincie rekening met 9,7 miljoen aan extra kosten.
Juridisch houdbaar
Gedeputeerde Avine Fokkens erkent wel dat andere partijen een rechtszaak kunnen aanspannen als de provincie over gaat tot een onderhandse gunning. Volgens Fokkens is een onderhandse gunning ‘juridisch houdbaar’.
Bron: LC.nl
Acht gemeenten in de Achterhoek hebben als een van de eerste gemeenten de onderwijsroute, onderdeel van de nieuwe Wet Inburgering, aanbesteed. Daarvoor zijn de gemeenten in gesprek gegaan met aanbieders, waardoor de aanbesteding binnen budget bleef. Vorig jaar trokken diverse organisaties nog aan de bel, omdat aanbestedingen van onderwijs aan inburgeraars nog dreigden te mislukken.
De Achterhoekse gemeenten deelden de aanbesteding op in drie delen. In de eerste fase werden aanbieders uitgenodigd een plan van aanpak in te dienen, zonder een prijs te noemen. Zes aanbieders gaven daar gehoor aan. Vervolgens nodigden de gemeenten de aanbieders uit voor een gezamenlijk en individueel gesprek. De gemeenten vroegen de aanbieders onder meer of de aanbesteding opgedeeld moest worden in kleinere delen.
In de tweede fase konden de aanbieders een aangepast plan van aanpak indienen, en werden prijzen besproken. De gemeenten vroegen de aanbieders om een uniforme prijs, zodat de gemeente alle aanbiedingen kon vergelijken. Uiteindelijk contracteerden de gemeenten twee aanbieders. Volgens Arthur van de Meerendonk, die als extern adviseur bij de aanbesteding betrokken was, duurde de aanbesteding inclusief dialoogfase niet langer dan een reguliere aanbesteding. Door de dialoog aan te gaan kregen beide partijen meer begrip voor elkaar en ontstond er een betere relatie, aldus Jorik Huizinga, wethouder in Doetinchem.
Veel gemeenten worstelen met de nieuwe Wet Inburgering. Vorig jaar trokken diverse gemeenten aan de bel omdat aanbieders zich niet inschreven op aanbestedingen voor het organiseren van de onderwijsroute. Aanbieders vonden de geboden tarieven over het algemeen te laag. Na bestuurlijk overleg met onder meer SZW, het ministerie van Onderwijs (OCW), gemeentekoepel VNG en de MBO Raad is medio vorige maand besloten dat centrumgemeenten van arbeidsmarktregio’s de komende twee jaar in totaal 24 miljoen euro krijgen om het lesaanbod voor inburgeraars te organiseren.
Als de nieuwe Wet Inburgering op 1 januari 2022 in gaat, krijgen gemeenten meer taken rondom de inburgering van inwoners. Er zijn in totaal drie routes voor inburgeraars. De onderwijsroute is er daar één van. Die moet jonge inburgeraars (tot 28 jaar) naar regulier Nederlands onderwijs leiden, waarbij jongeren minimaal taalniveau B1 beheersen.
Bron: Binnenlandsbestuur.nl
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat gemeenten niet onderhands grond mogen toewijzen aan een projectontwikkelaar of bouwer. Andere partijen moeten mee kunnen dingen naar een grondpositie als daar serieuze belangstelling voor is. Dat heeft grote gevolgen voor de Nederlandse woningbouw, denken experts.
De Nederlandse overheid wil de komende tien jaar minstens één miljoen woningen bouwen. Met de uitspraak van de Hoge Raad, die volgt uit een zaak tussen drie Didamse supermarkten, komt die ambitie in het geding. Volgens Paul Heijnsbroek van Straatman Koster Advocaten is de uitspraak van de Hoge Raad ingeslagen ‘als een bom’.
Het nieuwe arrest gaat in tegen alle voorgaande uitspraken. Bij tientallen vastgoedprojecten moet nu beoordeeld worden of de toewijzing van grond op de juiste manier is verlopen. Mogelijk volgen er schadeclaims van partijen die niet mee konden dingen bij lopende projecten. In de toekomst moet een gemeente bovendien steeds beoordelen of er mogelijk meerdere partijen zijn die grond willen kopen. Dat brengt vertraging met zich mee, denken verschillende advocaten.
De Hoge Raad oordeelde naar aanleiding van een onderhandse transactie tussen de gemeente Montferland en een vastgoedontwikkelaar. Supermarktketen Coop wilde een nieuwe vestiging openen in het centrum van het Gelderse Didam, en kon daarvoor aanspraak maken op een aanbouw van het Didamse gemeentehuis. De lokale Albert-Heijn-franchisenemer had ook interesse, maar kon niet meedingen naar de locatie. De rechter stelt dat die onderhandse transactie in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De rechtbank van Den Bosch moet zich, met de uitspraak van de Hoge Raad, opnieuw buigen over de zaak.
Bron: FD.nl
Het niet correct toepassen van de Europese aanbestedingsregels blijft net als voorgaande jaren de grootste oorzaak van afgekeurde jaarrekeningen bij gemeenten. Er is wel een positieve trend zichtbaar. De accountant keurde dit jaar wel meer jaarrekeningen goed dan in 2020.
Uit het Onderzoek verantwoording gemeenten, dat elk jaar wordt gehouden door het ministerie van Binnenlandse Zaken, blijkt dat 90,1% van de jaarrekeningen is goedgekeurd. In 2019 was dat nog 85,3%. 7,1% van de jaarrekeningen over 2020 werd goedgekeurd met een beperking (7,1%), terwijl 2,5% werd afgekeurd op rechtmatigheid. Van de gemeente Hof van Twente ontbreekt de jaarrekening. Deze gemeente werd vorig jaar getroffen door een cyberaanval.
In 2020 was het onjuist toepassen van de Europese aanbestedingsregels in 8,8% van de gevallen de oorzaak van het goedkeuren met beperking, of het afkeuren van de jaarrekening, tegenover 11% het jaar ervoor. Waar in 2019 nog in 2% van de gevallen een jaarrekening werd afgekeurd op fouten met betrekking tot het sociaal domein, was dat in 2020 nog maar 0,3% – slechts één gemeente. In 2015, het jaar waarin de decentralisatie van het sociaal domein plaatsvond, werd minder dan de helft van de gemeentelijke jaarrekeningen direct goedgekeurd.
Coronacrsisis
De coronacrisis lijkt weinig invloed te hebben gehad op de jaarrekeningen: bij slechts negen gemeenten rechtmatigheidsfouten vanwege het overschrijden van investeringskredieten of de begroting, zonder dat de raad hier toestemming voor had gegeven. “Dit kan mogelijk te maken hebben met de noodzaak van snel handelen tijdens de coronacrisis”, schrijft Kajsa Ollongren, demissionair minister van Binnenlandse Zaken, aan de Tweede Kamer.
