Op deze website worden advertenties getoond. Van de advertenties wordt de redactie betaald. De redactie verzorgt het nieuws op deze website. Zonder advertenties geen nieuws. Zou je je adblocker daarom willen uitschakelen
Toegankelijkheidseisen voor websites en apps worden voortaan meegenomen in aanbestedingen van de overheid.
PIANOo voegt deze eisen toe aan het sectordossier, zodat inkopers van de overheid een set eisen beschikbaar hebben. De gestelde verplichtingen kunnen aanbestedende diensten zelf opnemen in hun voorwaarden.
Door toegankelijkheidseisen nu toe te voegen aan aanbestedingen worden herstelwerkzaamheden achteraf voorkomen. Rekening houden met eisen voor digitale toegankelijkheid moet in de ontwikkelfase van websites en apps gebeuren. Zo kan veel geld en tijd worden bespaard.
Alle bedrijven met meer dan 10 werknemers of een omzet van meer dan 2 miljoen euro moeten in 2025 voldoen aan de regels rondom digitale toegankelijkheid. De Nederlandse overheid loopt achter op dit onderwerp. De aanjaagteams die in 2021 werden opgericht om overheden te stimuleren sneller aan de regels te voldoen, hebben niet tot succes geleid.
Naar aanleiding van een motie op de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is onderzocht hoe de Rijksoverheid meer biologische producten van Nederlandse boeren en tuinders af kan nemen. De resultaten zijn gepubliceerd in een rapport.
Een aangenomen motie van GroenLinks en BBB verzocht tot dit onderzoek, waarbij ook aanbestedingseisen zijn meegenomen. Minister Bruins Slot laat weten dat dit onderzoek in 2021 en 2022 heeft plaatsgevonden. De inkoop van (duurzaam) voedsel binnen het Rijk is daarbij in kaart gebracht en er is een overzicht van de afgelopen jaren opgevraagd.
Uit onderzoek blijkt dat de markt mogelijkheden ziet om de inkoop van biologische producten binnen het Rijk te vergroten en in te zetten op groei van biologische landbouw. Ook het draagvlak onder rijksambtenaren voor meer biologische producten is groot. Zij lijken bereid meer van zulke producten te kopen en daar meer voor te betalen. Er wordt nu een pilot opgezet om onder meer de daadwerkelijke vraag in beeld te brengen en de te stellen eisen in een aanbesteding helder te krijgen.
Het uitgevoerde onderzoek wijst uit dat het mogelijk is een biologisch assortiment in de aanbestedingen van het Rijk uit te vragen. Zo zijn er eisen en gunningscriteria over biologische producten en keurmerken geformuleerd in diverse tools. Alleen zijn er specifieke Europese aanbestedingsprocedures nodig om het streven tot meer biologische inkoop van Nederlandse producenten mogelijk te maken. Een aantal uitdagingen zijn dus in beeld, maar die moeten nog nader worden uitgewerkt.
De inkoop van nieuwe gevechtskleding door Defensie laat opnieuw langer op zich wachten. Het project Defensie Operationeel Kleding Systeem (DOKS) loopt vermoedelijk een jaar vertraging op, laat staatssecretaris Christophe van der Maat de Tweede Kamer weten.
De oorzaak hiervan is de kwaliteit van de aangeboden kleding door twee verschillende leveranciers. Tijdens testen in de praktijk bleek de kleding niet aan de gestelde eisen van Defensie te voldoen. Kwaliteit gaat voor snelheid, dus de leveranciers kunnen terug naar de tekentafel.
Militairen van diverse eenheden droegen de aangeboden gevechtskleding van potentiële leveranciers tijdens hun werk. In verschillende omstandigheden en bij verschillende weertypen testten zij onder meer functionaliteit en draagcomfort. Ook werd de kleding onderworpen aan kwaliteitstesten. Maar in geen enkel geval werd voldaan aan de gevraagde specificaties van Defensie.
Omdat beide leveranciers aangeven dat zij de gevechtskleding kunnen verbeteren om aan de gestelde kwaliteitseisen te voldoen, is nu besloten het project met vertraging voort te zetten. Tot die tijd maken militairen gebruik van een tussenoplossing. Doordat DOKS al eerder vertraging opliep toen afgewezen leveranciers een kort geding aanspanden, was die tussenoplossing al eerder geïntroduceerd. Sinds medio 2022 gebruiken militairen een verbeterd interim kledingpakket. Zo’n 480.000 broeken en jassen werden uitgeleverd, deze oplossing wordt nu verlengd.
Aanbestedingen van Rijkswaterstaat voor het onderhoud van de infrastructuur zijn voor het midden- en kleinbedrijf vaak te hoog gegrepen. Onder andere de complexiteit en grote projectomvang maken het voor het mkb praktisch onmogelijk om in te schrijven op deze aanbestedingen.
Toegankelijker
Dit alles blijkt uit onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). Volgens MKB Nederland moeten opdrachten daarom toegankelijker worden voor kleine aannemers. De organisatie waarschuwt daarbij voor de clustering van werkzaamheden die nu vaak plaatsvindt in projecten, omdat kleinere bedrijven daarbij benadeeld zouden worden.
Gemeenten als inspiratie
Minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) beloofde dat Rijkswaterstaat zijn best blijft doen projecten voor het mkb toegankelijk te houden. Hij wil projecten van het mkb voor gemeenten en provincies gebruiken als inspiratie voor Rijkswaterstaat. Bij gemeenten is zo’n 80% van de onderhoudscontracten voor kleinere aannemers. Bij Rijkswaterstaat is dat aantal gedaald van bijna 40% naar ruim 30% tussen 2015 en 2021. In totaal is het mkb goed voor zo’n 65% van de openbare aanbestedingen op de onderhoudsmarkt voor infrastructuur.
Groei
Komende jaren zet Rijkswaterstaat meer projecten voor onderhoud, vervanging en renovatie aan wegen, viaducten en waterwegen weg in de markt. Het gaat dan met name om projecten van meer dan 35 miljoen euro, te groot voor het mkb. De groei in de onderhoudsmarkt zal tot 2026 vermoedelijk zo’n 2 à 3 procent per jaar zijn.
Bron: https://fd.nl/bedrijfsleven/1465194/mkb-grijpt-vaker-mis-bij-infraprojecten-nwa3caYfidaR
Rijkswaterstaat start met de aanbestedingsprocedure voor groot onderhoud van delen van de A2 en A12 in Midden-Nederland. Het gaat om het deel van de A2 tussen de knooppunten Oudenrijn en Everdingen en de A12 tussen de aansluiting Nieuwerbrug en knooppunt Oudenrijn. Dit is het eerste project binnen de zogeheten ‘koploperaanpak duurzame wegverharding’, waarbij bedrijven worden uitgedaagd om het onderhoud aan de wegen zo duurzaam mogelijk te doen.
De A2 richting ‘s-Hertogenbosch, tussen knooppunt Oudenrijn en knooppunt Everdingen, en de A12 richting Utrecht, tussen aansluiting Nieuwerbrug (13) en knooppunt Oudenrijn, gaan in 2024 flink op de schop. De opdracht bestaat onder meer uit het vervangen van het asfalt door asfalt met een geluidsreducerende laag, het vervangen van voegovergangen en het onderhouden van de Jan Blankenbrug (A2) en viaduct Strijkviertel (A12), in beide rijrichtingen. De werkzaamheden moeten volgens planning eind 2024 zijn afgerond.
Koploperaanpak duurzame wegverharding
Als grootste wegbeheerder van Nederland neemt Rijkswaterstaat haar verantwoordelijkheid bij het behalen van de klimaatdoelen. Rijkswaterstaat stapt daarom over op duurzame wegverharding, met de hoge kwaliteitsstandaard die we in Nederland gewend zijn. Onderweg naar klimaatneutraal en circulair werken legt Rijkswaterstaat bij aanbestedingen de duurzaamheidslat voor asfalt steeds hoger. De Koploperaanpak moet investeringen in duurzame wegverhardingen voor bedrijven lonend maken. Daarom zorgt Rijkswaterstaat dat tot 2030 ieder jaar, in meerdere projecten, de duurzaamste alternatieven de ruimte krijgen. Zo verdienen duurzame koplopers hun innovatie terug en leveren zij samen met ons een bijdrage aan de transitie naar een duurzame infrasector. De aanbesteding van groot onderhoud A2HRR-A12HRR is het eerste project dat met deze insteek wordt aanbesteed.
TenderNed
De aanbesteding is gepubliceerd op de aanbestedingswebsite TenderNed en verloopt via een Europese Niet-Openbare procedure. De toegepaste contractvorm is een Engineering & Construct-contract (E&C). Belangstellenden kunnen zich uiterlijk 24 februari 2023 aanmelden via TenderNed (https://www.tenderned.nl/aankondigingen/overzicht/286183/details). De eerste inlichtingenbijeenkomst vindt plaats op 31 januari 2023. Uiterlijk 2 juni 2023 dienen alle inschrijvingen binnen te zijn, waarna eind augustus 2023 de gunning is gepland.
Door het opgeven van een juiste referentie heeft een ICT-leverancier uit Zeist bot gevangen bij de Amsterdamse rechtbank in een geschil tegen de stad. Amsterdam is op zoek naar een leverancier die een uniform systeem voor informatievoorziening naar de burger toe kan leveren. De eigen kostenraming ging uit van een kostenplaatje van zo’n 14 miljoen euro. Pegamento uit Zeist kwam met een bod dat hier dichtbij kwam. Toch besloot Amsterdam in zee te gaan met het veel duurdere Deloitte dat een offerte van zo’n 26 miljoen euro uitbracht.
Inhoud
Volgens Amsterdam voldeed Pegamento niet aan alle geschiktheidseisen. Er lijkt verwarring te zijn over het verschil tussen best-of-breed en best-of-suite systemen. Daarnaast bracht Pegamento een referentie te berde van een omnichannel informatievoorziening die ouder was dan 3 jaar. Pegamento beargumenteert dat het systeem tot op heden nog steeds wordt doorontwikkeld. Amsterdam kijkt juist naar de datum van de oorspronkelijke implementatie.
Rechtbank
De rechtbank gaat mee in de argumenten van de gemeente Amsterdam om niet voor Pegamento te kiezen, ondanks dat Deloitte zo’n 85% hogere inschrijfkosten hanteert dan de aanbesteding vroeg. De rechtbank voegt wel toe te begrijpen dat Pegamento de keuze van de gemeente ‘moeilijk te begrijpen’ vindt.
Reactie wethouder
De wethouder in Amsterdam geeft aan dat er nooit een plafondbedrag is genoemd, alleen een raming. Amsterdam koos volgens de wethouder voor kwaliteit boven prijs en verwacht door de kosten te spreiden over meerdere jaren geen overschrijding van deze kosten.
Bron: https://www.agconnect.nl/artikel/amsterdam-gunt-ict-project-aan-deloitte-85-duurder
De Europese Unie heeft een verordening aangenomen die buitenlandse subsidies kan onderzoeken wanneer wordt gevreesd voor verstoringen van de interne Europese markt. Het gaat om de verordening buitenlandse subsidies die subsidies van niet-EU landen aan bedrijven die actief zijn in de EU kan onderzoeken.
Extra instrument
Momenteel gelden enkel staatssteunregels op subsidies die door lidstaten zijn toegekend. Met het aannemen van de verordening, is er een EU-instrument beschikbaar dat subsidies kan controleren die niet-EU landen toekennen. Daarmee kan meer gesubsidieerde economische activiteit op de Europese markt onderwerp van onderzoek worden.
Onderzoek
Onderzoek kan op drie verschillende manieren plaatsvinden. Er zijn twee mogelijkheden waarbij gekeken wordt naar gelijke concurrentievoorwaarden, onder andere bij grote overheidsaanbestedingen. De derde optie is een algemeen instrument voor marktonderzoek, onder meer naar kleinere aanbestedingen.
Melding
De drempel voor aanbestedingen in procedures voor overheidsopdrachten is gesteld op ten minste 250 miljoen euro. Wordt dit bedrag overschreden, dan moet er een melding bij de Europese Commissie worden gedaan. Zo niet, dan kan de Commissie geldboetes opleggen en onderzoek doen. Buitenlandse subsidies kunnen met 5 jaar terugwerkende kracht worden onderzocht, maar alleen als deze de interne markt verstoren ná inwerkingtreding van de verordening.
Afwegingstoets
Wanneer de Commissie oordeelt dat een buitenlandse subsidie de markt verstoort, kan zij een afwegingstoets uitvoeren naar de positieve en negatieve effecten van de subsidie. Er zijn diverse maatregelen mogelijk wanneer de negatieve effecten groter zijn dan de positieve.
Op weg naar meer samenhang in bedrijfsvoering binnen het Rijk, is uitvoeringsorganisatie UBR opgeheven per 1 januari. Het orgaan gaat op in vijf nieuwe organisaties, de dienstverlening verandert niet.
Aanleiding
De wijziging is bedoeld om goed voorbereid op complexe vraagstukken bij het Rijk te zijn. Daarnaast zou de nieuwe indeling helder en eenduidig voor iedereen moeten zijn, omdat elke nieuwe organisatie bij elkaar passende vakgebieden onder zijn hoede heeft. Op die manier moeten diensten beter afgestemd zijn op elkaar, op het beleid en op de wensen van klanten.
Herkenbaar
Alle merken en programma’s gaan verder in de vorm zoals ze nu zijn en blijven herkenbaar op dezelfde manier. Ze vallen alleen nu onder één van de vijf volgende organisaties: Rijkorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (Rijksorganisatie ODI), Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL), de Rijksinkoopsamenwerking (RIS) en Organisatie Bedrijfsvoering en Financiën (OBF). P-Direkt, UBR P en Binnenwerk vormen samen Organisatie en Personeel Rijk (O&P Rijk). Het Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP) is sinds 1 januari onderdeel van Logius.
Iedere jaarwisseling trappen we er weer in. Out with the old, in with the new: we gaan het nu écht helemaal anders doen. De een gaat gezonder eten, de ander wil iedere avond tijd nemen om een boek te lezen en weer een ander gaat op structurele basis hardlopen.
Het vervolg kun je precies uittekenen.
Na een week of twee komt de sleet erin, en direct duik je in de verdediging. Het is een gebrek aan tijd. Of nee, je hebt gewoon nog niet het juiste dieet-, lees- of trainingsschema gevonden. Of misschien mis je uiteindelijk gewoon de juiste spullen. Dus koop je een paar nieuwe sportschoenen waarmee je je goede voornemens ongetwijfeld wel gaat halen.
Inmiddels staan er een stel hele knappe sportschoenen in de kast. Schokabsorberend, zweetdoorlatend en ze wegen maximaal slechts een paar gram. Oh en een stel reflectoren en een limited uitvoering om het af te maken. Maar zolang er niets aan het sport- en eetpatroon verandert staan die sportschoenen er als parels voor de zwijnen.
