Op deze website worden advertenties getoond. Van de advertenties wordt de redactie betaald. De redactie verzorgt het nieuws op deze website. Zonder advertenties geen nieuws. Zou je je adblocker daarom willen uitschakelen
De Europese Unie heeft een verordening aangenomen die buitenlandse subsidies kan onderzoeken wanneer wordt gevreesd voor verstoringen van de interne Europese markt. Het gaat om de verordening buitenlandse subsidies die subsidies van niet-EU landen aan bedrijven die actief zijn in de EU kan onderzoeken.
Extra instrument
Momenteel gelden enkel staatssteunregels op subsidies die door lidstaten zijn toegekend. Met het aannemen van de verordening, is er een EU-instrument beschikbaar dat subsidies kan controleren die niet-EU landen toekennen. Daarmee kan meer gesubsidieerde economische activiteit op de Europese markt onderwerp van onderzoek worden.
Onderzoek
Onderzoek kan op drie verschillende manieren plaatsvinden. Er zijn twee mogelijkheden waarbij gekeken wordt naar gelijke concurrentievoorwaarden, onder andere bij grote overheidsaanbestedingen. De derde optie is een algemeen instrument voor marktonderzoek, onder meer naar kleinere aanbestedingen.
Melding
De drempel voor aanbestedingen in procedures voor overheidsopdrachten is gesteld op ten minste 250 miljoen euro. Wordt dit bedrag overschreden, dan moet er een melding bij de Europese Commissie worden gedaan. Zo niet, dan kan de Commissie geldboetes opleggen en onderzoek doen. Buitenlandse subsidies kunnen met 5 jaar terugwerkende kracht worden onderzocht, maar alleen als deze de interne markt verstoren ná inwerkingtreding van de verordening.
Afwegingstoets
Wanneer de Commissie oordeelt dat een buitenlandse subsidie de markt verstoort, kan zij een afwegingstoets uitvoeren naar de positieve en negatieve effecten van de subsidie. Er zijn diverse maatregelen mogelijk wanneer de negatieve effecten groter zijn dan de positieve.
Om te zorgen dat Europese bedrijven die buiten de Europese Unie overheidsopdrachten willen uitvoeren beter toegang krijgen tot die aanbestedingen, is het Internationaal Aanbestedingsinstrument in werking getreden. Hiermee moeten bedrijven binnen en buiten de EU evenveel kans maken op een opdracht.
Maatregelen
Landen buiten de EU, zogenoemde derde landen, kunnen rekenen op maatregelen als zij EU-bedrijven beperkingen opleggen bij aanbestedingen. Wanneer bedrijven uit zo’n land binnen de EU meedingen naar een aanbesteding, wordt hun prijs automatisch verhoogd. Daarmee wordt hun aanbod onaantrekkelijker dan dat van EU-bedrijven die inschrijven. In enkele gevallen kunnen bedrijven uit derde landen zelf worden uitgesloten van aanbestedingen.
Gelijk speelveld
Minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat en minister Schreinemacher van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking beschouwen het aanbestedingsinstrument als stevige stok achter de deur om een gelijk internationaal speelveld te creëren.
Wijziging Aanbestedingswet
Toepassing van het aanbestedingsinstrument wordt verplicht voor aanbestedende diensten. De Aanbestedingswet wordt op technische gronden gewijzigd. Daarnaast volgt er voorlichtingsmateriaal vanuit de overheid om aanbestedende diensten en inschrijvende ondernemers op de hoogte te brengen van de exacte voorwaarden.
Gemeente Den Haag kan geen nieuwe gasleverancier vinden. Zij vraagt daarom ontheffing om tot 1 januari gas van Gazprom te kunnen blijven gebruiken. Uiterlijk 10 oktober moeten alle ruim honderd contracten van Nederlandse gemeenten met het Russische Gazprom zijn opgezegd, zo volgt uit Europese sancties. Den Haag heeft een aanbesteding gedaan, maar krijgt vooralsnog geen nieuwe aanbieder aan zich gebonden.