Drentse gemeenten
Gemeenten in de provincie Drenthe krijgen het vaakst te horen dat de jaarrekening niet voldoet. De accountant keurde 41% van alle ingediende jaarrekeningen van Drentse gemeenten goed met een beperking, of helemaal af. Kleine gemeenten met minder dan 10.000 inwoners kregen hier het vaakst mee te maken.
Bron: CMweb.nl
Groningse gemeenten hebben het aan zichzelf te wijten dat zij de grip op jeugdzorg kwijt zijn. Dat is de conclusie van het onderzoek dat Tim Robbe en Niels Uenk uitvoerden naar de inkoop van jeugdzorg, in opdracht van de gemeenten zelf. Instellingen dreigen failliet te gaan en aanbieders van buiten staan te trappelen om taken over te nemen van instanties die al jaren goed functioneren. De beoogde nieuwe inkoopmethode van de gemeenten zorgt bovendien voor nog meer risico’s.
Robbe en Uenk, experts op het gebied van inkoop binnen het sociaal domein, schrijven onder meer dat zij vermoeden dat gemeenten het eigen beleid niet consistent uitvoeren. Ook de organisatie en aansturing van het huidige stelsel zijn niet optimaal, net als de reflectie op het eigen beleid. Dat heeft volgens de experts bijgedragen aan het ‘ervaren van gebrek aan grip en zicht op kwaliteit’. Ze adviseren de gemeenten om zich bij te laten scholen.
De gemeente Groningen, Midden-Groningen en Veendam willen jeugdzorg in de toekomst anders in gaan kopen. Het is de bedoeling een beperkt aantal hoofdaannemers te selecteren, die vervolgens zaken moeten doen met onderaannemers. Op dit moment kopen de gemeenten nog in via het samenwerkingsverband Regionale Inkoop Groninger Gemeenten, onder leiding van de Groningse GroenLinks-wethouder Isabelle Diks.
De onderzoekers zetten echter vraagtekens bij de beoogde nieuwe werkwijze. Die moet leiden tot kostenbesparingen, efficiënter werken en betere samenwerking tussen hulpinstanties. “Deze verwachtingen klinken ons bekend in de oren. Andere gemeenten die eerder overstapten naar vergelijkbare modellen spraken dezelfde verwachtingen uit. Deze verwachtingen zijn nog nergens uitgekomen”, schrijven ze. Daarnaast kan de nieuwe werkwijze ertoe leiden dat kinderen zonder de benodigde zorg komen te zitten.
Daarentegen kleven er volgens Robbe en Uenk ook nadelen aan het huidige inkoopsysteem, waarbij iedere zorgaanbieder die zich kwalificeert, een contract met de gemeente kan afsluiten. Jeugdhulpverleners hebben er daardoor baat bij ‘zoveel mogelijk jeugdigen zoveel mogelijk hulp te bieden.’
Peter Verschuren, woordvoerder van de gemeente Groningen, erkent dat ‘niet alles goed is gegaan’ in de communicatie met jeudgzorgaanbieders. “Maar dat is ook onmogelijk als je ziet waarmee we in 2015 begonnen zijn toen de jeugdhulp van het rijk overging naar de gemeenten”, zegt hij. De gemeenten willen in gesprek met de zorgverleners om te zorgen voor betere samenwerking.
Het rapport is nog niet openbaar gemaakt. Ook de gemeenteraad van de gemeente Groningen heeft nog geen inzage gehad. Wethouder Diks liet eerder weten dat het openbaar maken van het rapport de positie van de gemeente ten opzichte van aanbieders zou verslechteren. Het rapport kwam na een WOB-verzoek van een journalist in handen van Dagblad van het Noorden. Zowel aanbieders als fracties in de gemeenteraad zeggen zich overvallen te voelen door het nieuws dat de gemeenten willen overstappen op een nieuwe wijze van inkopen.
De provincie Noord-Brabant is voor de derde keer uitgeroepen tot de meest duurzame aanbesteder. Rijkswaterstaat en de gemeente Assen kwamen uit op plaats twee en drie. Wel wordt de kloof tussen aanbestedende diensten die goed en slecht presteren steeds groter, concludeert organisator Bouwend Nederland.
Bouwend Nederland zet elk jaar de 25 meest duurzame aanbesteders op een rij. Rijkwaterstaat stond vorig jaar nog op plaats drie, maar stijgt nu een plek. De gemeente Assen klom van de 21e plaats naar plek drie. Een aantal gemeenten die vorig jaar in de top-10 stonden, valt er dit jaar buiten. Dat komt doordat zij minder dan zeven aanbestedingen gepubliceerd hebben en daarom niet meetellen voor de verkiezing. Een aantal decentrale overheden is nieuw binnengekomen in de lijst. Dat geldt voor de gemeente Leiden en Alkmaar, en voor de provincie Noord-Holland en Zeeland.
De koplopers scoren steeds beter, volgt uit analyse van de lijst. De gemiddelde score ging ook dit jaar weer omhoog. Opdrachtgevers kunnen een score krijgen van 1 tot en met 6, waarbij 6 het hoogst is. Duurzaam aanbesteden is volgens Bouwend Nederland nog niet de norm. Daarom roept de brancheorganisatie de overheid op duurzaam aanbesteden te stimuleren. Door meer te gunnen op duurzaamheid, opdrachtgevers en marktpartijen in een vroeg stadium samen te laten werken en uniforme prestatie-eisen te formuleren, moet duurzaam aanbesteden in een stroomversnelling komen.
Alle publieke opdrachtgevers die in 2019 en 2020 meer dan zeven aanbestedingen uitvoerden, dongen mee naar de prijs voor duurzaamste publieke opdrachtgever. Jos van Alphen, adviseur Aanbestedingen bij het Aanbestedingsinstituut en Bouwend Nederland, bekeek circa duizend aanbesteden voor de verkiezing.
Bron: Bouwendnederland.nl
Er is onvoldoende kennis over taalonderwijs bij gemeenten. Daardoor komt de kwaliteit van het taalonderwijs dat inburgeraars moeten volgen, in het geding. Bij diverse gemeenten dreigen aanbestedingen voor taalonderwijs te mislukken, terwijl de Wet inburgering 2021 per 1 januari 2022 van kracht is.
In oktober bleek dat aanbestedingen voor de Onderwijsroute in verschillende gemeenten dreigen te mislukken. Aanbieders schrijven zich niet in omdat zij het budget niet toereikend vinden, bleek uit onderzoek van Andersson Elffers Felix. De Onderwijsroute bereidt die 18- tot 28-jarige statushouders voor op een studie in het mbo of hoger onderwijs.