Schilders, schoonmakers en symboolprojecten
Aan het eind van 2022 werden de flessen weer ontkurkt voor het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen 2022-2025. Die kan weer op de stapel met alle andere convenanten, verdragen en handreikingen. Maar wat is nu het effect van die initiatieven?
Een jaar geleden onderzocht econoom Jacco van Berkel samen met professor Fredo Schotanus het effect van Inkopen met Impact, het kabinetsbeleid uit 2019 met nieuwe kaders voor duurzamere aanbestedingen. Het effect? Bij gemeentes deed het niets. Maar bij aanbestedingen van de Rijksoverheid zag je duurzaamheid vaker terugkomen in gunningscriteria. Maar dat bleef vaak beperkt tot de korte termijn. En vooral op de direct zichtbare, maar low impact groepen.
Dat zie ik in de praktijk veel terug bij schilders en de schoonmakers. De impact die te maken valt in circulaire verf en schoonmaakmiddelen en social return is sympathiek, maar toch vooral kleinschalig. En bovendien: deze branches zijn de afgelopen jaren zo doodgegooid met circulaire en sociale maatregelen dat ze inmiddels het magazijn en de werkvloer al vol hebben met de meest verantwoorde opties. De impact die hier nu nog te maken valt is marginaal.
Toch worden schilder- en schoonmaakbedrijven iedere aanbesteding weer onderworpen aan nóg striktere eisen. Zo moeten ze voldoen aan de nieuwste keurmerken, wordt het social return percentage steeds hoger opgeschroefd en dragen innovatieve maatregelen bij aan een hogere score op de gunningscriteria.
Van low impact naar high impact
Jacco van Berkel en Fredo Schotanus wijzen daarom naar de ‘high impact’-groepen waar inkoop écht het verschil kan maken. Kijk bijvoorbeeld naar bedrijfskleding, energie, ICT of catering: door efficiënt inkoopvolume of flexibiliteit in grondstoffen ga je verder dan een paar symboolprojecten, en verander je iets op grote schaal.
Want we kunnen ieder paar jaar wel dat fancy paar sportschoenen weer vervangen voor een model dat net iets betere features heeft. Maar als we echte stappen willen zetten moeten we vooral werken aan ons trainingsschema, ons eetpatroon en onze motivatie. Misschien dat we in 2023 dan eindelijk wat goede voornemens kunnen afstrepen.
Bij aanbesteding voor de bouw van twee kerncentrales in Borssele worden China en Rusland geweerd. Ondanks dat deze twee landen wereldwijd de meeste kerncentrales bouwen, komen zij niet in aanmerking voor bouw in Nederland. Ook het uranium, brandstof voor de kerncentrales, zal niet ingekocht worden bij Chinese of Russische bedrijven.
De twee nieuwe kerncentrales moeten in 2035 draaien. Dan leveren zij tussen 9 en 13 procent van de Nederlandse stroomproductie. De huidige kerncentrale in Borssele wordt bovendien niet in 2033 gesloten, zoals het plan oorspronkelijk was. Sluiting wordt op de lange baan geschoven.
Eind volgend jaar wordt er meer duidelijkheid over de bouw van de twee nieuwe centrales. Dan maakt het ministerie van Economische Zaken en Klimaat bekend hoe de bouwers worden geselecteerd. Minister Jetten hoopt op voldoende draagvlak in Borssele. Hij kiest deze locatie vanwege de bestaande kerncentrale aldaar met bijbehorende kennis en expertise. Eventueel alternatief is de Rotterdamse Maasvlakte. In overleg met netbeheerder TenneT wordt de beste locatie nader bepaald.
Bron: https://www.nrc.nl/nieuws/2022/12/10/rusland-en-china-geweerd-bij-bouw-kerncentrales-a4151042
In totaal 9 leveranciers gaan de 2.000 flexwoningen bouwen die het ministerie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening volgend jaar klaar wil hebben. De opdracht moet de realisatie van flexwoningen versnellen, al over 3 maanden worden de eerste woningen opgeleverd.
Procedure
De flexwoningen worden door het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) gekoppeld aan locaties waarna woningcorporaties ze kopen. Leveranciers en corporaties maken onderling leveringsafspraken. Inkoop verloopt volgens een afgesproken standaard bij een aantal producenten die zijn geselecteerd door middel van aanbesteding.
Steun
Het Rijk biedt de corporaties bovendien steun om de versnelling ook echt waar te kunnen maken. Er is een financiële herplaatsingsgarantie in de maak waarin beschreven staat hoe gemeenten, corporaties en het Rijk de flexwoningen na eerste gebruik op een andere locatie hergebruiken.
Voor de Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen is in totaal € 100 miljoen beschikbaar.
Rijkswaterstaat is begonnen met de aanbesteding voor het vernieuwen van de Van Brienenoordbrug. Ondanks de onzekerheden rondom de stikstofcrisis, besloot Rijkswaterstaat de opdracht voor vervanging en vernieuwing van 2 vaste boogbruggen en de beweegbare delen van de oostelijke brug in de markt te zetten. Verwachte definitieve gunning staat gepland voor begin 2024.
Onderzoek
Rijkswaterstaat ging er tot voor kort vanuit wat stikstof betreft gebruik te kunnen maken van de bouwvrijstelling tijdens de werkzaamheden. Nu deze is komen te vervallen, wordt onderzocht of en zo ja, in hoeverre, er sprake is van stikstofdepositie en welke maatregelen er nodig zijn. Desondanks koos Rijkswaterstaat ervoor de aanbesteding al wel te publiceren. De urgentie van de vernieuwing is te groot, meent Rijkswaterstaat.
Circulair
De aanpak bij de vernieuwing van de Van Brienenoordbrug moet niet alleen verkeershinder zoveel mogelijk beperken, ook is circulariteit een belangrijk aspect van de aanbesteding. Uiteindelijk moet er zo’n 3.000 ton staal worden bespaard.
Bron: Rijkswaterstaat
De Europese Commissie tikt de Nederlandse overheid op de vingers bij de aanbesteding van het hoofdrailnet. Vanaf 2025 geldt er nieuwe regelgeving die de concurrentie – en daarmee de marktwerking – in het Europese openbaar vervoer vergroot. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wil eind volgend jaar het spoornet voor 10 jaar onderhands aan de Nederlandse Spoorwegen (NS) gunnen. De gunning zou ingaan in 2025 en daarmee duren tot 2035.
Complex
De overheid redeneert dat het openbaar vervoer op het Nederlandse spoorwegnetwerk te complex is om aan te besteden. De Europese Commissie gaat niet akkoord met de oplossing om het net voor 10 jaar te gunnen aan de NS. De Commissie vindt dat de nieuwe regels moeten worden aangehouden, omdat de gunning eind volgend jaar gaat over treinen die in 2025 gaan rijden.
Juridische procedure
Voorlopig blijft het ministerie bij het besluit om de gunning onderhands exclusief aan de NS te gunnen. De Europese Commissaris voor Transport is een juridische procedure begonnen over de kwestie. De commissaris bleek al in juli een brief te hebben gestuurd aan staatssecretaris Heijnen over de aanbesteding van dit spoorcontract.
Vroege aanbesteding
De NS claimt dat 1 samenhangend netwerk van intercity’s en sprinters het beste is voor de dienstverlening. Daardoor hoeft 80 procent van de reizigers niet over te stappen. De eurocommissaris eist nu in elk geval een marktanalyse van het ministerie om te inventariseren of er andere gegadigden dan de NS zijn voor de aanbesteding. Het ministerie wil daarin niet meegaan en wijst op een uitzondering in de Europese regels. Deze vervalt echter eind 2023. Het kabinet wil de concessie die in 2025 ingaat daarom vóór kerst 2023 aan de NS gunnen.
Discussie
Overige partijen in de markt noemen de onderhandse gunning ‘oneerlijk’ en ‘in strijd met Europese regels voor marktwerking op het spoor’. Zij maken al langere tijd bezwaar tegen de procedure. Het kwam al eens tot een rechtszaak waarin de rechter het ministerie uiteindelijk opriep informatie bij de Europese Commissie in te winnen. De antwoorden uit Brussel wilde het ministerie lange tijd niet openbaar maken. Nu dat wel is gebeurd, staat de hele procedure alsnog ter discussie.
In de strijd tegen krapte op de woningmarkt heeft minister De Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening opdracht gegeven om 2.000 flexwoningen aan te schaffen. Tegelijkertijd wordt er vanuit de corporatiesector een grotere aanbesteding voorbereid. Hiermee moet de bouwcapaciteit groter en sneller worden, zodat ook komende jaren de bouw door kan gaan.
De aanbesteding van de flexwoningen door het Rijksvastgoedbedrijf valt samen met het aandragen van locaties door gemeenten en corporaties. Hiermee moet het proces van daadwerkelijke realisatie sneller gaan. Ook zorgt grootschalige inkoop via 1 vastgoedorganisatie met inkoopexpertise voor standaardisering en daarmee voor een verkorting van levertijden.
Het is de bedoeling dat in de periode 2022-2024 in totaal 37.500 flexwoningen worden gerealiseerd. Dit jaar nog 7.500 en de 2 daaropvolgende jaren steeds 15.000. Het ministerie heeft een Taskforce Versnelling Tijdelijke Huisvesting opgetuigd om gemeenten, provincies en corporaties te ondersteunen bij versnelde realisatie van mogelijkheden die zij zien. Het Rijk werkt nog aan een garantstelling om financiële risico’s van projecten op te vangen.
Om te zorgen dat Europese bedrijven die buiten de Europese Unie overheidsopdrachten willen uitvoeren beter toegang krijgen tot die aanbestedingen, is het Internationaal Aanbestedingsinstrument in werking getreden. Hiermee moeten bedrijven binnen en buiten de EU evenveel kans maken op een opdracht.
Maatregelen
Landen buiten de EU, zogenoemde derde landen, kunnen rekenen op maatregelen als zij EU-bedrijven beperkingen opleggen bij aanbestedingen. Wanneer bedrijven uit zo’n land binnen de EU meedingen naar een aanbesteding, wordt hun prijs automatisch verhoogd. Daarmee wordt hun aanbod onaantrekkelijker dan dat van EU-bedrijven die inschrijven. In enkele gevallen kunnen bedrijven uit derde landen zelf worden uitgesloten van aanbestedingen.
Gelijk speelveld
Minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat en minister Schreinemacher van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking beschouwen het aanbestedingsinstrument als stevige stok achter de deur om een gelijk internationaal speelveld te creëren.
Wijziging Aanbestedingswet
Toepassing van het aanbestedingsinstrument wordt verplicht voor aanbestedende diensten. De Aanbestedingswet wordt op technische gronden gewijzigd. Daarnaast volgt er voorlichtingsmateriaal vanuit de overheid om aanbestedende diensten en inschrijvende ondernemers op de hoogte te brengen van de exacte voorwaarden.
Strategisch contractmanager Peter van Boven van het ministerie van Financiën stond aan de wieg van het aanbestedingsproject De Haagse Hub. Een project met impact, want de logistieke hub aan de rand van Den Haag scheelt 90% leveringen in de binnenstad per dag.
‘In Den Haag zijn veel kantoorpanden en overheidsgebouwen dicht bij elkaar’, zegt Peter. ‘Voor elke bestelling bij een leverancier ging een aparte bestelbus de stad in. Dat zorgde voor veel verkeersbewegingen, en daardoor luchtvervuiling. In 2015 is de Rijksoverheid samen met gemeente Den Haag een project gestart om te onderzoeken hoe bevoorrading slimmer en duurzamer kon. Dat project is uitgemond in een aanbesteding voor een logistieke hub. Een bijzonder complexe aanbesteding, omdat ik als contractmanager niet alleen te maken had met de contractant, maar ook met leveranciers voor wie de werkwijze veranderde.’
Vol busje
Het concept van de hub is niet nieuw, zegt Peter. ‘Supermarktketens werken ook met distributiecentra om hun supermarkten in de steden te bevoorraden. Vanuit de logistieke hub aan de rand van de stad worden leveringen gebundeld de binnenstad in vervoerd. Dus in plaats van dat er een halfleeg busje met alleen papier naar de Turfmarkt rijdt, is dat zero emissie busje nu ook gevuld met koffie en wc-papier. Dat geeft meer rust voor leveranciers, die alles bij de hub afleveren en niet zelf de binnenstad in hoeven, maar ook voor de expeditieruimtes in de kantoren waar niet om de zoveel minuten een volgende levering voor de deur staat.’
Stadslogistiek
Gekozen is voor een partij die zowel de opslag in de logistieke hub als het transport naar de binnenstad op zich neemt. Peter: ‘Zo’n organisatie bestond nog niet, en Stadslogistiek Den Haag is dan ook specifiek voor deze aanbesteding opgericht, als dochteronderneming van PostNL. Met gemeente Den Haag en het Rijk als opdrachtgever heeft Stadslogistiek Den Haag een gegarandeerd volume zodat de investeringen snel worden terugverdiend. Bijzonder aan deze aanbesteding is dat we dus in zee zijn gegaan met een partij die vanaf nul moest beginnen.’
25 ton CO2
Op 1 januari 2020 ging de dienstverlening van start. Wat is er tot nu toe bereikt? Peter: ‘Als contractmanager denk ik mee over hoe we de lat qua duurzaamheid steeds wat hoger kunnen leggen. We begonnen met 200 leveringen in de week, nu zijn dat er 1.400. Elke levering bespaart meerdere ritten. Ieder jaar kan de hub 25 ton CO2 besparen, wat gelijkstaat aan 175 keer vliegen van Amsterdam naar Parijs.’ Met de hub is een landelijke beweging in gang gezet. Peter: ‘Dit project heeft landelijk een enorme boost gegeven aan slimmere logistiek. Stadslogistiek is flink gegroeid en is nu met hubs bezig in 70 steden. Daar hebben ook rijksorganisaties met landelijke dekking veel profijt van.’
Circulair
Peter ziet volop kansen om binnen dit contract tot nog mooiere resultaten te komen. ‘Het Rijk streeft naar 100% circulair: niet bezitten, maar gebruiken. Het zou mooi zijn als de hub op den duur niet alleen goederen levert, maar ook weer inzamelt. Dan wordt er dus altijd gereden met een volle wagen, wat natuurlijk nog milieuvriendelijker is.’ Dat Stadslogistiek meer hubs ontwikkelt, vindt hij een goede zaak. ‘In de toekomst brengt een leverancier zijn goederen bij een hub dichtbij, en die vervoert het vervolgens weer naar een hub in de buurt van de klant.’
Ambassadeur
Contractmanagement is veel meer dan leveranciers aan hun afspraken houden, zegt Peter. ‘Dat is nog weleens het beeld, dat wij alleen maar contracten nalopen. In deze rol ben ik juist veel meer bezig met de relatie en samenwerking. Ik ben echt een ambassadeur van de Haagse Hub en probeer zowel rijksorganisaties als leveranciers ‘aan boord’ te krijgen. Sommige hebben koudwatervrees, dan is het mijn taak ze te overtuigen van de impact. Hoe groter de uitdaging, hoe leuker ik het vind.’