De gemeente vraagt nu om een ontheffing van de sancties. Zij verwacht dat Rijksoverheid deze verleent zodat Gazprom tot 1 januari gas kan blijven leveren.
Ondertussen gaat de gemeente Den Haag onderhandelen met mogelijke leveranciers over een contract dat begin 2023 in moet gaan. Verwacht wordt dat de kosten veel hoger zullen worden dan momenteel het geval is.
Bron: https://nos.nl/artikel/2442047-den-haag-vindt-na-gazprom-geen-gasleverancier-gemeente-wil-ontheffing
Het onderzoek naar Material Supply Strategies in a Crisis (MaSSC) van het Public Procurement Research Centre (PPRC) in Utrecht brengt de inkoop van schaarse middelen in een crisis. Het onderzoek bestaat uit 3 delen: het eerste deel ging voornamelijk over de Nederlandse problematiek en bijbehorende aanpak. Het tweede deel keek naar diezelfde vraag over de grens, in 33 landen op 5 continenten. De bevindingen zijn nu samengebracht in een slotakkoord.
Aanpak
Om te zorgen dat de wereld beter voorbereid is op een toekomstige crisis, werden internationaal 45 lokale experts op het gebied van publieke inkoop en crisisrespons geïnterviewd. De geleerde lessen beschrijft het MaSSC-onderzoeksteam aan de hand van 5 thema’s die naar voren kwamen: bestuur en organisatiestructuren, wet- en regelgeving, leveringsproblematiek, inkoopexpertise en IT-systemen.
Centrale en professionele inkoop
Een gecentraliseerde of decentrale inrichting van het zorgstelsel, blijkt niet uit te maken voor de ontstane problemen bij inkoop tijdens de crisis. Belangrijker blijkt centralisatie van inkoop tijdens een crisis. Daarbij zijn factoren als vertrouwen in een centrale inkooporganisatie en goede inkoopexpertise van doorslaggevend belang. Professionals zoeken een betere balans tussen het optimaal benutten van inkoopprofessionaliteit en het volgen van de regels. Meer transparantie is het doel van alle geïnterviewden, omdat alle partijen de reguliere aanbestedingsregels als belemmerend ervoeren.
Politieke keuzes
Over maatregelen om tekorten te vermijden zijn experts wereldwijd het eens: noodvoorraden, lokalere productie, raamcontracten en sourcen via meerdere ketens worden door hen allemaal genoemd. Er zijn politieke keuzes nodig om tekorten in toekomstige crises te voorkomen. De vraag is of landen duurdere maatregelen nemen en bijvoorbeeld voorraden aan gaan houden als het mogelijk nog jaren duurt voor een volgende pandemie de kop opsteekt.
Nederland
De inkoopkennis is in ons land op niveau, maar deze werd onvoldoende benut door beperkte voorbereiding en moeizame coördinatie in de opstartfase. Door vast te leggen welke expertises wanneer nodig zijn en waar deze zich bevinden kan dit in een volgende crisis beter gaan.
Aanbestedingsregels beperken
Uit het MaSSC-onderzoek zijn 3 belangrijke conclusies te trekken. Ten eerste is de balans tussen inkoopprofessionaliteit en regelgeving een belangrijk punt. Ondanks de beperkingen van aanbestedingsregels blijken ad hoc organisatie en inkoop geen goede keuze. Transparantie en accountability komen hierbij in het gedrang. Strak vasthouden aan aanbestedingsregels leverde weer beperkingen op bij het gebruikmaken van aanwezige inkoopprofessionaliteit, innovatie en flexibiliteit.
Kennis en macht in balans
Vervolgens is de balans tussen kennis en macht iets om rekening mee te houden. Mogelijk levert het voordelen op wanneer relevante experts worden geïnventariseerd en gelokaliseerd zodat deze in korte tijd opgeroepen kunnen worden voor een beroep op hun expertise in crisistijd.