Jaco Dagevos, hoogleraar integratie en migratie bij de Erasmus Universiteit en wetenschappelijke medewerker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau, twijfelt of gemeenten bij de inkoop van taalonderwijs voldoende selecteren op kwaliteit. Als de nieuwe inburgeringswet per 1 januari 2022 ingaat, moeten gemeenten dat onderwijs in gaan kopen. Dat deden ze voor 2013 ook, maar dat ging volgens Dagevos toen moeizaam. Hij verwacht dat dat nu niet anders zal zijn. “Inmiddels is de kennis over de inburgeringsmarkt weg. Gemeenten moeten weer helemaal opnieuw beginnen.” Inburgeraars moeten na het inwerkingtreden van de nieuwe Wet Inburgering 2021 taalniveau B1 halen, een niveau hoger dan het huidige vereiste niveau: A1.
Aanbieders van taalonderwijs maken zich ook zorgen over de kwaliteit. Gemeenten laten de invulling van het onderwijs grotendeels over aan de aanbieders. Degenen die het scherpst inschrijven, bepalen hoe zij onderwijs geven, zegt taalschooleigenaar Payman Moghaddam. Dat kan ertoe leiden dat migranten straks standaard taalonderwijs krijgen, in plaats van taalles op maat. En dat terwijl het inburgeringsonderwijs volgens Dagovos vaak te schools en te weinig praktijkgericht is. “Het sluit ook niet aan bij behoefte van de cursisten”, zegt hij.
Bovendien gaat het gesprek over taalonderwijs voor inburgeraars te weinig over kwaliteit, vindt Moghaddam. Zo is de gemeente Rotterdam druk met het opwerpen van barrières voor malafide taalscholen en het voorkomen van fraude. “Rotterdam heeft een kwaliteitsconvenant gesloten met alle taalscholen en daarin draait het vooral om het controleren van de eisen die aan taalscholen gesteld worden.”
Bron: Binnenlandsbestuur
De provincie Zeeland maakt kans op de Procura+ Award voor ‘Procurement Initiative of the Year”. Zeeland is genomineerd omdat de provincie de Social Development Goals als uitgangspunt neemt voor alle inkoop van de provincie tussen 2021 en 2024.
In 2017 inventariseerde Zeeland welke impact publieke inkoop op het behalen van de SDG’s kon maken. Daarna begon de provincie de voortgang met betrekking tot de SDG’s te monitoren. Ook werden er gesprekken gevoerd met NGO’s, beleidsmedewerkers, onderzoekers, leveranciers en inkopers. Uiteindelijk stelde de provincie zich tot doel impact te maken op zeven SDG’s, via alle inkoop die tussen 2021 en 2024 gedaan zou worden.
Zeeland neemt het op tegen de Finse hoofdstad Helsinki. Helsinki gebruikt CO2-footprintcriteria om duurzame publieke inkoop te stimuleren. In totaal zijn negen finalisten in de race voor verschillende Procura+ Awards. Praag en Zuid-Moravië, beide gelegen in Tjechië, zijn genomineerd voor ‘Innovation Procurement of the Year’ en ‘Sustainable Procurement of the Year’. Twee Spaanse overheidsinstellingen maken kans op de prijs voor ‘Outstanding Innovation Procurement in ICT’.
De Procura+ Awards worden elk jaar uitgereikt aan Europese overheidsinstanties die bijzonder innovatief of duurzaam hebben aanbesteed. Vorig jaar won de gemeente Haarlem de ‘Procurement Initiative of the Year 2020’ Award voor de duurzame aanbesteding van grond-, weg- en waterbouw. De gemeente werkte daarin nauw samen met leveranciers die grote vrijheid hadden om te innoveren.
Bron: procuraplus.org
Vooruitlopend op de wijzigingen in de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 stelt het ministerie van Volksgezondheid een handreiking voor eenvoudiger aanbesteden beschikbaar.
De handreiking is bedoeld voor inkopers bij gemeenten en licht de aandachtspunten en voordelen van een procedure zonder emvi-criterium toe. In de handreiking zijn vier optionele inkoopprocedures van de SAS-procedure (Sociale en Andere Specifieke Diensten) zonder emvi uitgewerkt die gemeenten kunnen volgen bij de inkoop van zorg die valt onder de Jeugdwet en Wmo 2015. Het is de bedoeling dat deze opties zonder offertes en gunningsmethodieken worden ingevuld. In de handreiking staan ook uitkomsten van zes reeds uitgevoerde pilots bij gemeenten. Als de nu nog lopende pilots zijn afgerond, worden de ervaringen uit die pilots ook toegevoegd aan de handreiking.
Inhoud en kwaliteit
Door de verplichting te kiezen voor de economisch meest voordelig inschrijving te kiezen te schrappen, wil het ministerie zorginkoop vereenvoudigen. Als gemeenten niet langer offertes hoeven op te vragen en deze te beoordelen – om tot de keuze voor de beste inschrijving te komen – kunnen gemeenten en zorgaanbieders meer aandacht besteden aan het bespreken van de kwaliteit en inhoud van de zorg.
De gewijzigde Jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 ligt nu nog ter beoordeling bij de Eerste en Tweede Kamer.
Bron: Rijksoverheid.nl
Een deel van de Nederlandse gemeenten gebruikt extra geld, bedoeld voor de jeugdzorg, voor het aanvullen van tekorten binnen andere domeinen. Dat blijkt uit onderzoek van de NOS.
Dit jaar zegde het Rijk gemeenten 1,3 miljard euro toe voor het indammen van financiële tekorten binnen de jeugdzorg. Een derde van de gemeenten waar de NOS contact mee had, zegt het geld uit te geven aan andere zaken. 3 procent van alle ondervraagde gemeenten zegt de middelen zelfs helemaal niet te gebruiken voor jeugdzorg.
In totaal reageerden 187 van de 352 gemeenten (53 procent) op vragen van de NOS. Deze gemeenten ontvangen gezamenlijk 760 miljoen euro. De gemeenten die het geld helemaal niet aan jeugdzorg besteden, ontvangen gezamenlijk 21 miljoen euro.
De afgelopen jaren ontstonden er door de decentralisatie in 2015 bij veel gemeenten steeds grotere tekorten in de jeugdzorg. De situatie verergerde door de coronacrisis. Gemeenten hadden, bijvoorbeeld door uitblijvend toerisme, minder inkomsten. Ook moesten ze zorg anders – kleinschalig of op afstand – organiseren. De gemeenten spanden dit jaar daarom een arbitragezaak aan, nadat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Rijk het niet eens werden over een extra bijdrage voor gemeenten. Die kwam er toch, nadat de arbitragecommissie oordeelde dat gemeenten wel degelijk extra middelen nodig hadden om de jeugdzorg te organiseren. Ze moeten in ruil daarvoor wel voor ruim 200 miljoen euro bezuinigen.
Bron: NOS.nl
De gemeente Roermond heeft in 2018 twee opdrachten met een gezamenlijke waarde van circa 300.000 euro onderhands gegund aan CDA-politicus Frank Beck, terwijl de opdracht volgens de Aanbestedingswet aanbesteed had moeten worden.