Meer weten over Peters werk als contractmanager in dit project? Bekijk dan het webinar.
Wil je ook bijdragen aan een eerlijke, duurzame maatschappij door in te kopen met impact? Meld je dan aan voor updates over inkoop bij het Rijk.
Rijkswaterstaat en de Autoriteit Consument & Markt (ACM) hebben hun samenwerking aangepast. Rijkswaterstaat is als publieke opdrachtgever verplicht alle gegevens over hun aanbestedingen te delen met de ACM. Dat ging in het verleden op verzoek, vanaf nu verloopt dit proces rechtstreeks. Opdrachten die Rijkswaterstaat via TenderNed publiceert gebruikt de ACM als bron om te controleren of Rijkswaterstaat de Mededingingswet naleeft.
Aan inschrijvers die bezwaar hebben tegen het delen van gegevens adviseert Rijkswaterstaat om niet in te schrijven op hun aanbestedingen.
De aanbestedingen van Rijkswaterstaat zijn jaarlijks goed voor zo’n 3 tot 4 miljard euro. Om de markt te informeren over voorgenomen projecten en relevante ontwikkelingen, publiceert Rijkswaterstaat regelmatig een inkoopplanning. Wanneer opdrachten daadwerkelijk worden aanbesteed, verschijnen zij op TenderNed. Daarvandaan haalt de ACM gegevens op.
Gemeenten die uitvoeringsbudget aanvroegen en toegekend kregen onder de Regeling Sportakkoord en Leefstijlinterventies 2020-2022 mogen dat geld nu ook gebruiken om speeltuinen toegankelijker te maken. Voor 1 januari 2024 moet het budget besteed en verantwoord zijn. Een bestedingsdoel kan dus nu ook het toegankelijker maken van speeltuinen zijn.
Speeltuinen zijn nu vaak gericht op kinderen zonder beperking. Door het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ is er nu extra budget voor het inclusiever maken van deze publieke ruimte. Alle kinderen in de buurt moeten samen kunnen spelen, toegankelijker speeltuinen kunnen hieraan bijdragen.
Bron: https://vng.nl/nieuws/regeling-sportakkoord-verruimd-voor-inclusieve-speeltuinen
Minister Jetten van Economische Zaken en Klimaat heeft mr. dr. Willem Janssen benoemd tot voorzitter van de adviescommissie Gids Proportionaliteit. Vanaf 1 september brengt Janssen met zijn commissie gevraagd en ongevraagd advies uit aan het ministerie over wettelijke wijzigingen in de Gids. Janssen is nu hoofddocent en onderzoeker in het Europees en Nederlands aanbestedingsrecht aan de Universiteit Utrecht. Hij ziet zijn benoeming als uitgelezen kans om het aanbestedingsrecht en daarmee de Nederlandse praktijk te verbeteren.
De benoeming van Willem Janssen is voor 4 jaar. De commissie bestaat verder uit vertegenwoordigers van alle relevante partijen in de aanbestedingspraktijk. Zowel markt als overheid neemt deel aan de commissie waardoor de belangen uit de praktijk leiden tot een effectievere aanbestedingsregulering.
De nieuwe inkoopplanning van Rijkswaterstaat is gepubliceerd. Hierin staan voorgenomen opdrachten die nog niet zijn aanbesteed. Door voor 40 GWW-projecten factsheets te publiceren met kerninformatie hebben inschrijvers informatie om beter af te kunnen wegen welke projecten voor hen interessant zijn.
Extra middelen
De vorige inkoopplanning dateert van maart 2022. Sindsdien is voor meerdere werken een marktbenadering gestart. Daarnaast is in het coalitieakkoord structureel 1,5 miljard euro aan extra middelen toegevoegd. Dit bedrag is bedoeld voor instandhouding van bestaande infrastructuur via het Mobiliteitsfonds (1,25 miljard) en het Deltafonds (0,5 miljard). De exacte verdeling van de gelden volgt later.
Onzekerheid en vertraging
De stikstofproblematiek blijft voor onzekerheid zorgen bij een aantal projecten. Uitbreidings- en aanlegprojecten lopen hierdoor vertraging op. De geplande datum voor de start van de marktbenadering is bij deze projecten vooralsnog niet bekend. In de volgende inkoopplanning, november 2022, is hierover mogelijk meer duidelijk.
De CO2-uitstoot van gemeenten die de CO2-prestatieladder gebruiken is in 2 jaar tijd met gemiddeld 23,9 procent gedaald. Dat blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau CE Delft in opdracht van Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen (SKAO).
Uitstoot in beeld
Met de CO2-prestatieladder kunnen overheden en bedrijven hun eigen CO2-uitstoot meten en verlagen. Bovendien kunnen ze de uitstoot in de hele keten in beeld brengen. Zo kunnen overheidsinstanties bij aanbestedingen eenvoudig beoordelen of inschrijvers serieus bezig zijn met het verminderen van hun CO2-uitstoot. Bedrijven die aan kunnen tonen dat zij hun uitstoot verminderen, krijgen vervolgens voorrang bij de inschrijving.
Lokale energietransitie
De deelnemende gemeenten blijken concrete doelen te stellen en zich daar ook goed aan te houden. De lokale energietransitie wordt daarmee geloofwaardiger voor burgers die ook hun steentje bij moeten dragen. Doordat het systeem duidelijk maakt waar CO2-reductie behaald kan worden, zijn efficiënte maatregelen te nemen.
Deelnemers
Er maken inmiddels ongeveer 150 organisaties gebruik van de prestatieladder, onder meer alle provincies, tientallen gemeenten en een aantal ministeries, waterschappen en gemeentelijke regelingen.
TenneT, landelijk netbeheerder, kan bij toekomstige aanbestedingen makkelijker Chinese bedrijven uitsluiten. Vanwege potentiële veiligheidsrisico’s mogen Chinese partijen in de toekomst niet meer inschrijven op aanbestedingen van TenneT voor vitale delen van het elektriciteitsnetwerk. Minister Rob Jetten vindt de risico’s voor de staatsveiligheid te groot, daarom wil hij een wijziging in de elektriciteitswet aanbrengen. Hierdoor kan TenneT risicovol geachte bedrijven makkelijker weren.
Duidelijkheid
TenneT verklaart zelf te hebben gevraagd om meer duidelijkheid over hoe om te gaan met Chinese partijen. Zij schrijven in bij aanbestedingen voor vitale infrastructuur, zoals de opdracht voor twee hoogspanningsstations en transformatorplatforms op zee, ook wel ‘stopcontacten op zee’ genoemd. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat legde vorig jaar de aanbesteding voor één van die twee projecten stil vanwege de veiligheidsrisico’s.
Nationale veiligheid
De voorgestelde wetswijziging moet de toenemende zorgen over de nationale veiligheid enigszins sussen. Jetten stelt zich bewust te zijn van de risico’s van mogelijke Chinese inmenging in de Europese energie-infrastructuur. Tegelijk benadrukt hij dat alleen Chinese afkomst niet voldoende is om als bedreigend aangemerkt te worden.
Extra eisen
Uit een veiligheidsanalyse bij TenneT die het ministerie in 2020 deed, bleek dat de veiligheid beter gewaarborgd zou kunnen worden. Door dit nieuwe beleid worden er nu extra eisen aan partijen gesteld bij aanbestedingen. Chinese bedrijven kunnen nu geweerd worden. Zij nemen een steeds prominentere plaats in bij aanbestedingen in het Europese net, ook bij TenneT in Duitsland en Nederland wonnen zij recent grote opdrachten.
Aanbesteding heropend
De eerdere, stilgelegde aanbesteding van de twee ‘stopcontacten op zee’ wordt volgens de nieuwe regels geopend. De criteria voor een Europese aanbesteding worden gebruikt, maar ze worden zó opgesteld dat Chinese bedrijven niet in kunnen schrijven.
Geen kans
Daarnaast verandert het aanbestedingsproces van TenneT in de basis. Alle geplande aansluitingen tot 2030 worden nu als geheel aanbesteed. Dat betekent met een bedrag van € 30 miljard een van de grootste publieke aanbestedingen in ons land. Vereiste is dat inschrijvers een bewezen trackrecord hebben in de bewuste technologie in Europa. Concreet betekent dit dat Chinese bedrijven geen kans maken.
Nieuwe ambities
De samenwerkingsovereenkomst wordt voor maximaal acht jaar afgesloten. Zo moet de doelstelling van de landen rond de Noordzee worden gehaald. Zij hebben recent de ambities voor windparken op zee naar boven bijgesteld. Leveranciers hebben door de langere samenwerkingsovereenkomsten een grotere leveringszekerheid en kunnen nu beter productiecapaciteit vast gaan leggen.
Rijkswaterstaat en de markt intensiveren hun samenwerking in het transitieprogramma ‘Op weg naar een vitale infrasector’. De samenwerking begint steeds meer vorm te krijgen met nieuwe vormen van aanbesteden en projectuitvoering die gangbaarder worden. Doel is een innovatieve, duurzame sector te realiseren met projecten die voorspelbaar en met een goede risicobeheersing verlopen.
Transitieaanpak
Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat informeerde de Tweede Kamer over de monitoring en doorontwikkeling van de transitieaanpak. Hieruit blijkt dat het programma werkt en positief wordt ervaren door de markt. Inmiddels zijn er meer dan 10 projecten waarin het twee-fasen contract wordt gebruikt, bijvoorbeeld de verbreding van de snelweg A27 Houten-Hooipolder, de renovatie van de IJsselbruggen in de A12 en de renovatie van de tunnels in de snelweg A73. Ook de portfolio-aanpak wordt soms gebruikt, bijvoorbeeld bij de renovatie van de Haringvlietbrug en de Papendrechtsebrug.
Taskforce Infra
Daarnaast zijn een aantal onderhoudscontracten aanbesteed met verbeteringen, zoals een langere doorlooptijd en meer oog voor de samenwerking. Deze is sinds 2020 geïntensiveerd met behulp van de nieuw opgerichte Taskforce Infra. Hierin nemen Rijkswaterstaat en een brede infracoalitie deel met als doel de transitie aan te jagen.
Blijvende verandering
De transitieaanpak wordt in het komende jaar doorgezet met een steeds groter accent op borgen van resultaten in het marktbeleid van Rijkswaterstaat. Hiermee moet een blijvende verandering worden gerealiseerd en bestendigd. Ook de houding en het gedrag van infrawerkers maakt deel uit van de nieuwe aanpak, net als een intensievere kennisuitwisseling met vergelijkbare programma’s en initiatieven bij andere opdrachtgevers. In een volgende monitor komt meer aandacht voor de effecten van de nieuwe samenwerkingsvormen en de (financiële) beheersing van projecten.
Vooral Nederlandse bedrijven profiteren van de contracten die de Nederlandse overheid aanbesteedt. Dat blijkt uit onderzoek van Cobouw. In de top 25 van bedrijven die overheidsopdrachten uitvoeren, voerden in 2021 infrabouwers de boventoon. Met afstand de grootste opdracht was die voor renovatie van de Amsterdamse kademuren, een contract ter waarde van 750 miljoen euro.
Nederlandse bedrijven profiteren
Cobouw analyseerde bijna 400 aanbestedingen die in 2021 via TenderNet werden gepubliceerd. In totaal was met al deze opdrachten 3,4 miljard euro gemoeid. Daarmee is de investering 400 miljoen euro hoger dan het jaar ervoor. Hoewel iets meer dan de helft van de contracten Europees is aanbesteed, zijn het vooral de Nederlandse bedrijven die profiteren van alle uitgezette opdrachten. Daarmee zet de dalende trend van buitenlandse bouwers op de inframarkt zich voort.
Top 3 contracten
Het contract in Amsterdam voor vervanging van de kademuren is het grootste gegunde contract in 2021. Het werk aan de openbaarvervoerterminal in Amsterdam-Zuid staat met een waarde van ruim 3 miljoen euro op een tweede plek. De derde in de ranglijst van opdrachten naar waarde is met ruim 126 miljoen voor de reconstructie van de N65 tussen Vught en Haaren.
Opdrachten
Gekeken naar het aantal tenders komen Heijman Infra en Strukton Rail met ieder 15 binnengesleepte contracten als beste uit de bus. Rijkswaterstaat is met 41 aanbestedingen de grootste opdrachtgever, direct gevolgd door gemeente Amsterdam, ProRail en het Rijksvastgoedbedrijf. Na Amsterdam is van de decentrale overheden provincie Brabant de grootste aanbesteder.
Criteria en procedures
Het belangrijkste criterium in aanbestedingen is die van de prijs-kwaliteitverhouding. Zo’n 86 procent van de contracten werd op deze grond gegund. In 14 procent van de contracten gaf de laagste prijs van de inschrijvers de doorslag. De meeste tenders, 145, werden in 2021 niet-openbaar aanbesteed. De openbare procedure werd in 138 gevallen toegepast gevolgd door onderhandse gunning voor 40 aanbestedingen.
In 2030 moet Nederland 21 gigawatt aan energie op zee opwekken. Dat is zo’n 75% van het landelijke energieverbruik. De ministerraad heeft definitief vastgesteld waar de windparken op zee komen. Ook is de planning van het hele ontwikkeltraject nu helder, in totaal wordt er zo’n 16 miljard euro geïnvesteerd. De aanbesteding voor de windparken opent vanaf 2025
Minister Jetten voor Klimaat en Energie stelt dat de Noordzee de grootste, groene energiebron van het land moet worden. De windparken moeten zo snel mogelijk gereed zijn om de doelen voor 2030 te halen. TenneT gaat contracten voor fabricage van platforms, kabels en apparatuur gunnen voordat definitieve vergunningen rond zijn. Op die manier hoopt de netbeheerder de aanleg volgens planning te kunnen realiseren.
Nederland legde recent vast samen met Denemarken, Duitsland en België om vóór 2050 150 gigwatt aan energie op te wekken in de Noordzee. Hiervan moet 65 gigawatt in 2030 gerealiseerd zijn.
Bron: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2022/06/10/planning-windenergie-op-zee-2030-gereed
Het renovatiewerk aan de Afsluitdijk loopt verder vertraging op. De kosten rijzen ondertussen de pan uit. Doordat Rijkswaterstaat onjuiste berekeningen gebruikte, valt de renovatie van de spuisluizen in de Afsluitdijk honderden miljoenen euro’s duurder uit. Voorlopig ligt het werk stil en wordt de opdracht opnieuw aanbesteed.