Prioriteiten
Tenslotte is het belangrijk prioriteiten te stellen. De onderzoekers adviseren inkoop ondersteunende IT in basis op orde te brengen, voordat landen geavanceerde systemen optuigen. De basis beschouwen zij als crisisstructuren die ook rondom inkoop en distributie ingezet kunnen worden. Landen kunnen best een stip op de horizon zetten, maar ambities moeten wel realistisch zijn en er moeten geen stappen worden overgeslagen op weg naar het doel.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wil dat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) gasleveranciers vraagt contracten aan gemeenten aan te bieden. Door het vijfde sanctiepakket tegen Rusland moeten contracten met Russische entiteiten voor 10 oktober 2022 opgezegd zijn. De overheid compenseert prijsstijgingen door het sluiten van nieuwe contracten niet.
Gezamenlijke aanbesteding
Op dit moment hebben zo’n 120 Nederlandse gemeenten een contract met het Russische Gazprom. De VNG wil voor al deze gemeenten een gezamenlijke aanbesteding organiseren, maar is bang dat na openstelling geen reacties zullen volgen. Het ministerie ziet het niet als haar taak om marktpartijen te beïnvloeden.
Ontheffing
Het is mogelijk ontheffing te krijgen voor beëindiging van bestaande contracten, maar energiecontracten worden vooralsnog niet generiek uitgesloten. Reden hiervoor is het feit dat generieke ontheffingen de effectiviteit van sancties teniet zullen doen. Voorwaarden voor ontheffing zijn nog in de maak, aanvragen worden individueel beoordeeld. Over boetes door vroegtijdige opzegging van contracten hoeven gemeenten zich volgens het ministerie geen zorgen te maken. die hoeven zij niet te betalen volgens de Europese sanctieverordening.
Circulaire
Het ministerie heeft de circulaire ‘Nieuw sanctiepakket Rusland heeft gevolgen voor overheidsaanbestedingen’ gepubliceerd. Hierin worden de gevolgen van het laatste sanctiepakket besproken en geeft het ministerie antwoord op specifieke vragen.
Hoogleraar Europees en internationaal aanbestedingsrecht Elisabetta Manunza stelt dat Nederland laks omgaat met de fundamentele waarden van de rechtsstaat. In een interview met onderzoeksplatform Follow the Money vraagt de hoogleraar aan de Universiteit Utrecht zich af waarom de politiek bijvoorbeeld geen vragen stelde over het niet openbaar aanbesteden in de mondkapjesdeal. Uit de vrijgekomen informatie blijkt dat er geen enkele afweging over aanbestedingsregels is geweest. Manunza noemt dat ‘treurig én gevaarlijk’.
Nederlandse handelsgeest
Volgens Manunza is de handelsgeest in Nederland zo sterk dat we elke buitenlandse investering als handel zien, terwijl andere landen soms best vanuit andere ideologische belangen kunnen handelen. Ze vindt de winst van openbare aanbestedingen het voorkomen van vriendjespolitiek en corruptie. Manunza: “Via aanbestedingen kunnen we toezicht houden op de wijze waarop de overheid fundamentele zaken die het dagelijkse leven van burgers raken inricht.”
Brede blik
Manunza pleit ervoor dat de overheid de laagste prijs anders moet berekenen. Volgens haar moeten ook aspecten als bijvoorbeeld milieuvervuiling, sociale veiligheid en mensenrechten mee worden genomen in de afwegingen. Landen die de democratische rechtsorde ondermijnen komen dan niet meer als beste naar voren, ondanks hun wellicht lagere prijs.
Ethiek
Door een grotere rol voor ethiek in de economie toe te kennen en de bewustwording te vergroten, moet de mentaliteit rondom aanbestedingen kunnen veranderen, denkt Manunza. Geld mag niet de enige drijfveer zijn en de huidige regels bieden voldoende mogelijkheden om bij aanbestedingen beter te screenen dan nu gebeurt.