Het communicatiebureau van Beck kreeg de opdracht gegund omdat de gemeente naar eigen zeggen wilde kiezen voor ‘continuering’. “Daarom is gemotiveerd afgeweken van het gemeentelijke aanbestedingsbeleid”, zegt een woordvoerder van de gemeente tegen NRC. Het besluit slechts één offerte op te vragen bij Beck is nooit gedeeld met de Roermondse gemeenteraad. Aanbestedingsexpert Hein van der Horst stelt dat de gemeente de waarde van beide opdrachten bij elkaar op had moeten tellen. Dat resulteert in een bedrag dat de drempelwaarde voor het Europees aanbesteden overstijgt.
Beck maakte vanaf februari 2019 tot dit jaar onderdeel uit van het landelijk partijbestuur van het CDA. Hij was daar verantwoordelijk voor de externe communicatie. Hij nam die functie over van Rianne Donders, de huidig burgemeester van Roermond. Zij zegt niets te maken hebben gehad met de gunning en haar opvolging in het landelijk partijbestuur. “Toen dat speelde was ik op vakantie”, aldus Donders.
Bron: NRC.nl
Gemiddeld gaat driekwart van een gemeentelijk budget voor jeugdzorg naar de tien grootste aanbieders in de regio. De zestig grootste jeugdzorgaanbieders en veertien jeugdzorgorganisaties strijken het meest op. Stichtingen verdienen veruit het best, maar de grootste stichtingen lijden structureel verlies. Het zijn enkele bevindingen van platform voor onderzoeksjournalistiek Follow the Money (FTM), dat grootschalig onderzoek deed naar geldstromen binnen de jeugdzorg.
Sinds januari 2020 onderzoekt FTM jeugdzorgdata. Het platform voor onderzoeksjournalistiek benaderde alle 352 Nederlandse gemeenten, bekeek jaarrekeningen en vroeg de grootste aanbieders om tekst en uitleg bij hun jaarcijfers. Zeventig gemeenten werkten mee en gaven inzage in de cijfers, dertig gemeenten wilden geen namen van aanbieders prijsgeven.
Uit de cijfers blijkt waar gemeentebudget voor jeugdzorg heen gaat en welke organisaties het meest verdienen. Opvallend is dat het meeste geld naar stichtingen gaat. Zij zijn verantwoordelijk voor 73% van de omzet van de ruim 1400 onderzochte jeugdzorgaanbieders. Daarnaast maken dyslexie- en onderwijszorgbedrijven veel winst, groeien bv’s harder dan stichtingen en worden grote jeugdzorgbv’s ondersteund door grote investeringsmaatschappijen. Omdat veel bedrijven gebruik maken van ‘een kerstboom’ aan financiële constructies is het volgens FTM lastig vast te stellen of een verlieslijdende organisatie ook echt verlies maakt.
Emeritus hoogleraar economie en organisatie van de gezondheidszorg Richard Janssen stelt dat wie wil bezuinigen op jeugdzorg, vooral naar stichtingen moet kijken. Die hebben een hogere overhead, een minder flexibele cultuur en meer (duur) vastgoed. Volgens experts is het belangrijk dat jeugdzorgorganisaties voldoende solvabiliteit hebben, om tekorten op te vangen. Langduriger contracten zouden volgens hen kunnen helpen om de sector meer rust te geven.
Bron: Follow the Money
Volgens het Centraal Planbureau (CPB) heeft het aantal gecontracteerde aanbieders geen invloed op het aantal kinderen dat jeugdzorg krijgt. Een belangrijke conclusie, stelt PPRC-onderzoeker Niels Uenk. Volgens Uenk vormt de aanname dat een grote hoeveelheid aanbieders tot meer zorg, meer cliënten en meer kosten leidt, de basis voor inkoopbeleid bij gemeenten. Gooi dat beleid niet zomaar om, maar houd vast aan een langetermijnvisie en ontwikkel daarin door, betoogt hij. Zo bereiken gemeenten de beste resultaten.
Onderzoeksplatform Follow the Money schreef eerder dit jaar nog over de hausse aan aanbieders in diverse regio’s. De provincie Gelderland stak er met kop en schouders bovenuit. Hier vertienvoudigde het aantal aanbieders in een periode van zeven jaar. Inkopen via Open House zou tot die enorme groei hebben geleid. Volgens Uenk stappen steeds meer gemeenten af van inkopen via Open House, om het aantal aanbieders – en daarmee ook de kosten – te drukken.
Uenk vraagt zich af of het rigoureus overstappen naar een nieuwe inkoopsystematiek wel de juiste aanpak is. “De nieuwe plannen zijn vaak doorspekt met wensdenken en aannames gemaakt met een roze bril op. Het ontbreekt nogal eens aan een kritische blik en gedegen vooronderzoek. Sommige gemeenten gaan simpelweg af op mooie verhalen van een andere gemeente”, schrijft hij.
Uenk pleit daarom voor gedegen onderzoek bij het aanpakken van problemen binnen het sociaal domein en wijst daarbij naar het onderzoek van het CPB, dat op 9 september werd gepubliceerd. Volgens het CPB bestaat er geen relatie tussen het aantal aanbieders en cliënten. Ook het toepassen van inkoop via Open House zorgt niet voor een stijging in het aantal cliënten. “Een zorgvolume-opdrijvend effect door meer aanbieders te contracteren blijkt in de jeugdzorg dus niet aanwezig”, concludeert Uenk.
Het CPB ziet wel dat het type hulp verschilt, afhankelijk van de inkoopmethode die gemeenten hanteren. In gemeenten die inkopen via ‘lichte selectie’, bijvoorbeeld Open House, krijgen cliënten vaker tweedelijnszorg. Past een gemeente ‘strenge selectie’ toe, waarbij één hoofdaanbieder andere zorgverleners contracteert, dan is er vaker sprake van eerstelijnszorg. Er is echter geen verschil te zien in het totaal aantal kinderen dat jeugdzorg krijgt. “Mogelijk hangt het verschil in het gebruik van tweedelijnsjeugdhulp samen met een breder beleidspakket van gemeenten om jeugdhulp te verplaatsen van de tweede naar de eerste lijn, en niet zozeer met het aantal aanbieders van jeugdhulp in een gemeente”, stelt het CPB.
Open house heeft voor- en nadelen, stelt Uenk, maar dat geldt volgens hem voor alle inkoopsystematieken. Gemeenten doen er daarom goed aan alle beschikbare manieren van inkoop kritisch tegen het licht te houden. Hij voegt eraan toe dat gemeenten die vasthouden aan een langetermijnbeleid en daarbinnen continu doorontwikkelen, het best presteren op het vlak van kwaliteit en kosten. Stap-voor-stap verbeteren verdient de voorkeur boven een snelle transformatie binnen het sociaal domein.