Extra kosten
Vorig jaar bleek dat het werk twee jaar langer zou gaan duren en 120 miljoen euro extra zou kosten. Daar komt nu nog eens 238 miljoen bij. Daarnaast zijn de kosten voor nieuwe spuisluizen ongeveer 100 miljoen euro. Hoeveel dit exact zal zijn, moet blijken nadat een nieuwe aanbesteding is uitgeschreven. Het totale budget voor de renovatie gecombineerd met het onderhoud voor 25 jaar daarna is nu opgehoogd naar 2 miljard euro. In de oorspronkelijke berekeningen in 2018 was dit 921 miljoen.
Patroon
Regeringspartij CDA stelt dat de overheid in een patroon lijkt te vervallen. Bij het opstellen van het programma van eisen en bij de aanbesteding van grote infrastructurele projecten worden grote fouten gemaakt. Bouwers profiteren hiervan, maar de belastingbetaler draait op voor de kosten. D66 sluit zich hierbij aan.
Geschil
Over een bedrag van 87 miljoen euro rondom de renovatie bestaat nog steeds een geschil. Hierover neemt een Commissie van Deskundiger vermoedelijk pas volgend jaar een besluit.
Bronnen: https://nos.nl/l/2429620 en https://www.volkskrant.nl/es-b06ef8e1
Nu de eerste aanbestedingsresultaten bekend worden met aanbiedingen waarin de gevolgen van de oorlog in Oekraïne zijn verwerkt, is de stemming in aanbestedingsland snel omgeslagen. Installatieprijzen 20-30% hoger dan gebudgetteerd (en soms wel meer) en 15-25% prijsstijgingen in de bouwbegrotingen (en soms wel meer). De eerste bouwprojecten worden al on hold gezet omdat het budget niet toereikend is. Aanbiedingen worden onder voorbehoud ingediend.
Over prijsstijgingen binnen bestaande overeenkomsten (afgesloten voor oorlog) is al genoeg gezegd en geschreven. Voor de nog te sluiten overeenkomsten is indexeren de nieuwe mantra. Al is geen enkele index volledig dekkend voor een specifiek project en blijft discussie ontstaan welk risico redelijkerwijs wel bij de aannemer kan blijven.
Toch is dit maar de helft van het verhaal.
De relatie opdrachtgever – aannemer kan wel geïndexeerd zijn, al dan niet aangevuld met vooropdrachten en/of andere betalingstermijnen, de betreffende opdrachtgever heeft wel een project dat duurder is dan begroot. Wat nu?
Als een gemeenteraad één, twee jaar geleden goedkeuring heeft gegeven voor de financiering van een bouwproject dat op dat moment nog ontworpen moet worden, zal dat project in een geheel andere wereld op de markt komen als het uiteindelijk wordt gebouwd. Het budget dat toentertijd door de Raad is goedgekeurd, vaak als resultaat van (politieke) onderhandelingen en aannames omdat het nog ontworpen moet worden, is daardoor in de meeste gevallen niet meer toereikend.
In een normale wereld zijn het in toom houden van het ontwerpteam, bewonersparticipatie, het niet wijzigen van het Programma van Eisen en het inschatten van nieuwe ontwikkelingen al erg lastig. Laat staan als er boten dwarsliggen, Corona de wereld over gaat en er oorlog is in Oekraïne. De begrotingspost om dergelijke tegenvallers op te vangen kan zonder veel pijn worden verlaagd zolang er niets misgaat. Risico gestuurd ontwerpen en begroten blijft helaas iets voor academische fijnproevers.
Degenen die bekend zijn met gemeentelijke besluitvormingsprocessen, weten ook dat het krijgen van goedkeuring op budgetten een hell of a job is, zeker rondom de verkiezingen. Nog interessanter wordt het als na deze verkiezingen de verhoudingen in de Raad aanzienlijk zijn gewijzigd. Probeer dan maar eens terug te komen op eerdere afspraken.
Maar terug naar het project dat duurder is dan begroot.
Als het startpunt is dat een gemeenteraad alleen financiering goedkeurt voor bouwprojecten die echt nodig zijn, dan zou sec de indexering geen budgettaire problemen mogen opleveren. In die zin dat extra budget als gevolg van indexering als besluit een hamerslag moet zijn. Ook als de verhoudingen in de Raad zijn gewijzigd. Materieel verandert er namelijk niets en de betrokken partijen mogen in dit kader een bepaalde rechtszekerheid verwachten van publieke organisaties. En laten we eerlijk wezen, er is nog steeds heel veel geld beschikbaar in Nederland.
Net als dat van aannemers mag worden verwacht dat zij transparant zijn ten aanzien van de opbouw van de bouwkosten waardoor alleen geïndexeerd wordt wat geïndexeerd mag worden, kan hetzelfde worden verwacht ten aanzien van interne verantwoording van een bouwproject.
De gemeenteraad zou de meerkosten – mits deze het gevolg zijn van indexering – zonder politiek gekonkel moeten goedkeuren. Als gedurende het ontwerpproces ook programmatische wijzigingen zijn doorgevoerd waardoor wordt afgeweken van de grondslag van de eerst goedkeuring, kan hierover wel een debat worden gevoerd. Nog beter is om vooraf een ruimer budget aan te vragen zodat er meer ruimte is voor de genoemde uitdagingen tussen besluit en oplevering.
In de coronapandemie zijn aanbestedingsregels niet goed nageleefd. Hoogleraar aanbestedingsrecht Elizabetta Manunza keek op verzoek van onderzoeksplatform Follow the Money naar opdrachten die de GGD in twee jaar coronacrisis verstrekte. Onder meer de gunning van twee nieuwe opdrachten aan bestaande samenwerkingspartner SOS International roept vragen op.
SOS International
Manunza merkt op dat doelmatigheid niet goed in overweging is genomen. SOS International was al actief voor de GGD en had personeel met een medische achtergrond in dienst. Desondanks zou dat allebei geen rol mogen spelen bij het verstrekken van nieuwe opdrachten aan de organisatie. Overige opties hadden volgens Manunza verkend moeten worden.
Versnelde procedure
De waarde van de verleende contracten is onbekend. Wel wist Follow the Money te achterhalen dat het bedrag boven de aanbestedingsdrempel van € 50.000 ligt. Enkelvoudig, onderhands aanbesteden was dus niet de juiste weg. Manunza wijst op een versnelde procedure die partijen verplicht binnen tien dagen met een voorstel te komen. Zij concludeert dat de twee verstrekte opdrachten heel goed rechtmatig aanbesteed hadden kunnen worden. Ze wijst op de risico’s van het overslaan van de regels. Concurrentie ontbreekt nu en dat kan de samenleving veel geld kosten. Het brengt de rechtsstaat bovendien in gevaar, vindt Manunza.
https://www.ftm.nl/artikelen/recordwinsten-gesjoemel-corona-callcenters
Zo’n 15,5 miljard euro publiek besteed geld is vorig jaar mogelijk niet rechtmatig gespendeerd. De Algemene Rekenkamer constateert dat aan de hand van financiële jaarverslagen van de ministeries. De tolerantiegrens, een foutmarge voor besteding van publieke gelden, is voor het derde jaar op rij overschreden. In plaats van 1 procent stond over 2021 maar liefst 5 procent van de ontvangsten, uitgaven en verplichtingen ter discussie. De rechtmatigheid van de besteding van deze bedragen is niet na te gaan.
Coronacrisis
Een belangrijke oorzaak van de problemen met verantwoording van publiek geld is de coronacrisis. Deze heeft structurele zwakheden in de bedrijfsvoering van het Rijk blootgelegd. Onvoldoende bezetting van financiële en ondersteunende diensten bij het Rijk liggen hieraan ten grondslag. Dit punt moet worden opgelost om een herhaling van zetten in de toekomst te voorkomen.
Volksgezondheid en Defensie
Met name het ministerie van Volksgezondheid komt slecht uit de bus. Vorig jaar was het financiële beheer verbeterd ten opzichte van 2020, maar de Rekenkamer heeft het nog steeds over een ‘ernstige onvolkomenheid’. Ook het ministerie van Defensie moet zaken verbeteren. Er werden fouten gemaakt bij aanbestedingen en het parlement werd niet op tijd ingelicht over uitgaven. Bovendien is er al een aantal jaar geen goed zicht op de munitievoorraad.
Algoritmes
Ander belangrijk punt uit het rapport van de Rekenkamer gaat over algoritmes in computersystemen. Deze zijn nuttig en noodzakelijk, maar voldoen niet allemaal aan de basiseisen. Mogelijk is controle hierdoor gebrekkig, bestaat de mogelijkheid van vooringenomenheid in het werk, ontstaan er datalekken of is ongeautoriseerde toegang mogelijk.
Aardbevingsschade
Daarnaast blijken afhandeling van de aardbevingsschade en de bijbehorende versterkingsoperatie vertraagd. De uitvoeringskosten van de afhandeling zijn volgens de Rekenkamer bovendien bijzonder hoog: 74% van het totale bedrag aan schadevergoedingen.
Tegemoetkoming ondernemers
Van ruim 13 miljard euro aan uitgaven en verplichtingen vanwege de tegemoetkoming in vaste lasten voor ondernemers tijdens de coronacrisis kon het ministerie van Economische Zaken de rechtmatigheid niet aantonen. De Rekenkamer maakte daarom in april officieel bezwaar. Dat bezwaar werd recent weer ingetrokken nadat het ministerie ‘forse inspanningen’ had geleverd om de bewijzen alsnog te leveren.
Reactie minister Kaag
Minister Kaag van Financiën vindt dat de overheidsfinanciën eind 2021 beter waren dan verwacht, zeker omdat corona in 2021 een grote rol speelde. Het financieel management stond volgens Kaag vorig jaar onder druk en dat ging soms ten koste van de rechtmatigheid. Het kabinet gaat hier nu extra aandacht aan geven om te voorkomen dat incidentele onrechtmatigheden een structureel karakter krijgen.
Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) gaat slimmer en duurzamer werken. Dat stelt Annuska Bloemert, hoofd inkoop van het RVB. Projecten worden samengevoegd tot programma’s zodat kennis en oplossingen uit de markt sneller en breder kunnen worden toegepast.
Energieneutraal
Het RVB zet via aanbestedingen jaarlijks zo’n 1,5 miljard euro in de markt weg. Dat moet steeds duurzamer en innovatiever. Bij aanbestedingen voor onderhoud, verbouw en nieuwbouw is er steeds meer aandacht voor energiebesparing, hergebruik van bouwmaterialen en innovatieve samenwerkingen. Zo moet in een tijd van capaciteitstekorten, hoge energieprijzen en dure grondstoffen het beheer van RVB-gebouwen en terreinen in 2030 volledig circulair zijn. Het doel is om de gebouwen in 2050 energieneutraal te hebben.
Samen met de markt
Om die ambities te halen, moet het RVB slimmer werken. Zo worden projecten in grotere programma’s gebundeld en worden duurzamere bouwmethoden gebruikt. Om al deze ideeën vorm te geven, werkt het RVB nauw samen met de markt. Daarbij erkent het RVB dat er soms problemen ontstaan. Daarom besteedt het RVB veel aandacht aan een goede relatie met marktpartijen. Zo kunnen problemen constructief worden opgelost.
Contractvormen
Het gebruik van verschillende contractvormen wordt bovendien steeds gangbaarder. Het RVB ziet dat nieuwe ideeën dan meer ruimte krijgen. Ontwerp, bouw en optioneel onderhoud worden steeds vaker in één contract samengevoegd (DB of DBM). Het is daarbij van groot belang dat risico’s onderling goed worden besproken en verdeeld.
Maatwerk
Standaardcontracten zullen bij het RVB dagelijkse praktijk blijven. Wel merkt Bloemert als hoofd inkoop op dat er steeds maatwerk wordt geleverd: welke contractvorm past het best bij welk project? Er is steeds aandacht voor alternatieve manieren om zaken op te pakken. Contact met de markt blijft daarbij belangrijk, het RVB verbetert de werkwijze continu.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wil dat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) gasleveranciers vraagt contracten aan gemeenten aan te bieden. Door het vijfde sanctiepakket tegen Rusland moeten contracten met Russische entiteiten voor 10 oktober 2022 opgezegd zijn. De overheid compenseert prijsstijgingen door het sluiten van nieuwe contracten niet.
Gezamenlijke aanbesteding
Op dit moment hebben zo’n 120 Nederlandse gemeenten een contract met het Russische Gazprom. De VNG wil voor al deze gemeenten een gezamenlijke aanbesteding organiseren, maar is bang dat na openstelling geen reacties zullen volgen. Het ministerie ziet het niet als haar taak om marktpartijen te beïnvloeden.
Ontheffing
Het is mogelijk ontheffing te krijgen voor beëindiging van bestaande contracten, maar energiecontracten worden vooralsnog niet generiek uitgesloten. Reden hiervoor is het feit dat generieke ontheffingen de effectiviteit van sancties teniet zullen doen. Voorwaarden voor ontheffing zijn nog in de maak, aanvragen worden individueel beoordeeld. Over boetes door vroegtijdige opzegging van contracten hoeven gemeenten zich volgens het ministerie geen zorgen te maken. die hoeven zij niet te betalen volgens de Europese sanctieverordening.
Circulaire
Het ministerie heeft de circulaire ‘Nieuw sanctiepakket Rusland heeft gevolgen voor overheidsaanbestedingen’ gepubliceerd. Hierin worden de gevolgen van het laatste sanctiepakket besproken en geeft het ministerie antwoord op specifieke vragen.
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) onderzoekt of bedrijven die wegmeubilair maken de concurrentieregels hebben overtreden. Eerder deze maand deed de ACM een inval om een mogelijk kartel tussen deze bedrijven nader te onderzoeken. Het vermoeden bestaat dat bedrijven onderling prijsafspraken maakten voor overheidsaanbestedingen van wegmeubilair. Concurrentie op zaken als prijs, kwaliteit en innovatie krijgt op die manier geen kans en de opdrachtgever krijgt niet het beste wat de markt te bieden heeft.
Als de ACM concludeert dat de regels inderdaad zijn overtreden, volgt er een boete.
https://www.acm.nl/nl/publicaties/acm-onderzoekt-mogelijk-kartel-wegmeubilair
De aanbesteding van jeugdzorg wordt eenvoudiger. De Tweede Kamer ging akkoord met wijzigingen van zowel de Jeugdwet als Wmo. Deze vallen onder de Europese aanbestedingsrichtlijn. Contracten afsluiten is daardoor vaak ingewikkeld, kostbaar en tijdrovend. Omdat nog onduidelijk is of uitsluiting van de aanbestedingsrichtlijn mogelijk is, wordt nu gekozen voor een wetsvoorstel met bepalingen die de bestaande procedures versimpelen.
Vervallen emvi-criterium
Allereerst vervalt het emvi-criterium, ofwel gunning op basis van de goedkoopste inschrijving. Gemeenten kunnen door de wijziging vooraf kwaliteitseisen opstellen en een maximum tarief. Aanbieders kunnen vervolgens zelf beslissen of zij willen inschrijven.