Bron: https://www.ftm.nl/artikelen/interview-elizabetta-manunza
Of beluister de podcast op je favoriete podcastplatform:
Onderwerp 1: Oorlog in Oekraïne
Ook in deze podcast kunnen we niet heen om de oorlog in Oekraïne heen. In Nederland ontstonden vragen bij decentrale overheden hoe om te gaan met deze oorlog. Zo hebben diverse gemeenten en waterschappen contracten met het Russische Gazprom. Kun je daar onderuit? En welke invloed heeft de oorlog op het aanbesteden?
https://www.aanbestedingscafe.nl/waterschappen-heroverwegen-contracten-gazprom/
Onderwerp 2: Tenderman
Ook Tenderman gaat niet voorbij aan de oorlog in Oekraïne. Want de echt inkoper is inmiddels wel voorbereid op een crisis, of toch niet?
Onderwerp 3:Tweefasencontract in de bouw wordt populairder
Bouwers als BAM en Heijmans schrijven zich niet langer in op grote Rijksaanbestedingen omdat die te risicovol zijn. Dat kan problemen opleveren voor de overheid. Tegelijkertijd wint het tweefasencontract, dat risico’s moet verminderen, aan populariteit. Is dat de oplossing?
https://www.aanbestedingscafe.nl/populariteit-twee-fasen-contract-groeit/
https://www.aanbestedingscafe.nl/bouwers-zien-af-van-grote-infraprojecten-rijk/
Onderwerp 4: Programma Beter Aanbesteden
Aanbestedingscafe.nl sprak met programmadirecteur Niels van Ommen over het programma Beter Aanbesteden. Is het volgens de gasten in de podcast zinvol om een nieuw programma op te starten?
Met gasten Theo van der Linden, eigenaar van VDLC publishers, Richard Lennartz, directeur van UBR|HIS en Steven Oosterling, senior adviseur aanbesteden en contracteren bij 4Building.
De Europese Commissie heeft vorige week plannen gepubliceerd om oneerlijke concurrentie binnen en buiten de EU tegen te gaan. De Europese Commissie wil vitale sectoren beter beschermen tegen overnames die Europese landen economisch en op het gebied van veiligheid, kunnen schaden. Zo moet een gelijk speelveld voor Europese ondernemingen gewaarborgd blijven.
De plannen zijn openbaar gemaakt in het white paper ‘On levelling the playing field as regards foreign subsidies’. Het stuk moet de basis vormen voor verdere dialoog tussen lidstaten. Volgens de Europese Commissie leidt het selectief openstellen van markten, het beschermen van eigen sectoren en het geven van subsidies tot oneerlijke concurrentie van buiten de EU. Dat kan leiden tot een verstoorde Europese economie en een gelijk speelveld ondermijnen. Ook staatssteun, verstrekt tijdens de coronacrisis, kan die effecten versterken, is in het white paper te lezen.
Maatregelen
Landen die deel uitmaken van de Europese Unie kunnen meerdere vormen van actie ondernemen tegen oneerlijke concurrentie. Zo kan een lidstaat bij vermoeden van oneerlijke (staats)steun een onderzoek instellen en corrigerende maatregelen toepassen, zoals het terugbetalen van onterecht genoten voordelen aan de EU. Daarnaast pleit de Europese Commissie ervoor om een meldingsplicht in te stellen voor niet-Europese bedrijven die een Europees bedrijf over willen nemen. Ook stelt de Commissie voor het mogelijk te maken gesubsidieerde bieders uit te sluiten van een lopende publieke inkoopprocedure.
De plannen van de Europese Commissie sluiten deels aan bij de oproep die Nederland eind vorig jaar deed in Brussel. Nederland pleitte er toen al voor niet-Nederlandse bedrijven die staatssteun ontvangen te weren van de Europese markt.
Nederland heeft samen met Duitsland, Frankrijk en Italië een samenwerkingsovereenkomst afgesloten voor de inkoop van een veelbelovend coronavaccin. Dat liet minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge afgelopen weekend weten aan de Tweede Kamer.