Bron: sociaalweb.nl
Met behulp van onderbouwd en concreet contractmanagement probeert de gemeente Westland de tekorten in het sociaal domein tegen te gaan. Met data en gespreksleidraden kunnen ambtenaren beter sturen op de kosten, terwijl de relatie met de leverancier goed blijft.
De tekorten in het sociaal domein bij de gemeente Westland ontstonden in 2018, waarna een extern bureau constateerde dat de gemeente te weinig grip op kosten en kwaliteit had. Daarop zette de gemeente samen met het adviesbureau in op het ontsluiten van data, het maken van dashboards en handleidingen. De gemeente heeft nu inzicht in het aantal inwoners dat na een hulpvraag opnieuw aanklopt voor ondersteuning, en of de aanbieder de juiste zorgvorm kiest.
“Bij afzonderlijke aanbieders kunnen we de kosten inmiddels onderbouwd naar beneden krijgen”, zegt Lucia van den Brande, strategisch regisseur sociaal domein van Westland. Meer controle en inzicht krijgen is volgens haar een belangrijke stap in het oplossen van financiële problemen binnen het sociale domein. “Als je grip hebt, heb je het financiële probleem niet opgelost, maar je moet wel grip hebben om de problemen te kunnen gaan oplossen.”
De gemeente Westland is niet de enige gemeente waarin de kosten voor het sociaal de afgelopen jaren fors stegen. In veel gemeenten is er sprake van een (groot) tekort binnen het sociaal domein, dat werd verergerd door de coronacrisis. De komende jaren gaat er daarom extra geld naar decentrale overheden, in 2022 zo’n 1,3 miljard euro.
Bron: Binnenlandsbestuur.nl
De Provincie Utrecht wil het eigen vastgoed verduurzaamheden met zonnepanelen waar geen dwangarbeid aan te pas is gekomen. Omdat dwangarbeid momenteel nog niet goed traceerbaar is in de keten, daagde de provincie de markt onlangs via een marktconsultatie uit om met oplossingen te komen.
Wachten tot er wel een track-and-trace systeem is om dwangardbeid op te sporen is volgende de provincie geen optie. Dan zou de SDE+-subsidie die beschikbaar is voor het plaatsen van zonnepanelen komen te vervallen. Bovendien wil de provincie haast maken met het verduurzamen van het eigen vastgoed. De provincie wil zowel eisen voor mensenrechten als duurzaamheid in de op nog te starten aanbesteding opnemen. Die heeft door de aanpak wel vertraging opgelopen. Mogelijk vallen de zonnepanelen ook duurder uit dan begroot. Dat schrijft gedeputeerde Robert Strijk in een brief aan de Provinciale Staten. Het is volgens Strijk steeds zoeken naar de balans tussen het uitdagen van de markt en het voorkomen dat een aanbesteding mislukt, omdat de provincie te veel van de markt vraagt.
Niet alleen de provincie Utrecht maar ook de provincies Flevoland en Noord-Holland namen eerder een motie aan om ‘dwangarbeidvrije’ zonnepanelen in te kopen.
Bron: solarmagazine.nl
De gemeente Horst aan de Maas gaf een aannemer direct opdracht voor de reconstructie van een gebied rondom een winkelcentrum, zonder de verplichte meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure toe te passen. Dat deed de gemeente omdat één van de financierende partijen anders de stekker uit het project zou trekken.
De reconstructie van het gebied zou door de gemeente, supermarktketen Jan Linders en een projectontwikkelaar betaald worden. De Limburger kreeg inzage in de gemeentelijke stukken over het project. Daaruit bleek dat de supermarktketen dreigde het project niet langer te financieren als het eind september niet gereed zou zijn. De extra kosten zouden dan voor rekening van de gemeente komen. De supermarkt wilde voorkomen dat klanten daarna nog hinder zouden ondervinden van de werkzaamheden. De gemeente besloot daarop tot een directe gunning.
Ambtenaren waren op de hoogte van de verplichte aanbestedingsprocedure en achtten de kans aanzienlijk dat andere belanghebbende partijen juridische stappen zouden ondernemen. Er zou dan alsnog een meervoudig onderhandse procedure moeten worden opgestart, blijkt uit de door De Limburger opgevraagde stukken. De gemeente handelde daarmee in strijd met het eigen inkoop- en aanbestedingsbeleid. Werken met een waarde van meer dan 100.000 euro moeten volgens het inkoopbeleid van de gemeente via een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure vergund worden.
Bron: De Limburger
Uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en Kurtosis blijkt dat ambtenaren graag gebruik maken van data over het Sociaal Domein. Ze hebben echter lang niet altijd de mogelijkheden om met data aan de slag te gaan.
Driekwart van de respondenten geeft aan het belang van data in te zien, maar 42% geeft aan dat de eigen organisatie kansen laat liggen bij dataverzameling en -analyse. Zo werken instanties nog onvoldoende samen, waardoor een compleet beeld vaak ontbreekt. Ook geven ambtenaren aan zelf over onvoldoende vaardigheden te beschikken om de data in te kunnen zetten. Slechts de helft van de respondenten geeft aan dat de eigen organisatie een data-analist in huis heeft. Juist die kan medewerkers ondersteunen de data te ontsluiten en koppelen.
De onderzoekers zien dat het gebruik van data voornamelijk bedoeld is om intern verantwoording af te leggen, niet om de beleid of dienstverlening inhoudelijk te verbeteren. Dat noemen ze opmerkelijk.
Data bieden uitkomst bij het maken van tariefafspraken en het analyseren van stijgende kosten binnen het sociaal domein. Ook kan data uitwijzen dat bepaalde zorg onjuist is toegewezen en gebruiken gemeenten data voor het opstellen van inkoopbeleid en contracten. De belangrijkste reden om data in te zetten komt uit de financiële hoek: met een juiste analyse en passende maatregelen kunnen decentrale overheden grip houden op het Sociaal Domein.
Bron: Binnenlandsbestuur.nl
De eerste webinars die aanbestedende diensten samen met het Programma Inkoop en Aanbesteden Sociaal Domein organiseerden voor aanbieders, waren volgens de deelnemers een succes. Aanbestedende diensten kunnen marktpartijen sinds kort informeren over algemene en specifieke zaken rondom een toekomstige aanbesteding, via webinars en e-learning. Die zijn door het Programma Inkoop en Aanbesteden Sociaal Domein en Aanbestedingskalender ontwikkeld.
Het Programma Inkoop en Aanbesteden Sociaal Domein helpt aanbestedende diensten aanbieders actief te informeren over toekomstige aanbestedingen. Alle geïnteresseerde marktpartijen kunnen aan de webinars deelnemen. Het is de bedoeling dat de webinars en bijpassende e-learningmodules ervoor zorgen dat goede aanbieders niet buiten de boot vallen bij een aanbesteding, bijvoorbeeld door het maken van fouten bij de inschrijving. De kosten voor het organiseren van de webinars zijn voor rekening voor het Programma Inkoop en Aanbesteden Sociaal Domein.