Verplichtingen
Gemeenten kunnen in de nieuwe situatie ook verplicht worden reële prijzen af te spreken. Denk aan het meenemen van inflatie in de tarieven. Ook continuïteit van zorg krijgt een prominentere plek, gemeenten kunnen bijvoorbeeld gedwongen worden contracten met een vaststaande looptijd af te sluiten.
Vervolg
Wanneer de wijzigingen van kracht worden, is nog onduidelijk. De Eerste Kamer moet zich eerst nog buigen over de wetswijziging.
Bron: https://www.nji.nl/nieuws/kamer-stemt-in-met-vereenvoudiging-inkoop
Hoogleraar Europees en internationaal aanbestedingsrecht Elisabetta Manunza stelt dat Nederland laks omgaat met de fundamentele waarden van de rechtsstaat. In een interview met onderzoeksplatform Follow the Money vraagt de hoogleraar aan de Universiteit Utrecht zich af waarom de politiek bijvoorbeeld geen vragen stelde over het niet openbaar aanbesteden in de mondkapjesdeal. Uit de vrijgekomen informatie blijkt dat er geen enkele afweging over aanbestedingsregels is geweest. Manunza noemt dat ‘treurig én gevaarlijk’.
Nederlandse handelsgeest
Volgens Manunza is de handelsgeest in Nederland zo sterk dat we elke buitenlandse investering als handel zien, terwijl andere landen soms best vanuit andere ideologische belangen kunnen handelen. Ze vindt de winst van openbare aanbestedingen het voorkomen van vriendjespolitiek en corruptie. Manunza: “Via aanbestedingen kunnen we toezicht houden op de wijze waarop de overheid fundamentele zaken die het dagelijkse leven van burgers raken inricht.”
Brede blik
Manunza pleit ervoor dat de overheid de laagste prijs anders moet berekenen. Volgens haar moeten ook aspecten als bijvoorbeeld milieuvervuiling, sociale veiligheid en mensenrechten mee worden genomen in de afwegingen. Landen die de democratische rechtsorde ondermijnen komen dan niet meer als beste naar voren, ondanks hun wellicht lagere prijs.
Ethiek
Door een grotere rol voor ethiek in de economie toe te kennen en de bewustwording te vergroten, moet de mentaliteit rondom aanbestedingen kunnen veranderen, denkt Manunza. Geld mag niet de enige drijfveer zijn en de huidige regels bieden voldoende mogelijkheden om bij aanbestedingen beter te screenen dan nu gebeurt.
Bron: https://www.ftm.nl/artikelen/interview-elizabetta-manunza
Tijdens de podcast van 17 maart jl. van deze website kwam uiteraard ook de situatie in Oekraïne ter sprake. Omdat de podcast over aanbesteden gaat, zoomde het gesprek snel in op de aanbestedingsrechtelijke kaders van het opzeggen van contracten met gasleveranciers. En dan concreet een gasleverancier die relaties heeft met een land dat een ander land is binnengevallen.
Op het moment van deze podcast waren er nog geen richtlijnen vanuit de landelijke politiek. Een gewaardeerd advocatenkantoor bood wel al juridische hulp bij het opzeggen van de betreffende contracten die vaak, na een (Europese) aanbestedingsprocedure tot stand waren gekomen. Ook kwamen adviezen voorbij over het uitsluiten van deze gasleverancier bij toekomstige aanbestedingsprocedures.
De casus bleef – mede door de afschuwelijke beelden op televisie en internet – malen. Als het evident is dat de betreffende gasleverancier direct of indirect (via Nederlandse rechtspersonen) een oorlog subsidieert, dan moet daarmee per direct gestopt worden. Welke rechtsvorm, contractvorm of aanbestedingsvorm er ook aan gekoppeld is. Welke lokale bestuurder (gemeente, waterschap of provincie) durft per direct te stoppen met deze gasleverancier?
In het geopolitieke krachtenveld geldt het adagium “quod licet Iovi non licet bovi” en het recht van de sterkste . Het aanbestedingsrecht daarentegen heeft onder meer als doel dat iedereen gelijke kansen krijgt en gelijk behandeld wordt. Dus waarom het (Europese) aanbestedingsrecht gebruiken ten faveure van een entiteit die deze rechten niet eerbiedigt. Zelfs naar internationale maatstaven is de inval discutabel, al moet eerlijkheidshalve wel gewezen worden op een stemming van de Algemene Vergadering van de VN waarin door een aanzienlijk deel van de landen niet tegen de inval is gestemd.
Door het opzeggen van het contract met deze gasleverancier, zou er mogelijk een boete betaald moeten worden. De vraag is of de betreffende publieke organisatie dat ook moet doen. Want waarom een financier van misdaden tegen de menselijkheid compenseren voor gederfde inkomsten? Sterker nog, hoewel het appels en peren zijn, er zijn nog andere groepen in Nederland die gecompenseerd moeten worden voor gederfde inkomsten of schade die hen is toegebracht. Denk aan de ouders van de toeslagenaffaire en de Groningers met hun beschadigde huizen. De betreffende gasleverancier mag dus achter in de rij aansluiten.
Mocht het tot een gerechtelijke procedure komen, dan heeft het rechtssysteem van Nederland voldoende ervaring met talmen en treuzelen, werkgroepen en adviescolleges, Kamercommissies en parlementaire enquêtes om het betalen van deze boete op de lange termijn te schuiven. En als na de allerlaatste rechterlijke uitspraak blijkt dat de boete (met rente) toch betaald moet worden, dan toch gewoon niet doen. Omdat sommige regels niet voor iedereen gelden.
In oorlogstijd is het aanbestedingsrecht (of de overeenkomsten die hieruit volgen) niet altijd bruikbaar omdat naar snelle (geo)politieke oplossingen gezocht moeten worden. En hierbij dient niet het (aanbestedings)recht, maar de moraal leidend te zijn.
En als het achteraf bezien toch allemaal erg oneerlijk was voor de betreffende gasleverancier, dan biedt Koningin Amalia (of een van haar kinderen) in 2095 alsnog namens Nederland haar excuses aan. Want zelfs als Nederland aan de verkeerde kant van de geschiedenis heeft gestaan, duurt het erg lang voordat hiervoor officieel excuses wordt aangeboden. De betreffende gasleverancier kan aan Indonesië vragen hoelang hij hierop moet wachten.
Tolken die werken voor de Rijksoverheid krijgen een hogere vergoeding. In plaats van 43,98 euro per uur is hun tarief naar 55 euro per uur verhoogd door minister Yeşilgöz-Zegerius van Jusitie en Veiligheid. De verhoging komt tijdens een grootscheepse stelselherziening in de aanbesteding van tolkdiensten.
Onderhandelingen
Tolken hebben met het aangepaste tarief in de nieuwe systematiek een steviger basis voor onderhandelingen over de betaling van hun diensten. Zij worden door de overheid regelmatig ingezet bij bijvoorbeeld rechtszaken, verhoren van verdachten door de politie en bij (asiel)procedures voor de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND).
Europese richtlijnen
In het verleden werden door rijksoverheidsorganisaties vaak tolken ingezet die niet ingeschreven stonden in het Register beëdigde tolken en vertalers. Zo’n registratie is vereist om een goede kwaliteit te kunnen garanderen. Tolkdiensten worden volgens Europese richtlijnen aanbesteed. Het Rijk besteedt tolkdienstverlening vaak uit aan intermediairs. In de zomer van 2020 was er al een eerste stelselherziening. Er werd toen een minimumtarief voor de inhuur van externe tolken afgesproken. Het is de bedoeling dat de vergoedingen zich nu verder naar boven ontwikkelen.
Monitoring
Het is de bedoeling dat de verhoging van het minimumtarief per 1 januari 2023 gaat gelden. De inzet van gekwalificeerde tolken wordt ondertussen verder gemonitord. In deze monitoring brengt de minister meer transparantie aan, om onder andere meer inzicht op de ontwikkeling van vergoedingen te bieden.
Minister Hugo de Jonge kan aanblijven als minister van Volkshuisvesting. Hij overleefde een motie van wantrouwen van de PvdA over de mondkapjesdeal met Sywert van Lienden. Het onderzoek van Deloitte hiernaar moet voor de zomer zijn afgerond.
Motie van wantrouwen
De Jonge zou volgens indieners van de motie van wantrouwen niet eerlijk zijn geweest over zijn betrokkenheid bij de mondkapjesdeal. De motie van wantrouwen werd door een meerderheid van de kamer ondersteund. De Jonge bood zijn excuses aan voor het feit dat hij de Kamer onvolledig informeerde. De coalitie nam hier genoegen mee en geeft De Jonge voorlopig het voordeel van de twijfel.
Mondkapjesdeal
Uit onderzoek bleek dat De Jonge zich meer met de deal had bemoeid dan hij steeds aangaf. Daarvoor bood hij zijn excuses aan. Hij wil nu het vertrouwen herstellen. Er volgt na het onderzoek van Deloitte ook nog een parlementaire enquête over de gang van zaken. De kwestie draait om een deal met Sywert van Lienden die voor 100 miljoen euro persoonlijke beschermingsmiddelen zou leveren. Hij verklaarde dat destijds zonder winstoogmerk te doen, maar bleek later miljoenen te hebben verdiend aan de deal.
Stel. Je bent inschrijver, en de gemeente heeft een aanbesteding uitgeschreven met Personeel als belangrijk gunningscriterium. Hier wordt gevraagd om een cv aan te leveren van de relatiebeheerder, waar je afhankelijk van de ervaring en kwaliteiten een onvoldoende, voldoende, goed of uitstekend scoort. Ga je dan eerlijk zijn, en die nieuwe en onervaren medewerker voorstellen die je wilt gaan inzetten? Of draag je die vertrekkende topmedewerker aan, waarvan je weet dat ze weg is voordat het contract ingaat?
Er is een soort ongeschreven regel onder inschrijvers dat dit moet kunnen. Opdrachtgevers kunnen namelijk niet eisen dat een medewerker die je voorstelt na gunning ook bij je aan het werk is. Mensen gijzelen is nog altijd strafbaar in dit land.
Een leugentje om bestwil, omdat je personeel toch niet in de hand hebt. Maar wat is het verschil met andere factoren? We kunnen nou moeilijk zeggen dat we die wel in de hand hebben. Eén verkeerde vleermuis en de wereld ligt twee jaar op z’n gat, één tiran met territoriumdrift en we zitten zonder graan, gas en olie.
Hoe ver ga je in je beloftes? In de praktijk kun je met een hoop wegkomen. Want prijzen, producten en planningen zijn afhankelijk van heel veel factoren. En laten we eerlijk zijn; contractmanagement is nu niet bepaald het sterkste punt van aanbestedende diensten. Zoveel gesteggel over punten en komma’s in de leidraad, zo weinig controle is er zodra de opdracht eenmaal loopt.
Sommige inschrijvers weten dat in hun voordeel te gebruiken. Schrijven bijvoorbeeld in met een laag uurtarief, en boeken gewoon structureel wat extra uren zodra de opdracht loopt. Of benoemen in hun inschrijving de ambitie om hun wagenpark te verduurzamen omdat ze toch weten dat de aanbestedende dienst daar nooit meer op terugkomt. Inschrijvers pakken de ruimte die ze geboden wordt. Doe je dat niet, gaat de opdracht naar de concurrent.
Nieuwkomers in de aanbestedingswereld zijn huiverig om beloftes op te schrijven die ze misschien niet waar kunnen maken. Ambities worden zorgvuldig geformuleerd, in de overtuiging dat een inschrijving wordt ingelijst bij de opdrachtgever op kantoor. Maar de inschrijvers die al langer meelopen weten precies waar ze wel en niet mee wegkomen. Je zou denken dat een inschrijving – toch een soort script van de toekomstige samenwerking – er tijdens de opdracht regelmatig bij wordt gehaald om te kijken of iedereen z’n rol nog scherp heeft. Maar die inschrijving belandt onderin de la zodra de gunning definitief is. Het resultaat is dat leugenaars worden beloond en eerlijkheid wordt bestraft. Nice guys finish last.
Dus terwijl de inkoper de strengste eisen hanteert in lettertypes, marges en regelafstand, kraait de contractmanager nergens meer naar zodra je eenmaal binnen bent. Volgens mij is dat een belangrijke reden dat veel ondernemers de aanbestedingsprocedure als een wassen neus zien. Natuurlijk, je hebt niet alles in de hand, maar er zijn echt wel beloftes waar je zelf in kunt sturen en aan gehouden mag worden. Zonder druk van de opdrachtgever gaat dat niet gebeuren. Misschien hebben we geen behoefte aan steeds strengere poortwachters, maar mag het fort zelf af en toe gewoon wat beter bewaakt worden.
Bij de aanbesteding van de huidige douanescanners is geen quick scan nationale veiligheid toegepast. Dat antwoordt minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid op kamervragen van het CDA over de huidige Nuctech-scanners die op Schiphol en in de Rotterdamse haven worden gebruikt. Deze Chinese scanners zijn aanbesteed vóór 2021, toen de douane deze scan is gaan toepassen bij alle aanbestedingen.
Quick scan
Er is overheidsbeleid opgesteld dat voorschrijft dat nationale en veiligheidsoverwegingen worden meegewogen bij de inkoop en aanbesteding van producten en diensten. Ter ondersteuning hiervan werd de quick scan nationale veiligheid ontwikkeld. Deze scan moet organisaties bij de inkoop en aanbesteding van diensten en producten ondersteunen om een risicoanalyse te maken. Eventuele maatregelen kunnen aan de hand van de resultaten van de scan worden genomen.
Nuctech-aanbesteding
De bewuste quick scan bestond nog niet toen de Nuctech-aanbesteding liep. Het kabinet kan niet garanderen dat de Chinese overheid geen enkele toegang heeft tot de scanners of data van de bewuste apparaten. Er loopt op dit moment een onderzoek om te identificeren welke onderdelen van de scan- en detectie-infrastructuur kwetsbaar zijn voor aanvallen door statelijke actoren.
Bron: Security.nl
Wat heeft een onderzoek naar het Nederlandse loterijenstelsel te maken met aanbesteden? Meer dan je denkt. Overheden verstrekken schaarse rechten aan kansspelaanbieders door ze vergunningen te verlenen. De uitgangspunten en omstandigheden die daarbij komen kijken, lijken sterk op die van het aanbesteden.
Het Utrecht University Center for Public Procurement (UUCePP) deed in opdracht van het ministerie van Justitie & Veiligheid onderzoek naar het Nederlandse loterijenstelsel. Specifiek keek de onderzoeksgroep naar de conformiteit van beoogde hervormingen in het Nederlandse loterijenstelsel met het Europees recht. Daarbij ging het om de ruimte die de Nederlandse overheid heeft om nationaal beleid te voeren – zoals o.a. het goededoelenbeleid – en regulering aan te nemen zonder in strijd met het Europees recht te handelen.