De vier landen, inclusief Nederland, vormen samen de Inclusieve Vaccin Alliantie (IVA). Zij sloten een samenwerkingsovereenkomst af met AstraZeneca, een Brits-Zweeds farmaceutisch bedrijf. In eerste instantie kunnen driehonderd miljoen vaccins worden ingekocht, met nog eens honderd miljoen extra vaccins als dat nodig is. De Jonge benadrukt dat de levering van het vaccin met veel onzekerheid omgeven is. Het vaccin is nog niet uitontwikkeld en de kans is aanwezig dat het huidige onderzoek niet leidt tot een werkzaam middel. De landen investeren alsnog om de kans te vergroten dat snel een vaccin op de markt komt.
“Dankzij deze gezamenlijke inspanning bestaat de kans om al eind 2020 een eerste hoeveelheid vaccins tegen het coronavirus beschikbaar te hebben voor Europa. Met deze investering kunnen direct voorbereidingen voor productie worden getroffen, tijdens de ontwikkeling van het kandidaat-vaccin”, schrijft De Jonge aan de Tweede Kamer.
Het zogeheten kandidaatvaccin wordt op dit moment ontwikkeld door de universiteit van Oxford. Om het vaccin te testen wordt een grootschalig klinisch onderzoek opgestart, waarbij het vaccin op tienduizend mensen getest wordt. De landen zijn ook in gesprek met andere aanbieders.
Geen winstoogmerk
De IVA is opgericht om zo snel mogelijk vaccins beschikbaar te maken binnen Europa. Alle EU-lidstaten krijgen de mogelijkheid om onder dezelfde voorwaarden mee te doen met de overeenkomst, meldt AstraZeneca. Tijdens de pandemie wordt het vaccin zonder winstoogmerk verkocht.
De VS, het Verenigd Koninkrijk en India sloten eerder al overeenkomsten met AstraZeneca. Het is de bedoeling dat zogenoemde kwetsbare landen ondersteuning krijgen op basis van de gemaakte afspraken.
De Nederlandse Spoorwegen krijgen de concessie voor het hoofdrailnet opnieuw gegund voor tien jaar. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat omzeilt daarmee net op tijd strengere Europese regelgeving die buitenlandse concurrentie op het spoor moet vergemakkelijken.
De huidige gunning aan de NS loopt voor een periode van tien jaar vanaf 2015, en zou dus in 2024 aflopen. Het kabinet kiest opnieuw voor een onderhandse gunning aan de NS, en niet voor een aanbesteding van het hoofdrailnet. De concessie wordt net gegund voor er vanuit Europa strengere regels ingaan. De Europese Commissie wil dat er in de toekomst meer concurrentiemogelijkheden zijn op het spoor, ook voor buitenlandse vervoerders. Het kabinet stelt wel als voorwaarde dat de prestaties van de NS verder omhooggaan. Enkele regionale lijnen worden vanaf 2025 wel aanbesteed, zoals de sprinter tussen Zwolle en Leeuwarden.
Nadelen van aanbesteden
Van Veldhoven ziet een aantal nadelen kleven aan een aanbesteding van het
vervoer op het hoofdnet. Het net zou opgeknipt moeten worden voor diverse
aanbestedingen, een complexe aangelegenheid waar voor het aflopen van de huidige
concessie te weinig tijd voor is. Daarnaast is het netwerk dichtbereden en
complex. Nederland zou ook een ‘testcase’ worden voor de nieuwe Europese regels,
die volgens Van Veldhoven deels nog onduidelijk zijn. “Aanbesteding van de
integrale HRN-vervoerconcessie is zeer complex en risicovol voor zowel
opdrachtgever als opdrachtnemer”, schrijft ze aan de Tweede Kamer. Door
voor een nieuwe onderhandse gunning te kiezen wil ze eventuele risico’s
minimaliseren.
Volgens Van Veldhoven staat het belang van de reiziger voorop, ongeacht de manier van gunnen. “De Commissie erkent dat er situaties zijn waarin je toch niet voor aanbesteding zou willen kiezen. In het belang van de reiziger”, stelt ze.
Bron: de Volkskrant
De door de Europese Commissie uitgeschreven aanbestedingen voor beschermingsmiddelen en medische apparatuur hebben nog geen daadwerkelijke levering opgeleverd voor Nederland. Dat schrijft Minister van Rijn in reactie op kamervragen over de Europese aanbestedingen.