Het eerste webinar werd georganiseerd voor een aanbesteding van gemeentelijk samenwerkingsverband Bizob. Daarna volgde een webinar voor een aanbesteding van Serviceorganisatie Jeugd Zuid Holland Zuid, een regionaal samenwerkingsverband dat de inkoop van jeugdzorg in Zuid-Holland organiseert.
Informatie en feedback
In de webinars komen onder meer het inkoopproces, de implementatie van contracten en de opbouw van tarieven aan bod. Deelnemers vonden het prettig dat ze informatie over het aanbestedingsproces en de op handen zijnde aanbesteding krijgen. Daarnaast konden aanbieders feedback geven op de aanbestedingsprocedure. Daarmee kan de aanbestedende dienst deze in de toekomst verbeteren.
Het Programma Inkoop en Aanbesteden Sociaal Domein is nog op zoek naar aanbestedende diensten die marktpartijen op deze manier willen informeren over een aanbesteding die binnenkort start.
Bron: Inkoopsociaaldomein.nl
Door het verlagen van tarieven bij de aanbesteding van dagbesteding en huishoudelijke hulp in diverse Gelderse provincies, is een deel van de aanbieders afgehaakt. Dat zorgt voor grote problemen voor cliënten, die in sommige gevallen zelf op zoek moeten naar een nieuwe zorgaanbieder.
In een gezamenlijke aanbesteding voor dagbesteding en huishoudelijke hulp, verlaagden de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde de tarieven met 25 procent. Dat gebeurde op basis van kostprijsberekeningen door een extern bureau. De dienstverlening veranderde echter niet. Enkele aanbieders schreven zich daarom onder protest in, anderen zagen af van inschrijving en droegen de zorg over aan een andere partij. Nadien bleek dat er fouten waren gemaakt bij de berekening van de kostprijzen.
Gaten in zorgaanbod
De nieuwe contracten zijn per 1 juni ingegaan. De gecontracteerde aanbieders bleken echter niet alle gespecialiseerde zorg te kunnen leveren. Enkele oude contracten zijn daarom alsnog ter overbrugging verlengd. De verantwoordelijke wethouder gaat volgende maand om tafel met zorgaanbieders om alsnog een hoger tarief te bespreken.
Bron: Binnenlandsbestuur.nl
De vakantie is weer begonnen! Veel inkopers zullen deze zomer genieten van hun welverdiende rust. Natuurlijk is een mooie vakantie niet compleet zonder bijzonder leesvoer. Maar waar moet je beginnen?
Aanbestedingscafe.nl heeft de meest interessante, tijdloze en best gelezen artikelen en columns van het afgelopen half jaar voor je verzameld. De komende maand bieden we je elke week vijf artikelen aan.
Podcast De Gunningsfactor: ‘Hier kan ik me echt boos over maken’
In deze podcast spreken we aanbestedingsadvocaat Suzanne Brackmann over het onderwerp rechtsbescherming. Rechtsbescherming is natuurlijk een breed onderwerp. Dat maakt het ook zo interessant. We hebben het onder meer over rechtsbescherming als de aanbesteding in volle gang is: onderzoeksplicht en rechtsverwerkingsclausules. Ook praten we over het kort geding dat mogelijk volgt: moet een klager of rechter niet inzicht krijgen in de inschrijvingen van de tegenpartij? Tot slot komt ook rechtsbescherming na een gesloten contract aan bod: wat als dan blijkt dat de winnaar zich niet aan de eisen houdt, kan je daar als marktpartij nog iets mee?
Relatief scoren en Cambuur uit: altijd lastig
In deze dubbelcolumn wisselen Theo van der Linden en Fredo Schotanus van gedachten over het probleem van rank reversal bij de relatieve beoordelingsmethode. Uiteraard lukt het Theo van der Linden een passende vergelijking te maken met de eredivisie. “De voetbalcompetitie is een geweldig voorbeeld (dat ik bij dezen van je jat voor mijn cursussen), maar volgens mij juist om aan te tonen dat rank reversal geen probleem is.”
Nederland profiteert onevenredig veel van Europese aanbestedingen
Uit onderzoek van Tsjechische academici blijkt dat de Nederlandse economie enorm profiteert van Europese aanbestedingen. Dat komt onder andere door het gunstige Nederlandse belastingklimaat. In verhouding gaan veel Europese aanbestedingen naar bedrijven die zich vanwege het gunstige belastingklimaat in Nederland hebben gevestigd. Tegelijkertijd gaat slechts een marginaal deel van Nederlandse aanbestedingen naar Europese landen. In andere woorden, Nederland blijkt een van de grootste ‘Tenderhavens’ te zijn.
Topadvocaat Versteeg: ‘In mijn eerste aanbestedingszaak vroeg de inschrijver om een rode kaart’
In de interviewserie met topadvocaten sprak Aanbestedingscafe.nl onder andere met Daan Versteeg. Over de kansen voor ondernemers die het niet eens zijn met een beoordeling, over de machtspositie van marktpartijen en wat er zo leuk is aan het aanbestedingsrecht. “Je moet beide kanten van het spel kennen. Toch gaat er een lichte voorkeur uit naar procederen voor inschrijvende partijen. Zij zijn de underdog en dan is het een extra grote uitdaging om te winnen.”
Is aanbestedingsrecht nog formaliteitenrecht?
Aanbestedingsadvocaat Arthur van Heeswijck ziet dat de rechtspraak langzaam richter een minder formalistische benadering beweegt. Wat hem betreft is dat meer dan een nuanceverschil. Wat voor gevolgen heeft dat? En zet deze trend zich door?
Het programma Inkoop en Aanbesteden Sociaal Domein stelt vier gratis e-learning modules beschikbaar voor aanbieders die werkzaam zijn in het sociaal domein. De modules zijn ontwikkeld in samenwerking met NIAC.
De modules zijn bedoeld om kennis over aanbesteden bij aanbieders te vergroten en de kans te verkleinen dat goede aanbieders buiten de boot vallen door een ongeldige inschrijving. Daarnaast moeten aanbieders na het volgen van de e-learning beter in kunnen spelen op de wensen van gemeenten.
De vier modules behandelen de volgende thema’s aan de hand van een mix van theorie en praktijkvoorbeelden:
Het programma Inkoop en Aanbesteden Sociaal Domein biedt ook e-learning aan voor ambtenaren die bij een gemeente werken: e-learning modules Inkoop Jeugdwet en Wmo 2015.
De gemeente Breda wilde problemen rondom aanbesteden aanpakken met een verbeterplan, maar de jaarrekening over 2020 wijst uit dat het aantal foute aanbestedingen alleen maar is toegenomen. Over 2020 heeft de gemeente Breda opdrachten ter waarde van 13 miljoen euro niet aanbesteed, terwijl dat wel had gemoeten.