Aanbestedingscafe.nl sprak prof. dr. Elisabetta Manunza, hoogleraar Europees en Internationaal aanbestedingsrecht over het onderzoek. Daarin zijn meerdere interessante links met aanbesteden te vinden.
Prof. mr. Elisabetta Manunza, prof. mr. Sybe de Vries, mr. dr. Willem Janssen en mr. Anouk van der Veer namen drie scenario’s onder de loep. Het huidige Nederlandse loterijenstelsel is een duaal stelsel, waarin ruimte is voor staatsloterijen – die een monopolie hebben – en andere loterijen, die alleen kunnen opereren via een vergunning (onder het meervergunningenstelsel). Aanbieders die de markt op gaan onder het meervergunningenstelsel moeten hun opbrengst deels afstaan aan een goed doel. De BankGiroLoterij en Vriendenloterij zijn hier voorbeelden van.
Uit het onderzoek van UUCePP blijkt dat het huidige duale stelsel juridisch toelaatbaar is. Wel zijn vereisten of verboden onrechtmatig wanneer deze gericht zijn op het verwezenlijken van economische doelstellingen of wanneer ze niet proportioneel zijn. Vanzelfsprekend mogen buitenlandse aanbieders niet worden uitgesloten. Dat is in strijd met de geldende Europese eisen. Het poolingverbod (het verbod op het vermengen van Nederlandse en buitenlandse loterijen) mag volgens de onderzoekers worden gerechtvaardigd. Pas als duidelijk aangetoond kan worden dat (verdere) doelstellingen van niet-economische aard, zoals consumentenbescherming, worden nagestreefd, zou het poolingverbod gerechtvaardigd kunnen worden. De Nederlandse overheid mag het poolingverbod dus niet inzetten om de eigen staatskas te spekken met eigen loterijen die onder het monopoliestelsel vallen.
Mede naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek constateerde voormalig minister van Rechtsbescherming Dekker al dat er geen noodzaak is tot herziening van het Nederlandse loterijenstelsel.
Prof. mr. Elisabetta Manunza legt uit dat het van groot belang is dat de Nederlandse wet- en regelgeving aansluit op de Europese. Anders kunnen kansspelaanbieders zich tot de rechter wenden en een gerechtelijke procedure starten. Ze vindt coherentie als rechtsbeginsel in het algemeen, belangrijk. “Beslissingen van de overheid en geldende regelgeving moeten coherent zijn, ook met regelgeving waar deze onderdeel van is en andere relevante onderdelen van het recht en het rechtssysteem.” Manunza deed in 2016 ook al onderzoek naar de houdbaarheid van monopolies binnen het Nederlandse loterijenstelsel in opdracht van de Raad van Bestuur van de Kansspelautoriteit. Uit het huidige onderzoek blijkt dat de nationale wet- en regelgeving rondom kansspelen in de loop der jaren is verbeterd. Het stelsel is volgens haar steeds beter in lijn gebracht met het Europees recht.
Er is nog een reden dat Manunza verheugd is over het onderzoek. “Hieruit blijkt opnieuw dat het aanbestedingsrecht andere belangrijke rechtsterreinen de laatste twintig jaar in grote mate heeft beïnvloed.”, vertelt ze. Het Europees aanbestedingsrecht, een relatief nieuw rechtsgebied, wordt volgens Manunza gekenmerkt door een sterke dynamiek. “Die heeft in de laatste vijftig jaar voor een flinke uitbreiding van dit rechtsgebied gezorgd. Steeds meer verschillende vormen waarmee de overheid de markt benadert, zijn gaandeweg aan competitieve toedelings- en verdelingssystemen onderworpen. Niet alleen dankzij regulering, zoals in geval van de overheidsáánkopen maar dankzij rechtsprocedures van marktpartijen nu ook schaarse vergunningen, zoals in het geval van kansspelen, verkoop van grond en gebouwen”, legt ze uit.
Manunza vertelt dat er in Nederland geen regulering bestaat die specifiek over de verkoop van onroerende zaken van de overheid gaat. In dat opzicht verschilt Nederland van andere lidstaten. Bij de kansspelen is dat anders. Hier is het EU-Verdrag wel van toepassing. Er bestaat echter geen secundaire regulering in de vorm van richtlijnen of verordeningen omdat de EU op het terrein van de kansspelen geen wetgevende bevoegdheden heeft. “Op het verkopen van eigendomsrechten is het EU Werkingsverdrag neutraal, door een bepaling die bepaalt dat het verdrag het eigendomsrecht in de lidstaten onverlet laat. Door de afwezigheid van die regels is de rechtspositie van particulieren niet sterk.”
Manunza pleitte in diverse publicaties voor regelgeving rondom deze materie en was daarom verheugd dat de Hoge Raad onlangs oordeelde dat gemeenten gelijke kansen moeten bieden bij de verkoop van grond. De Hoge Raad baseert zijn beslissing niet op het verdrag of andere regulering maar op een van de oudste rechtsbeginselen: het gelijkheidsbeginsel.
Dat we wel regels hebben over het verwerven van eigendom, maar geen regels over het vervreemden daarvan, is niet coherent.
Elisabetta Manunza, hoogleraar Europees en Internationaal aanbestedingsrecht
“De vraag of je de schaarse rechten zoals bij kansspelen, of bij de verkoop van grond en gebouwen, moet verdelen in competitie – bijvoorbeeld met aanbestedingsprocedures – speelt al lang bij de rechter in Nederland”, vertelt Manunza. Waar bij overheidsopdrachten verregaande nationale en Europese wetgeving bestaat, is dat bij het verkopen of bezwaren van schaarse rechten niet in gelijke zin het geval. Europa laat de regulering van kansspelen bij de lidstaten en neemt een neutrale houding in bij de vervreemding van overheidseigendom. Wat dat laatste betreft, geldt dat de EU ‘indirect’ wel competitieve verkoop stimuleert. Als je namelijk niet tegen marktwaarde verkoopt, bestaat het vermoeden dat er staatsteun is verstrekt. Maar wat als er wel tegen marktwaarde wordt verkocht, maar niet via een competitieve procedure? Dan maken andere belangstellende burgers geen kans op het verkrijgen van dat onroerend goed. Volgens Manunza is dit niet alleen incoherent maar levert een ongelijke behandeling – vanuit dat perspectief – en dus onrechtmatigheid op. De uitspraak van de Hoge Raad is volgens haar een goede stap in de invulling van deze leemte. De wetgever is nu aan zet.
Meer vragen die bij het onderzoek naar het Nederlandse loterijenstelsel rezen, zijn direct te relateren aan de aanbestedingspraktijk. Zo zijn kansspelaanbieders die opereren onder het meervergunningenstelsel het lang niet altijd eens over de verplichte hoogte van de afdracht aan goede doelen. Manunza vergelijkt die afdracht met social return bij aanbestedingen. “Het gaat bij beide om het vrij verkeer van diensten en de vraag of beperkingen door de overheid wel of niet gerechtvaardigd kunnen worden”, legt ze uit.
Ook bij de kansspelen die vallen onder de monopolies, spelen aan aanbestedingsrecht gerelateerde zaken. Daarover is de afgelopen jaren al veel geprocedeerd. Manunza en haar collega’s toetsten het monopoliestelsel onder meer aan de toezichteisen die door het Hof van Justitie van de EU in inbestedingszaken zijn geformuleerd. “In het Europees recht geldt het coherentiebeginsel. Als het Hof van Justitie bij inbestedingszaken specifieke eisen aan het toezicht stelt, en een monopolie kenmerken vertoont van een inbestedingsconstructie, gelden die twee als ‘vergelijkbare’ terreinen. Dan dient er ook non-contradictie en coherentie te bestaan tussen de toezichtregels die in beide sectoren gelden.”, vertelt Manunza. “Als aan die eisen is voldaan, is één op één gunnen mogelijk. Ook daarbij is het dus belangrijk dat het nationaal recht en het Europees recht – dat voorrang heeft – coherent zijn.”
Bij het onderzoek naar het Nederlandse loterijenstelsel ging het om de toets van nationaal recht aan het Europees recht. Manunza beklemtoont dat het aanbestedingsrecht in Nederland nog steeds door een nationaalrechtelijke bril wordt bekeken. En daar zitten risico’s – en dus nadelen – aan. “Als je dat doet, zie je niet alle mogelijkheden die er zijn. Veel kwesties hebben een Europees component, en dienen vanuit een Europeesrechtelijk perspectief te worden bestudeerd. Anders kom je tot de verkeerde conclusie. En als je het systeem van Europees recht in zijn geheel beheerst, kun je veel beter zien waarom zaken zo zijn of hoe je zaken kunt oplossen. Heel vaak laten we in Nederland oplossingen liggen omdat we dat systeem niet goed beheersen. Sommige zaken mogen en moeten soms zelfs in het nationaal recht worden ingevuld, en dat wordt onvoldoende gedaan.” Het is dus zaak dat juristen hun blik verbreden en over de landsgrenzen heen kijken, aldus Manunza.
Vaak laten we oplossingen liggen omdat we het Europese systeem niet goed kennen.
Elisabetta Manunza, hoogleraar Europees en Internationaal aanbestedingsrecht
De gunning is essentieel om vast te stellen of het éne bod beter is dan het ander.
Elisabetta Manunza, hoogleraar Europees en Internationaal aanbestedingsrecht
“Vaak horen we zeggen dat aanbesteden ingewikkeld is. Dat komt omdat men niet eenvoudig kan uitleggen wat een aanbesteding is. Maar de essentie van aanbesteden is dat er aan een ieder gelijke kansen worden gegeven. Zo kun je laten zien dat je in die procedure de beste bent, zodat je een kans hebt om mooie dingen voor onze samenleving te doen. Het is een kwestie van rechtvaardigheid.”
Bouwbedrijven BAM en VolkerWessels krijgen samen bijna 60 miljoen euro van het Rijk. De bouwers van ’s werelds grootste zeesluis gaven tientallen miljoenen euro’s meer uit dan begroot.
Deze opgelopen kosten zijn naar hun mening ook deels voor rekening van het Rijk als opdrachtgever. Een onafhankelijke geschillencommissie geeft hen gelijk in hun eis voor een vergoeding. Dat schrijft minister Mark Harbers van Infrastrucuur en Waterstaat aan de Tweede Kamer.
Rijkswaterstaat wijzigde contracten met de bouwbedrijven en moet daar nu 10,4 miljoen euro voor betalen. Ook is er 49,5 miljoen euro toegekend vanwege kosten die de bouwers moesten maken door allerlei vertragingen in het project. De totale kosten van Zeesluis IJmuiden vielen 112 miljoen hoger uit dan begroot. In een eerder stadium tekende het Rijk al voor tientallen miljoenen euro’s extra.
De bouw van de enorme zeesluis maakt het mogelijk dat grotere schepen de haven van Amsterdam kunnen bereiken. Vanaf het begin waren er tegenvallers in de bouw. Er lagen bijvoorbeeld meer kabels, leidingen en oude sluisdelen dan voorzien. Ook ondervonden de bouwers problemen met de constructie waarin de sluisdeuren moesten komen.
Bron: nu.nl
Of beluister de podcast op je favoriete podcastplatform:
Onderwerp 1: Rank reversal bij relatieve methodes
In de vorige podcast bespraken we een onderzoek naar relatieve scoremethodes. Onderzoekers bekeken een groot aantal Nederlandse aanbestedingen en ontdekten dat er bij 1 op de 5 aanbestedingen rank reversal ontstaat. Zodra de onderzoekers een fictieve, niet-winnende inschrijving toevoegden, veranderde de volgorde in de uitslag.
Fredo Schotanus, één van de onderzoekers, is te gast in deze podcast. Hij vertelt uitgebreid over het onderzoek, waarna we met onze gasten ook in gaan op de praktijk.
Onderwerp 2: Contracten in de bouw
Onlangs opende Koning Willem-Alexander de nieuwe zeesluis in IJmuiden. Een combinatie van BAM en VolkerWessels haalde dankzij een veel lagere prijs dan de concurrenten de opdracht binnen. Deze lagere prijs zou gerechtvaardigd zijn, dankzij ‘inventieve methodes’. Maar bij de realisatie viel dat toch tegen en trok Rijkswaterstaat de portemonnee. Is Rijkswaterstaat naïef geweest? En zijn aannemers de dupe van slechte contractering, of zit het probleem ergens anders?
https://www.nrc.nl/nieuws/2022/01/25/ook-na-opening-blijft-de-nieuwe-zeesluis-ijmuiden-een-splijtzwam-a4083206
https://www.aanbestedingscafe.nl/contracten-een-kind-kan-de-was-doen/
Onderwerp 3: Tenderman
Het oog van Tenderman viel op een essay van Arno Visser, President van de Algemene Rekenkamer. Die schreef in weekblad Elsevier over het versnipperde IT-landschap van de GGD’en. Een goed gedigitaliseerde overheid begint bij het creëren van standaarden en het naleven daarvan. En laat aanbesteden daar nou net hét middel voor zijn!
Onderwerp 4: Nieuw inkoopbeleid en vergeten aan te besteden
In Limburg heeft gedeputeerde Ad Roest een voorstel ingediend die zou moeten leiden tot meer marktwerking. Als het aan de provincie ligt, stapt de provincie over op meervoudig onderhandse aanbestedingen bij opdrachten met een waarde van 20.000 tot 50.000 euro. De Provinciale Staten zien echter niets in het voorstel, omdat er dan voor de ca. 200 aanbestedingen per jaar extra personeel nodig is. Wie heeft gelijk?
En deze week werd bekend dat het ministerie van Binnenlandse Zaken 9 ton uitgaf aan een videoplatform dat nooit in gebruik genomen is. Door tijdsdruk was het project niet aanbesteed. In Amsterdam ontstond ophef over het inhuren van een directeur voor een lustrumcommissie, die een goede bekende van de burgemeester bleek. Burgemeester Halsema noemde het een bedrijfsongelukje. Met de twee ton die de gemeente al heeft uitgegeven, zit Amsterdam net aan de goede kant van de streep.
https://www.aanbestedingscafe.nl/limburgse-politiek-ziet-aangepast-inkoopbeleid-niet-zitten/
https://www.aanbestedingscafe.nl/videobelplatform-overheid-van-886-000-euro-niet-aanbesteed-nooit-gebruikt/
Gasten: Richard Lennartz (UBR|HIS), Steven Oosterling (4Building) en Fredo Schotanus (UU, Significant Synergy).
Reageren op de podcast? Mail naar [email protected].
Het ministerie van Binnenlandse Zaken liet een videobelplatform voor eigen gebruik ontwikkelen en betaalde daar 886.000 euro voor, maar besteedde het project vanwege tijdsdruk niet aan. De opdracht werd bovendien onderhands gegund, aan de stichting van een interne ambtenaar. Het platform is nooit in gebruik genomen. Dat blijkt uit onderzoek van de Volkskrant.