Vanaf 28 februari konden alle EU-lidstaten zich inschrijven voor deelname aan de Europese aanbestedingen. Op dit moment lopen er vier Europese aanbestedingen: twee procedures voor persoonlijke beschermingsmiddelen, één voor beademingsapparatuur en één voor laboratoriumapparatuur en materiaal.
Schaarste
Van Rijn laat weten dat ook op Europees niveau beschermingsmiddelen en medische apparatuur schaars zijn. “Bij de Europese aanbestedingsprocedures loopt de EC tegen vergelijkbare problematiek aan als de individuele lidstaten die persoonlijke beschermingsmiddelen en andere hulpmiddelen proberen in te kopen. Voorbeelden hiervan zijn de schaarste van de middelen, lange levertijden en de noodzaak tot aanvullende controle op kwaliteit van beschermingsmiddelen die niet uit Europa komen.”
Er wordt op dit moment een inventarisatie gemaakt van leverbare producten. Tot nu toe blijkt dat geen van de middelen op korte tijd geleverd kan worden. Voor beademingsapparatuur kijken de lidstaten zelfs tegen een levertermijn van 52 weken aan bij het bedrijf dat de aanbesteding heeft gewonnen.
Landelijk Consortium Hulpmiddelen
Nederland heeft zich voor alle procedures ingeschreven. Voor drie van de vier aanbestedingen heeft de Europese Commissie inmiddels raamcontracten getekend met bedrijven. Medische apparatuur en beschermingsmiddelen die de afgelopen tijd wel geleverd konden worden, zijn ingekocht door Het Landelijk Consortium Hulpmiddelen.
De gunning van de Duitse miljoenenorder aan scheepsbouwer Damen voor vier marineschepen gaat definitief door. Het Duitse German Naval Yards trekt zijn bezwaar tegen de gunning in omdat het nu deel uitmaakt van het consortium waarmee Damen de opdracht gaat uitvoeren.
Damen sleepte begin dit jaar de opdracht voor de bouw van vier Duitse marineschepen in de wacht. Het Duitse Naval Yards tekende bezwaar aan tegen de gunning omdat het bedrijf vermoedde dat er onrechtmatigheden in het spel waren. Omdat German Naval Yards is gefuseerd met een partij die reeds deel uitmaakte van het consortium waarmee Damen de schepen zal bouwen, breekt German Naval Yards de voorgenomen juridische procedure af. Dat maakte de Duitse minister van Defensie, Annegret Kramp-Karrenbauer bekend.
Gevoelige informatie
Niet alleen de Duitse scheepsbouwer maakte bezwaar tegen de gunning aan een Nederlandse partij. Ook in de Duitse politiek gingen geluiden op de opdracht niet naar een Nederlands bedrijf te laten gaan, vanwege het delen van gevoelige defensie-informatie.
Er was besloten een Europese aanbesteding in de markt te zetten omdat Duitse bedrijven te hoge tarieven rekenden. Daarop zegde Kramp-Karrenbauer aan het Duitse parlement toe dat de keuze voor Europees aanbesteden een eenmalige was.
Bron: Nieuwsbladtransport.nl
Niet alleen de Nederlandse overheid geeft impulsen om circulair inkopen en aanbesteden te stimuleren. Ook de EU zet stappen richting een circulaire economie. In 2015 presenteerde Europa al een eerste actieplan. Deze maand kondigde de EU een nieuw actieplan voor een Europese circulaire economie aan, met de titel “Voor een schoner en concurrerender Europa.”
In dit plan staan 35 aanvullende maatregelen om een Europese circulaire economie te bevorderen. Het meest opvallend? Circulair aanbesteden wordt minder vrijblijvend. De EU wil targets en rapportages introduceren om circulair inkopen verder te stimuleren.