De gemeenteraad had vorige week felle kritiek op het handelen van het college van B&W. Het bedrag waarvoor onterecht niet is aanbesteed is van 3 miljoen opgelopen naar 13 miljoen. Vanaf 2019 is er een Meerjarig Verbeterplan dat het aantal foute aanbestedingen moet verkleinen. Dat is echter niet gelukt.
Accountant PWC, die de jaarrekening van de gemeente opstelde, stelt dat het vooral misgaat bij het kiezen van de procedure. “Er wordt enkelvoudig aan iemand gegund, bijvoorbeeld omdat we in de coronasituatie snel iemand nodig hadden voor de Tozo-uitkeringen. We kennen iemand die dat goed kan en huren die snel in.” Wethouder van Bedrijfsvoering Adank stelt dat het niet alleen ligt aan de verantwoordelijke wethouder Bos van Financiën, maar dat de informele bestuurscultuur ook de boosdoener is. “We zullen strakker moeten sturen”, zegt hij.
Bron: BNdeStem
Het kabinet neemt het advies van de arbitragecommissie die uitspraak deed over de tekorten in de jeugdzorg over. Er gaat in 2022 ruim 1,3 miljard extra naar gemeenten om tekorten in de jeugdzorg op te vangen.
Het kabinet en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben afspraken gemaakt over extra financiën voor gemeenten voor 2022. Het advies van de arbitragecommissie geldt als zwaarwegende inbreng voor de kabinetsformatie. Voor de jaren na 2022 zijn nog geen concrete afspraken gemaakt. Wel gaan zowel het Rijk als gemeenten aan de slag met het maken van afspraken over maatregelen. Daarmee moet het jeugdstelsel op de lange termijn beter houdbaar zijn. De VNG streeft ernaar afspraken te maken met het nieuwe kabinet over de jaren na 2022.
Bezuinigen
In totaal zullen gemeenten 1,314 miljard euro ontvangen. Dat bedrag komt bovenop de eerder toegezegde 300 miljoen euro. Wel moeten gemeenten voor 214 miljoen euro aan kostenbesparingen realiseren in de jeugdzorg.
De VNG startte een arbitragezaak nadat het kabinet eerder geen extra financiële middelen ter beschikking wilde stellen, ondanks de tekorten bij veel Nederlandse gemeenten.
Bron: VNG.nl
De gemeente Rotterdam start deze maand met een grootschalig onderzoek naar weerbaarheid tegen integriteitsschendingen. De gemeenteraad verzocht hier vorig jaar om, nadat bekend werd dat ambtenaren op diverse afdelingen jarenlang fraude hadden gepleegd.
De Rekenkamer Rotterdam zal het onderzoek uitvoeren en focust zich op gebieden waar de grootste bedragen mee gemoeid zijn: inkoop, aanbestedingen en subsidies. Daarnaast zal de Rekenkamer nagaan wat er binnen de gemeente met eerdere integriteitsmeldingen is gebeurd. Een extern onderzoeksbureau neemt de integriteitsketen binnen de gemeente onder de loep.
Vorig jaar kwam naar buiten dat ambtenaren van de afdeling Uitvoerende Werken jarenlang hadden gefraudeerd. Ambtenaren keurden valse facturen goed of voerden privékosten op bij de gemeente. Opvallend was dat de ambtenaren los van elkaar opereerden. De gemeente Rotterdam verloor naar schatting 2 miljoen euro door de fraude
Bron: Binnenlandsbestuur.nl
Het Rijk moet gemeenten de komende jaren jaarlijks financieel ondersteunen zodat zij taken in het sociaal domein goed kunnen blijven uitvoeren. In 2022 moet er 1,9 miljard euro extra naar gemeenten voor jeugdzorg. Tot en met 2028 zouden gemeente extra financiële middelen moeten krijgen. Dat is het oordeel van de arbitragecommissie in de arbitragezaak die de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aanspande. Die volgde nadat het kabinet weigerde extra geld aan gemeenten beschikbaar te stellen.
Gemeenten kampen al geruime tijd met financiële tekorten in het sociaal domein. De coronacrisis leidde tot een verslechtering van de situatie. Vorig jaar concludeerde onderzoeksbureau AEF dat gemeenten 1,7 miljard euro tekortkomen. Gemeenten trokken diverse keren aan de bel, waarna het kabinet ruim 600 miljoen euro toezegde. Die moesten gemeenten gebruiken voor het uitbreiden van crisiscapaciteit en de jeugd-ggz. De VNG startte daarop een arbitragezaak.
De arbitragecommissie stelt dat er ook na 2022 extra geld naar gemeenten moet. Tot en met 2028 zouden gemeente extra middelen moeten krijgen om tekorten op te vangen. In 2023 en 2024 steeds 1,6 miljard euro, waarna afgebouwd wordt tot een bedrag van circa 800 miljoen euro in 2028. Daarnaast moet er een ontwikkelplan voor deze periode worden opgesteld. Ook dient het volgende kabinet de reikwijdte van de Jeugdwet en de rol van gemeenten in de uitvoering van de Jeugdwet opnieuw te definiëren.
De arbitragecommissie doet ook enkele aanbevelingen. Zo zouden gemeenten de jeugdhulpplicht moeten begrenzen. Gemeenten hoeven dan alleen in bepaalde situaties individuele hulp op grond van de Jeugdwet hoeven aanbieden. “Kinderen komen dan niet meer in de jeugdhulp terecht voor problemen die bij het gewone opvoeden en opgroeien horen”, valt te lezen in het rapport van de arbitragecommissie. Ten slotte zou er meer aandacht moeten gaan naar de inkoop van specialistische jeugdzorg en zouden gemeenten elkaars best practices over moeten nemen.
Netto zou er in 2022 1,6 miljard euro naar gemeenten moeten gaan, omdat het kabinet eerder al 300 miljoen euro aan gemeenten beloofde voor 2022. Het is waarschijnlijk aan het nieuwe kabinet om knopen door te hakken over het (zwaarwegende) advies van de arbitragecommissie.
Bron: Binnenlandsbestuur.nl
Op het CTM platform worden regelmatig bijzondere zaken ingekocht. In deze rubriek brengen wij iedere maand bijzondere aanbestedingen onder de aandacht. Dit keer: Nationale aanbesteding Inburgeringstrajecten.
Wat is het?
Nationale aanbesteding Inburgeringstrajecten.
Wie koopt in?
De gemeenten Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Rheden, Rozendaal, Westervoort en Zevenaar, ondersteund door de Connectie.
Wat wordt er aanbesteed?