Kort nadat de coronapandemie uitbrak kreeg de stichting New Trust Foundation (NTF) de opdracht een eigen videobelplatform voor het ministerie te ontwikkelen. Bestaande opties werden als te onveilig beschouwd. Omwille van tijdsdruk werd niet gekozen voor een aanbesteding. De stichting werd beheerd door een ambtenaar van de Uitvoeringsdienst Bedrijfsvoering Rijk (UBR) van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Om controle te houden over het project zette het ministerie twee andere ambtenaren in het bestuur van de stichting, waaronder specialist digitale zaken Arthur van Wees. Het bedrijf van Van Wees werd daarop voor 68.400 euro ingehuurd om het project te ondersteunen. In totaal ontving de stichting 886.000 euro aan voorschotten. De stichting huurde X-Systems in voor het ontwikkelen van het platform. Van de bijna 900 duizend euro kwam 440.000 euro bij dat bedrijf terecht, opnieuw zonder aanbesteding.
‘Ongelukkig‘
Uiteindelijk werd het platform niet in gebruik genomen omdat er sprake was van een lange ontwikkeltijd en onvoldoende gebruiksgemak, aldus een woordvoerder van het ministerie. Het ministerie heeft de banden met de stichting inmiddels verbroken. Een woordvoerder van het ministerie geeft toe dat de aanpak onjuist was. “Het is ongelukkig dat de stichting een overeenkomst is aangegaan met het bedrijf van een van haar eigen bestuursleden, ondanks dat dit enkel heeft geleid tot een prototype. De inhuur van deze ondernemer had aanbesteed moeten worden.”
Bron: de Volkskrant
De opdracht voor het verwerken van Nederlandse coronatests gaat toch niet naar het Belgische Synlab. Het bedrijf diende aanbestedingsdocumenten niet op tijd in. Het Utrechtse Unilabs mag nu een groot deel van de door de GGD afgenomen coronatests gaan analyseren.
Begin november werd bekend dat Synlab de aanbesteding voor het analyseren van 60% van alle Nederlandse coronatests in de wacht had gesleept. De uitslag kwam mede tot stand door een loting. Na ophef stelde het ministerie van VWS de gunning uit. Alleen het Nederlandse LabMicta mocht ook een deel van het landelijke perceel op zich nemen. Diverse andere Nederlandse laboratoria, waaronder Eurofins en Unilabs, grepen naast de miljoenenklus. De opdrachten voor het analyseren van GGD-tests behelst in totaal een waarde van 2 miljard euro.
De gunning aan Synlab gaat nu niet door omdat het bedrijf een aantal documenten niet op tijd heeft ingeleverd. Unilabs, een hoogvolumelaboratorium in Utrecht, mag de klus nu gaan uitvoeren. Dat laboratorium is blij dat het de tests mag gaan analyseren, maar waarschuwt ook voor een te lage inschatting van het aantal testen. “Wij denken nog steeds dat deze aanbesteding leidt tot een te versnipperd testlandschap en dat de begrote aantallen tests veel te laag zijn in een pandemie”, zegt een woordvoerder van Unilabs.
Eurofins en diverse andere laboratoria, waaronder ook Synlab, hebben een rechtszaak aangespannen tegen de recente intrekking en nieuwe gunning. Die zaak komt in de week van 20 december aan de orde. Vanwege deze en eerdere rechtszaken gaat de aanbesteding pas vanaf februari 2022 lopen, in plaats van de beoogde startdatum van afgelopen september.
Bron: de Volkskrant
De Nederlandse overheid verkoopt mondkapjes die over de datum dreigen te gaan aan buitenlandse investeerders. Opkopers betalen mogelijk 25 tot 50 keer zo weinig voor de mondkapjes dan de overheid zelf, bij de initiële aankoop. De investeerders brengen de mondkapjes vervolgens opnieuw op de Nederlandse markt. Dat blijkt uit onderzoek van Nieuwsuur.
300 miljoen van de 700 miljoen mondkapjes die de overheid als noodvoorraad aanhoudt, dreigen volgend jaar over de datum te raken. Daarom wil men er snel van af. Diverse Nederlandse mondmaskerfabrikanten bevestigen tegenover Nieuwsuur dat hun mondkapjes aan buitenlandse opkopers worden verkocht. Volgens fabrikant De Mondkapjesfabriek, kocht de overheid mondkapjes in voor een prijs tussen de 15 en 30 euro per doos van vijftig stuks. Buitenlandse opkopers zeggen dat zij deze dozen voor 64 cent van de Nederlandse overheid hebben overgekocht. Het ministerie van VWS wil dit niet bevestigen en stelt dat de mondkapjes voor een marktconforme prijs worden verkocht.
Nederlandse fabrikanten pleiten ervoor de mondmaskers gratis te verstrekken aan Nederlandse ziekenhuizen. Die moeten hun mondkapjes nu bij dezelfde fabrikanten bestellen. Ziekenhuizen mogen nu alleen een beroep doen op de noodvoorraad mondkapjes als reguliere leveranciers niet langer kunnen leveren. Het ministerie van VWS is daar echter op tegen omdat dit de marktpositie van Nederlandse fabrikanten negatief zou beïnvloeden. Ook wil het ministerie niets kwijt over de verkoopprijzen van de mondkapjes, omdat dat negatief zou kunnen uitpakken voor het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH).
Mondkapjesleveranciers wijzen erop dat mondkapjes die over de datum zijn, eenvoudig hersteld kunnen worden. De middelste laag van het mondkapje kan opnieuw statisch geladen worden met een ioniseerstaaf. Het ministerie van VWS erkent dat dit mogelijk is, maar stelt ook dat het opladen een negatief effect kan hebben op de kwaliteit. De elastieken van het masker kunnen erdoor verslappen.
Bron: NOS.nl
Als er niet snel besluiten worden genomen over het Zuidasdok, loopt het project vast. Daarvoor waarschuwt projectbureau Zuidasdok. Bovendien moet het kabinet niet 700 miljoen euro, maar 1,2 miljard euro extra beschikbaar stellen voor het project.
Het projectbureau Zuidasdok trekt aan de bel in een nieuwe voortgangsrapportage over het Zuidasdok. Het project moet een ondertunnelde A10 en een uitgebreid station Amsterdam Zuid opleveren. Vorig jaar werd het infraproject, na advies van de commissie Dekker, opgedeeld in zeven percelen. Diezelfde commissie schatte in dat er 700 miljoen euro extra nodig was om het project te voltooien. Nu gaat het om 1,2 miljard euro.
De lange formatie zit het Zuidasdok in de weg. Voormalig minister van Infrastructuur, Cora van Nieuwenhuizen, liet het aan het nieuwe kabinet om een besluit te nemen over het Zuidasdok. Nu dat nieuwe kabinet nog niet gevormd is, komt het project volgens het projectbureau Zuidasdok in gevaar. “Er heeft in de afgelopen periode geen voortgang in de besluitvorming over de toekenning van het gevraagde aanvullende budget plaatsgevonden. Er is ook nog geen zicht op wanneer besluitvorming zal plaatsvinden”, valt te lezen in de voortgangsrapportage. Als er voor maart 2022 geen besluit is genomen over de planning en het budget, loopt het project helemaal vast, waarschuwt het projectbureau.
Ook de coronapandemie gooit roet in het eten. Het is nog maar de vraag of het Zuidasdok in 2036, volgens de laatste planning, af is. Dat komt door het vele thuiswerken sinds het begin van de coronacrisis. Door hogere onvoorziene kosten en stijgende materiaalprijzen moet het totale budget van 3,245 miljard euro bovendien met 145 miljoen verhoogd worden.
Bron: Cobouw.nl
Uit onderzoek van MVO Platform, een samenwerkingsverband van vakbonden en NGO’s dat zich inzet voor eerlijke handel, blijkt dat de overheid lang niet altijd voor duurzame en eerlijke leveranciers kiest. In de steekproef van twintig aanbestedingen scoorden slechts twee aanbestedingen op niveau.
MVO Platform selecteerde twintig aanbestedingen uit de periode 2018-2021 en koos voor sectoren waarbij het risico op misstanden, mensenrechtenschendingen en milieuschade hoog is. Bij vier aanbestedingen besteedden inkopers helemaal geen aandacht aan eerlijke arbeidsomstandigheden. Dat gold bijvoorbeeld voor de Politie, die bij de inkoop van broeken voor een leverancier koos die recent uit het kledingconvenant was gezet. De Internationale Sociale Voorwaarden (ISV) werden in deze aanbestedingen niet toegepast. Met de ISV kan een aanbestedende dienst voorwaarden of eisen stellen aan de leverancier op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen in waardeketens.
In veertien aanbestedingen was er beperkte aandacht voor omstandigheden in de productieketens. De aanbesteding van opslagapparatuur voor een datacenter door de Belastingdienst en de inkoop van koffie door Rijkswaterstaat scoorden wel goed. Zo vroeg Rijkswaterstaat leveranciers een plan voor ketenverduurzaming te presenteren. Ook spraken inkopers af dat koffieboeren een minimumprijs voor hun product zouden ontvangen.
Het onderzoek, met de titel ‘Goed voorbeeld doet volgen?’, wijst op het gebrekkig naleven van overheidsregels voor eerlijke inkoop. Voor sommige sectoren zijn die regels er überhaupt niet. “De huidige verplichting om voorwaarden te stellen voor verantwoorde ketens blijkt in de praktijk slechts van toepassing op een zeer klein deel van de aanbestedingen”, schrijven de onderzoekers.
Daarnaast kijkt de overheid nog te veel naar de beloften die bedrijven op papier doen, en te weinig naar reeds geleverde prestaties. Volgens de onderzoekers is er onvoldoende kennis bij de Rijksoverheid om ISV-beleid in de praktijk te brengen. De ISV zouden verplicht moeten worden toegepast bij alle aanbestedingen in hoogrisicosectoren. Daarnaast zou de Rijksoverheid jaarlijks moeten rapporteren over de toepassing en uitvoering.
Bron: MVO-platform.nl
Met drie gasten bespraken we twee actuele onderwerpen in aanbestedingsland. Allereerst, de beslissing van het ministerie van VWS om de gunning van het analyseren van coronatesten twee maanden op te schorten. Daarnaast speelt op het wereldtoneel de klimaattop in Glasgow een belangrijke rol op dit moment. Moet duurzaam aanbesteden verplicht worden?
Presentatie: Sander van den Broek
Nieuws dat voorbij komt in deze aflevering:
De gasten in deze aflevering:
Daarnaast in de podcast een nieuwe column van Tenderman. Vraag of een opmerking? Mail naar [email protected].
Even op pad naar een ander kantoor voor een werkafspraak. Voorheen pakten medewerkers van de Belastingdienst dan het openbaar vervoer, dienstauto of leenfiets. Dat gaat veranderen, als het contract is getekend met een partij die 346 elektrische leasefietsen levert voor medewerkers van de Belastingdienst, het Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat. Senior inkoper bij het Inkoopuitvoeringscentrum (IUC) van de Belastingdienst Daphne Biervliet regelt het.
‘Eerst wilden we gewone fietsen aanbesteden voor onze medewerkers’, zegt Daphne. “Gaandeweg is dat plan veranderd. We willen fietsen aantrekkelijker maken dan de dienstauto of het OV. Vooral om de gezondheid en beweging van medewerkers te stimuleren. Ook als je krap in je tijd zit, kun je met een elektrische fiets snel van het ene naar het andere kantoor voor een afspraak. Bovendien is de elektrische fiets goedkoper dan de dienstauto of met het OV.” De verwachting is dat een op de dertig medewerkers gebruikmaakt van een elektrische leasefiets. Daphne: “Onze visie is dat de fiets alleen maar een populairder vervoersmiddel gaat worden. Door corona gaan mensen toch niet zo graag meer het openbaar vervoer in.”
Daphne: “Momenteel staan er bij elk pand leenfietsen en dienstauto’s. Die zijn in ons bezit. Nadeel is dat de fietsen van verschillende merken zijn en het onderhoud is belegd bij verschillende partijen. Inkooptechnisch is dat best onhandig.” Het voordeel van leasen is volgens Daphne dat één partij straks niet alleen fietsen levert, maar ook onderhoud, reparatie en pechhulp langs het fietspad. ‘Straks is één partij voor drie jaar lang verantwoordelijk voor kwalitatief hoogwaardige elektrische fietsen die op elk moment te gebruiken zijn.”
Belangrijke voorwaarde voor deze aanbesteding was: zo duurzaam mogelijk. Daphne: “Het liefst kopen we 100% circulaire elektrische fietsen in. Maar je hebt een markt nodig die aan die wens kan voldoen. Daarom heb ik eerst een marktconsultatie gehouden. Er zijn circulaire varianten te krijgen, maar die zijn heel duur en van slechtere kwaliteit. Op twee marktpartijen na maken alle leveranciers hun elektrische fietsen van nieuwe materialen. Enorm jammer, want normale fietsen kunnen tegenwoordig wel 100% circulair én kwalitatief worden geproduceerd.”
De markt voor elektrische fietsen kan niet achterblijven als het aankomt op circulariteit.
Daphne Biervliet, Senior Inkoper IUC Belastingdienst
De markt voor elektrische fietsen is dus nog niet rijp voor 100% circulair. Daphne: “Dan heeft het ook geen zin om die eis te stellen. En dus hebben we onze eis omgezet in een wens: we vragen marktpartijen wat ze dan wél kunnen doen op circulair gebied. Bijvoorbeeld fietsaccessoires leveren van gerecyclede materialen. Of alle onderdelen van de fiets na de levensduur hergebruiken. De aanbesteding is nu gepubliceerd. We zijn heel benieuwd hoe marktpartijen circulariteit tot uiting willen laten komen in productie, onderhoud, reparatie en de terugname van de fietsen na het leasecontract.”
De elektrische leasefietsen worden ingekocht voor drie organisaties: de Belastingdienst, het Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat. Daphne: “Ik vond het uitdagend om met drie partijen alle wensen te stroomlijnen. De een gaat liever voor circulaire normale fietsen, de ander voor minder circulaire maar dan wel elektrische fietsen. Daarbij was de aanbesteding best technisch. Ik wist niets van elektrische fietsen. We hebben veel onderzoek gedaan en informatie opgehaald bij onder meer de ANWB. En de politie heeft ons geholpen, zij hebben recent een soortgelijke aanbesteding in de markt gezet.”
We zijn heel benieuwd hoe marktpartijen circulariteit tot uiting willen laten komen.