Net als Nederland ziet ook de EU het belang in van circulariteit. In 2050 moet elke lidstaat klimaatneutraal zijn en moet de EU gezamenlijk komen tot een CO2-uitstoot van nul. De Europese Commissie kwam in 2015 al met een actieplan getiteld “Closing the loop – An EU action plan for the circular economy”. Hierin waren 54 maatregelen te vinden die een circulaire economie in de EU moesten bevorderen. Het ging onder andere over het tegengaan van het dumpen van plastic in zeeën, maar ook het aanpakken van onechte ‘groene’ claims en afvalmanagement. Het verbod op wegwerpplastic dat in 2021 ingaat is bijvoorbeeld een resultaat van het eerste actieplan.
Nieuwe maatregelen
Nu komt er een set nieuwe maatregelen bij in de vorm van een aanvullend actieplan. Jos Pees, adviseur Duurzaamheid bij Kenniscentrum Europa decentraal, vertelt dat circulariteit voor het eerst groot op de Europese agenda kwam met het vorige actieplan. “In het eerste plan uit 2015 lag de nadruk vooral op maatregelen die zich richtten op de laatste fase van een productcyclus, de afvalfase. Het nieuwe actieplan vormt de volgende stap, waarbij er meer aandacht is voor het proces hoger in de productieketen.” Ecodesign, noemt men dat. Pees: “Op het moment dat je afval hebt met veel vervuilende stoffen kun je dat niet handmatig inzamelen of hergebruiken.” Door vroeger in een productieketen te letten op het gebruik van grondstoffen met het oog op hergebruik, is het later eenvoudiger producten te recyclen.
“Daarnaast stond het voorgaande actieplan meer op zichzelf. Circulaire economie is een breed onderwerp en dit nieuwe actieplan wordt echt als een integraal deel van de Green Deal gepresenteerd. Het is één van de onderdelen om tot een klimaatneutraal beleid te komen”, zegt hij.
Voor een schoner en concurrerender Europa
In het nieuwe actieplan zijn 35 aanvullende maatregelen te vinden die tussen 2020 en 2023 in moeten gaan. Nieuw is onder andere de wet- en regelgeving voor consumenten. De EU wil dat consumenten meer slagkracht krijgen op het gebied van circulariteit. Zo komt er recht op reparatie voor consumenten die goederen hebben gekocht en moeten consumenten betere toegang krijgen tot informatie over circulariteit. Daarnaast worden er meer sectoren dan voorheen betrokken in dit actieplan, waaronder de ICT, de elektronica-, vervoer- en textielsector. Er komt meer aandacht voor de risico’s van microplastics, materiaalefficiëntie in de bouw moet omhoog en LCA’s worden opgenomen in openbare aanbestedingen. Ook moet stedelijk afval in 2030 gehalveerd zijn en moet er een EU-breed afvalscheidingsbeleid komen.
Targets en rapportages
In het vorige plan gaf de EU al een voorzet voor groene criteria die decentrale overheden konden gebruiken als ze circulair wilden inkopen of aanbesteden. In het nieuwe plan wil men een stap verder gaan. Zo moet er een target komen voor het aantal groene overheidsopdrachten dat overheden geven en wil de Europese Commissie dat hierover wordt gerapporteerd. Circulair aanbesteden wordt minder vrijblijvend. Pees vindt het een interessante maatregel. “Als je criteria voor minimale groene overheidsopdrachten gaat instellen voor meer sectoren kan dat zeker zoden aan de dijk zetten. Het opstellen van rapportages brengt mogelijk wel administratieve lasten met zich mee voor ambtenaren.” Het is op dit moment nog niet bekend hoe die rapportages precies opgezet moeten worden.
Implementeren kost tijd
“Het is lastig om op dit moment te meten wat de effecten zijn van de maatregelen die uit het vorige actieplan zijn voortgekomen”, zegt Pees. “Neem het afvalpakket dat in 2015 is geïntroduceerd. De wijziging van de richtlijnen is pas in 2018 aangenomen en krijgt dit jaar pas vorm in nationale wetgeving. Veel van die doelen – als je spreekt van recyclen van stedelijk afval of gescheiden inzamelen – gaan pas in voor 2030 of 2035. Dus dat duurt even voor dat je dat daadwerkelijk kunt meten.” Alles wat al wel meetbaar is, wordt vastgelegd in Eurostat. Waarom komt er dan nu toch een nieuw actieplan? “Bij beleid op duurzame onderwerpen is er steeds sprake van een voortschrijdend inzicht. Het moet steeds beter. Na dit actieplan zul je weer een volgende stap zien. Als we 100% circulair zijn, zijn we klaar, daarvoor niet”, zegt hij.