In het huidige inburgeringsstelsel ligt de verantwoordelijkheid voor de inburgering bij de inburgeringsplichtigen zelf. Het blijkt dat dit niet effectief is, het slagingspercentage van inburgeringsplichtigen is sinds de invoering van de huidige wet inburgering gezakt van 78 procent naar dertig procent. Om daar verbetering in te brengen wordt de Wet Inburgering per 1 januari 2022 gewijzigd. Gemeenten krijgen de regie over het inburgeringsproces: zij zijn verplicht om asielstatushouders passend taalonderwijs aan te bieden gekoppeld aan een passend participatietraject en om gezins- en andere migranten te adviseren op dit gebied. Ook houden gemeenten zicht op de kwaliteit van de cursussen. Uitgangspunt is dat inburgeringsplichtigen sneller de taal leren en (vrijwilligers) werk vinden, wat hun zelfredzaamheid vergroot. De ambitie is: Inburgeren als instrument voor meedoen in de samenleving en meedoen in de samenleving als instrument naar succesvol inburgeren.
De aanbesteding is opgedeeld in drie percelen: Onderwijsroute, B1-route (Nederlands op B1-niveau) en Zelfredzaamheidsroute. De aanbestedende dienst is voornemers per perceel een raamovereenkomst met twee inschrijvers aan te gaan. Naast onderwijs en participatie wordt er binnen ieder perceel ook gevraagd om specifiek aandacht te geven aan o.a. digitale vaardigheden, kinderopvang en deelnemers met een beperking.
Uitdaging voor de inkoper
Bestuursadviseur Dion Vreman, gemeente Arnhem: “Leren en participeren tegelijkertijd; we zijn ervan overtuigd dat dat voor nieuwkomers de snelste weg is naar een zelfstandig bestaan in de Nederlandse samenleving. Met deze aanbesteding geven we als gemeenten richting aan het gewenste inburgeringsaanbod. We zijn heel benieuwd hoe partijen op basis van hun kennis en ervaring hier invulling aan geven.”
Meer weten? Klik hier voor de aankondiging
In een aantal provincies lopen wegenbouwprojecten flinke vertraging op. Minstens 21 wegenbouwprojecten zijn vertraagd of worden in 2021 helemaal niet gegund, blijkt uit onderzoek van Cobouw. Er dreigt een domino-effect op te treden als het tracébesluit van de ViA15 komende maanden opnieuw wordt afgekeurd door de Raad van State.
In januari oordeelde de Raad van State dat het gebruik van de AERIUS rekenmethode voor stikstofneerslag bij het project ViA15 onvoldoende gemotiveerd was. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat moet de rekenmethode voor de zomer beter motiveren, anders gaat er een streep door het tracébesluit. Dat heeft mogelijk grote gevolgen voor meer wegenbouwprojecten. Het risico bestaat dat deze ook geen doorgang kunnen vinden omdat dezelfde rekenmethode is gebruikt, of omdat vertraging bij het ene project leidt tot vertraging bij het volgende.
Opnieuw rekenen
De meeste provincies proberen geplande wegwerkzaamheden door te laten gaan, hoewel de provincie Utrecht de verbreding van de Rijnbrug uit voorzorg on hold zette. Er zijn zorgen bij de provincies. Dat geldt bijvoorbeeld voor de provincie Noord-Holland, die alle AERIUS-berekeningen in december opnieuw deed. Dat moest vervolgens nog een keer na de uitspraak van de Raad van State. “Op wegenbouwprojecten zitten zulke lange planningen, die kunnen door dit soort onduidelijkheden makkelijk in de soep lopen”, zegt een woordvoerder.
Bron: Cobouw.nl
Het college van B&W van de gemeente Almelo stelt in een brief aan de Almelose gemeenteraad dat afvalverwerker Twence onder Europese aanbestedingsregels uit probeert te komen. Door contracten voor onbepaalde tijd af te sluiten zou Twence een Europese aanbesteding voor afvalcontracten in de toekomst willen voorkomen.
In de brief noemt het college van B&W de constructie “Een onrechtmatige ontwijking van het aanbestedingsrecht”. Twence zou de contracten voor onbepaalde tijd aan willen gaan om ‘in de toekomst bij afnemende afvalhoeveelheden, de wet- en regelgeving te kunnen ontduiken’. De gemeenten maken nu nog gebruik van een inbestedingsregeling. Als de afvalhoeveelheden te veel afnemen moet er echter een nieuwe Europese aanbesteding uit worden geschreven.
Twence noemt de beschuldigingen van de gemeente Almelo zeer kwalijk. Volgens de afvalverwerker zijn de nieuwe contracten voorgelegd aan advocaten en kunnen de gemeenten gewoon een beroep blijven doen op de inbestedingsconstructie. De gemeente twijfelt of de daarvoor benodigde afvalhoeveelheden op dit moment al worden gehaald en stelt niet mee te willen werken aan de voorgestelde constructie.
Spanningen
Er bestaan al langer spanningen tussen het afvalbedrijf en Twentse gemeenten. Hoewel Twence eigendom is van de gemeenten wil de afvalverwerker de verwerkingsprijzen flink verhogen, tegen de zin van de gemeenten. Daarnaast wil Twence geen openheid van zaken geven over de waardebepaling van het bedrijf. Dat is van belang omdat diverse gemeenten hun aandelen in Twence willen verkopen. De gemeente twijfelt ook aan de rechtmatigheid van een dochteronderneming van Twence. AVI-Twente verwerkt afval van buiten de provincie. Als die hoeveelheid afval te groot wordt, zou de dochteronderneming ook niet meer voldoen aan Europese aanbestedingsregels.
Bron: Tubantia.nl
150 gemeenten zijn met IT-leverancier Atos verwikkeld in een rechtszaak over het project GT-Connect. De gemeenten wonnen eerder het kort geding, maar Atos gaat in hoger beroep en start een bodemprocedure.
In 2019 won Atos de aanbesteding voor het project GT Connect, dat een communicatiesysteem moest opleveren waarmee inwoners direct bij de juiste ambtenaar terecht zouden komen als ze de gemeente zouden bellen. De VNG, die het project begeleidt namens de gemeenten, eind 2020 definitief de stekker uit GT Connect nadat het Atos maandenlang op verschillende tekortkomingen had gewezen. Volgens de VNG was het systeem niet veilig genoeg en liet de snelheid van de implementatie te wensen over.
Rechtszaak
Bij het kort geding liet Atos weten dat de VNG veel te hoge eisen stelde. Zo zou het nieuwe systeem compatibel moeten zijn met alle verschillende systemen die de gemeenten gebruiken. De rechter oordeelde toen dat Atos zelf mee was gegaan in de hoge eisen van de aanbesteding en stelde de gemeenten in het gelijk.
Atos heeft flink geïnvesteerd in de klus en dreigt nu met lege handen achter te blijven. De Franse IT-leverancier stelt dat de VNG het project ten onrechte stopzette en gaat in hoger beroep. Exacte cijfers over de waarde van de aanbesteding zijn niet bekend maar vermoedelijk gaat het om miljoenen euro’s.
Bron: FD.nl