Nederland loopt voorop
Nederland is volgens Pees al een heel eind op het gebied van circulariteit. De Nederlandse overheid stelde eerder doelen op voor een circulaire economie dan de EU. “De doelstellingen die wij neerzetten, zoals Nederland circulair in 2050, die gaan verder dan wat er op Europees niveau is afgesproken. Op het gebied van circulariteit lopen wij zeker voor. In tegenstelling tot hernieuwbare energie, daarin zijn we niet per se het beste jongetje van de klas”, zegt Pees.
Economische belangen
In dit nieuwe actieplan gaat het niet alleen om het klimaat. Het draait ook om economische belangen. Men schat in dat een groeiende circulaire economie het Europese BBP kan doen groeien met een half procent en dat er 700.000 banen in Europa bij kunnen komen door het stimuleren van een circulaire economie. Het gebruik van circulaire materialen zou volgens de Europese Commissie bovendien de kosten voor productiebedrijven moeten terugdringen, waardoor die een betere positie op de wereldmarkt krijgen. Dus moet het actieplan niet alleen de weg wijzen naar een schoner, maar ook naar een concurrerender Europa.
Damen won twee weken geleden de opdracht die via een Europese aanbesteding was uitgeschreven door de Duitse overheid. De Nederlandse schepenbouwer mag vier fregatten leveren, een opdracht ter waarde van 5,3 miljard euro. German Naval Yards (GNY), de Duitse partij die in de running was voor de opdracht, tekende bezwaar aan. Nu heeft ook de Duitse politiek twijfels bij het delen van gevoelige informatie met een Nederlands bedrijf.
Damen Shipyards won de grootste order ooit in de geschiedenis van de Duitse krijgsmacht. Ook het Nederlandse Thales heeft baat bij de uitslag van de aanbesteding. Thales levert elektronische systemen binnen de klus. Toen bekend werd dat Damen de order binnen had gehaald, moest het Duitse parlement nog goedkeuring geven voor de uitvoering. GNY liet vorige week al weten dat zij het niet eens zijn met de uitkomst van de Europese aanbesteding:
‘We hebben ernstige twijfels over de rechtmatigheid van het besluit en zullen daarom alle juridische middelen gebruiken die tot onze beschikking staan’, liet de topman van GNY weten.
Het lijkt erop dat het Duitse parlement nu ook in verweer komt. De Duitse minister van Defensie Annegret Kramp-Karrenbauer noemde de gunning aan een Nederlands bedrijf zelfs een ‘zondeval, die zich niet mag herhalen’. Dat deed ze nadat ze felle kritiek kreeg van politici en het Duitse bedrijfsleven toen bekend werd dat Damen de opdracht kreeg. Toch profiteert de Duitse industrie ook van de opdracht, gegund aan het Nederlandse bedrijf uit Vlissingen. Damen zal samenwerken met meerdere Duitse leveranciers, waardoor 80% van de investeringen in Duitsland blijft.
Het is opvallend dat de order Europees is aanbesteed. Dat is niet gebruikelijk voor dit soort opdrachten in Duitsland. Volgens de Duitse krant Handelsblatt werd deze keer een uitzondering gemaakt om ervoor te zorgen dat Duitse werven hun aanbiedingen scherp instaken, met als doel de prijs te drukken.
Bronnen: FD, BNR Nieuwsradio
Twee maanden geleden won Thecla Bodewes een tender om twee tweedehands schepen te leveren aan de Kroatische staatsrederij Jadrolinija. Enige tijd later trokken de Kroaten die overeenkomst zonder duidelijke reden opeens in. De in Kampen gevestigde scheepswerf heeft daarom nu een klacht ingediend bij het Europees Hof. (meer…)