Daphne Biervliet, Senior Inkoper IUC Belastingdienst
Zelf handelt Daphne zo duurzaam mogelijk. “Als ik iets koop, kijk ik altijd eerst naar het labeltje. Waar is het gemaakt? Welke grondstoffen zijn gebruikt? Rijksinkopers hebben de verantwoordelijkheid via inkoop iets terug te doen voor de maatschappij en de planeet, vind ik. Vanuit die gedachte heb ik ook met een projectteam het Ambitieweb geïmplementeerd binnen ons IUC. Dat is een tool om helder te krijgen hoe de opdrachtgever een aanbesteding wil verduurzamen, bijvoorbeeld op het gebied van circulariteit of social return. Sinds januari is elke inkoper van ons IUC verplicht om via dit Ambitieweb in te kopen en dus een zo duurzaam mogelijk resultaat te bereiken. De meest duurzame inkoper wint de MVI-bokaal.”
Als wij als Rijkoverheid onze wensen kenbaar maken, is de kans groot dat er op den duur iets verandert in het productieproces.
Daphne Biervliet, Senior Inkoper IUC Belastingdienst
Elke circulaire stap vooruit is er één, vindt Daphne. “De markt voor elektrische fietsen kan niet achterblijven als het aankomt op circulariteit. Als wij als Rijkoverheid onze wensen kenbaar maken, is de kans groot dat er op den duur iets verandert in het productieproces.” Mooi nieuws is dat de ‘oude’ leenfietsen niet zomaar worden weggegooid. Daphne: “De huidige fietsen voeren we af en we gaan op zoek naar een mooie bestemming met maatschappelijke waarde. De fietsen komen bijvoorbeeld terecht bij de Dienst Justitiële Instellingen of, opgeknapt en wel, bij mensen die zich anders geen fiets kunnen veroorloven.”
Meld je aan voor meer informatie over Inkoop bij de Rijksoverheid
De Rijksoverheid is Premium Partner van Aanbestedingscafe.nl.
Het ministerie van VWS heeft stilzwijgend voor ruim 300 miljoen euro ingekochte mondmaskers, brillen, jassen en schorten afgekeurd. Daarvan was de Tweede Kamer niet op de hoogte.
In totaal keurde het ministerie voor 308,5 miljoen euro aan beschermingsmiddelen af. Dat blijkt uit onderzoek van de Volkskrant. De beschermingsmiddelen behoorden tot de zogeheten ‘niet-vrije voorraad’. Ook nu wachten nog altijd beschermingsmiddelen ter waarde van 105 miljoen euro op goedkeuring, voor ze verdeeld en gebruikt kunnen worden.
Het grootste deel van de afgekeurde spullen bestaat uit mondkapjes. “De afkeuringen kunnen allerlei redenen hebben. Dat kan een slechte pasvorm zijn, maar ook de verandering van regelgeving”, laat het ministerie weten. Er is in totaal voor 283 miljoen euro aan mondkapjes afgekeurd.
Eind april meldde het ministerie van VWS nog dat er voor 27 miljoen euro aan ingekochte beschermingsmiddelen was afgekeurd. In totaal kocht het ministerie voor 2,5 miljard euro beschermingsmiddelen in. Daarvan is dus meer dan 10% inmiddels afgekeurd. Dat het aantal afgekeurde beschermingsmiddelen zo hoog is opgelopen, heeft het ministerie nooit aan de Tweede Kamer gemeld.
Het grote aantal afgekeurde mondkapjes heeft geen nadelige gevolgen voor de zorg. Ziekenhuizen worden sinds enige tijd weer bevoorraad door eigen leveranciers. In totaal ligt er nog voor 1,45 miljard euro aan goedgekeurde mondkapjes en andere beschermingsmiddelen op de plank.
Bron: de Volkskrant
De Nederlandse overheid gaat voorlopig nog niet over tot definitieve gunning bij de aanbesteding voor het analyseren van coronatesten. Het ministerie van VWS stelt het besluit uit tot december. Vorige week schreef de Volkskrant dat de gunning – op basis van loting – naar Belgisch laboratorium was gegaan. Dat leidde tot ophef onder Nederlandse laboratoria, die vorig jaar juist opschaalden op verzoek van het ministerie van VWS.
Volgens bronnen van de Volkskrant krijgt het Belgische Synlab de opdracht voor het analyseren van een groot deel van de Nederlandse coronatesten. Het ministerie van VWS schreef afgelopen zomer een aanbesteding uit voor de analyse van coronatesten. Aanbieders konden meedingen naar een regionale rol of een landelijke rol. Die laatste omvat een capaciteit van 92.000 tests per dag. Het Nederlandse laboratorium Unilabs behaalde bij de aanbesteding dezelfde score als Synlab, maar door loting kwam de Belgische inschrijver toch als winnaar uit de bus. Dat leidde tot ophef onder Nederlandse grote laboratoria.
“Als Nederland belang had gehecht aan de Nederlandse hoogvolumelaboratoria had bijvoorbeeld afstand tot de teststraten een criterium kunnen zijn”, zegt Unilabs-bestuurder Ester Talboom-Kamps. De laboratoria zijn verbolgen over het feit dat een groot deel van de coronatesten in het buitenland geanalyseerd wordt. Unilabs liet vorige week weten een kort geding aan te spannen. Inmiddels hebben meerdere laboratoria zich daarbij aangesloten. Het ministerie wil niet zeggen hoeveel dat er zijn.
Ook coronalab Salto noemt het merkwaardig dat de gunning naar een Belgisch lab gaat. “Bij de opening van het Hudsonlab, dat wij op verzoek van de minister hebben gebouwd, heeft de minister gezegd: mede dankzij een uitbreiding als deze beschikken we ook in Nederland over voldoende laboratoria om snel en uitgebreid te testen. Het beleid was om in Nederland capaciteit op te bouwen. Dan is het heel merkwaardig om het een Belgisch lab te gunnen”, zegt persvoorlichter Wim Knol.
Ook het Nederlandse LabMicta, een samenwerkingsverband van meerdere kleine laboratoria, zou als winnaar uit de bus komen. Als Synlab en LabMicta de opdracht definitief gegund krijgen, gaat 60% van het totaal aantal coronatests naar deze labs. Volgens het ministerie van VWS komt het analyseren van coronatests door de uitgestelde gunning niet in gevaar.
Bron: RTV Utrecht, de Volkskrant
Significant Synergy deelt regelmatig interessante jurisprudentie op het gebied van aanbesteden. Deze keer een casus over ontbinding van de overeenkomst bij schending van verplichtingen uit de aanbestedingsdocumenten.
Wat is er gebeurd?
De gemeente Veldhoven heeft op 30 november 2017 een Europese aanbesteding georganiseerd voor het selecteren van een dienstverlener voor het verrichten van leerlingenvervoer voor het schooljaar 2018 – 2019 e.v. Op 9 april 2018 hebben de gemeente en Van Gerwen een overeenkomst inzake leerlingenvervoer gesloten. De gemeente heeft de overeenkomst op 19 maart 2019 ontbonden en stelt zich op het standpunt dat Van Gerwen een aantal verplichtingen uit de aanbestedingsdocumenten niet of niet voldoende is nagekomen. In deze procedure is aan de orde de vraag of de gemeente terecht in 2019 tot ontbinding van de overeenkomst is overgegaan en als dat niet het geval is of Van Gerwen in dat geval schade heeft geleden die door de gemeente vergoed dient te worden.
• De rechtbank is van oordeel dat Van Gerwen op een aantal punten toerekenbaar tekort is geschoten en de gemeente in dit geval terecht tot ontbinding is overgegaan.
• De rechtbank neemt hierbij met name in acht dat de ‘doelgroep’ waar het hier om gaat zeer kwetsbare kinderen betreft, waar zeer zorgvuldig mee omgegaan dient te worden. Met name het feit dat de reistijd van enkele kinderen in sommige gevallen niet voldeed aan de reistijd genoemd in het aanbestedingsdocument vindt de rechtbank zwaarwegend genoeg om de ontbinding te rechtvaardigen.
Relatie tot de praktijk
• Wees je bewust van de invloed van aanbestedingsdocumenten op de gehele uitvoeringsfase van een overeenkomst en het belang van contractmanagement. Goed contractmanagement kan je helpen in dergelijke situaties.
Bekijk de hele uitspraak hier.
Het ministerie van Defensie heeft 2800 trucks ingekocht waarvan een deel niet voldoet aan de Wegenverkeerswet. De combinatie van truck en container blijkt twee centimeter te hoog te zijn. Daardoor mogen de trucks niet op de openbare weg rijden.
De in 2800 aangekochte Scania’s maken deel uit van een grote aanbesteding binnen het Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) programma. De Wegenverkeerswet schrijft voor dat voertuigen maximaal vier meter hoog mogen zijn. Deze zomer bevestigde het ministerie nog dat de trucks voldeden aan de gewenste maatvoering. Na metingen eind augustus blijkt dat een combinatie van container en truck hoger uitvalt dan de voorgeschreven vier meter. Dat kan een probleem opleveren als het materieel onder bruggen of door tunnels door moet rijden.
Demissionair minister van Defensie Ank Bijleveld heeft de Tweede Kamer inmiddels ingelicht over het probleem. Ze heeft een tijdelijke ontheffing aangevraagd zodat Defensie de trucks toch in gebruik kan nemen op goedgekeurde trajecten. Defensie onderzoekt nog welke gevolgen het niet mogen rijden met de trucks heeft op het opleidingsprogramma en operationele gereedheid.
Bron: Autoblog.nl
Aanbestedingsexperts denken dat het aanbesteden van coronatesten voor vakantiegangers veel goedkoper was uitgevallen dan inkoop via de directe gunning waar het kabinet onlangs voor koos. De overheid heeft 249 miljoen euro gereserveerd voor gratis coronatesten voor vakantiegangers, in juli en augustus.
Dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de bedrijven niet heeft laten concurreren op prijs, is volgens diverse aanbestedingsexperts een gemiste kans. ‘Bij een aanbesteding kun je partijen laten concurreren op kwaliteit en prijs. Nu niet. Financieel en doelmatig vind ik dat een slechte keuze”, zegt hoogleraar Europees en internationaal aanbestedingsrecht Elisabetta Manunza.
De door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ingehuurde testbedrijven moeten in de zomermaanden 3,5 miljoen testen kunnen uitvoeren. Daarvoor ontvangen ze een vergoeding per test: €64,25 voor een PCR-test en €19,25 voor een antigeentest. “Als je de vergoeding per test vastzet, moet je als minister de markt wel heel goed kennen”, zegt hoogleraar aanbestedingsrecht Huib van Romburgh.
Manunza vindt de gang van zaken verontrustend. De ministeries hadden kunnen kiezen voor een spoedprocedure, maar hebben nu een mogelijk onrechtmatig contract gesloten. “Daarmee wekken zij onterecht de indruk dat de regels in de weg staan, of heel ingewikkeld zijn. Dat is heel zorgelijk.”
In de kamerbrief die demissionair ministers Van Nieuwenhuizen (IenW) en De Jonge (VWS) onlangs naar de Tweede Kamer stuurden, gaven ze zelf ook al aan dat de huidige werkwijze mogelijk onrechtmatig is.
Bron: FD.nl
Tsjechische onderzoekers concluderen dat bedrijven die zijn gevestigd in belastingparadijzen relatief vaak profiteren van Europese aanbestedingen. Dat geldt ook voor Nederland. In verhouding gaan veel Europese aanbestedingen naar bedrijven die zich vanwege het gunstige belastingklimaat in Nederland hebben gevestigd. Daartegenover staat dat slechts 10,3% van de Nederlandse (Europese) aanbestedingen naar bedrijven buiten Nederland gaat.
Onderzoekers van de Charles University in Praag onderzochten hoe de geldstromen die verbonden zijn aan Europese aanbestedingen lopen. Ze keken onder andere naar de landen die de meeste aanbestedingen in de wacht slepen. De gegevens, gebaseerd op data verzameld tussen 2011 en 2018, zijn de te vinden op de website TenderHaven.eu. Opvallend is dat veel bedrijven die aanbestedingen winnen gelieerd zijn aan of gevestigd zijn in belastingparadijzen, waardoor er bijzonder weinig transparantie over publieke geldstromen is. Dat geldt bijvoorbeeld voor Frankrijk. 7,3% van alle Franse Europese aanbestedingen wordt gewonnen door bedrijven die zijn gevestigd op de Kaaimaneilanden. En twee derde van alle aanbestedingen die Litouwen uitschrijft, wordt gewonnen door bedrijven die een link hebben met Zwitserland.
BBP vs. aanbestedingen
Nederland is een van de vier uitschieters onder landen die niet officieel aangemerkt zijn als belastingparadijs, concluderen de onderzoekers. Er wordt voor een groot bedrag aan aanbestedingen binnengehaald ondanks het de relatief kleine Nederlandse economie. Hetzelfde geldt voor Luxemburg, Zwitserland en Cyprus, landen waar het voor buitenlandse bedrijven belastingtechnisch voordelig is zich te vestigen. De onderzoekers noemen deze landen ook wel ‘TenderHavens’. Nederland steekt er met kop en schouders bovenuit. Om dat te kunnen zien is het Bruto Binnenlands Product (BBP) van belang, de totale waarde van alle in een land geproduceerd goederen en diensten, doorgaans per jaar gerekend. Met een BBP van 0,77 (triljoen US dollar) haalt Nederland voor 87.500 miljoen euro aan tenders binnen. In vergelijking: Duitsland doet dat voor een bedrag van 72.000 miljoen euro en de Verenigde Staten voor 76.416 miljoen euro. Beide landen hebben een BBP dat vijf tot zelfs 25 keer groter is dan dat van Nederland.
Ook buiten Europa profiteren bedrijven in bepaalde landen onevenredig veel van aanbestedingen. Zwitserland voert de lijst aan, gevolgd door Bermuda en de Verenigde Arabische Emiraten. Alleen Canada komt nog in de buurt. Dat land heeft echter een veel groter BBP dan voorgenoemde landen.
Waar gaat het geld heen?
Uit de data blijkt ook dat minder dan een kwart van de Europese aanbestedingen naar landen buiten het herkomstland gaat. In Nederland gaat slechts 10,3% van alle tenders naar andere landen, terwijl relatief veel buitenlandse Europese aanbestedingen naar in Nederland gevestigde bedrijven gaat. Van het totaal aantal Nederlandse tenders gaat slechts 6,8% naar bedrijven binnen Europa, 3,5% gaat naar bedrijven in landen buiten Europa.
Van de Nederlandse aanbestedingen die door buitenlandse bedrijven worden binnengehaald gaan de meeste naar Duitsland (16,6%) en Frankrijk (15,3%), gevolgd door het Verenigd Koninkrijk (13,2%) en België (10,1%). China staat op de vijfde plaats, met 7,7%. Wie echter kijkt welke relatie er bestaat tussen multinationals die aanbestedingen winnen en vestigingsland, ziet in de top vijftien ook bekende belastingparadijzen staan, zoals Bermuda, Qatar en Zwitserland.
Meer transparantie
Er is op dit moment geen sprake is van één Europese markt, stellen de onderzoekers. Om die gelijkwaardige markt toch te creëren, waarbij publieke inkoop plaatsvindt op basis van de beste papieren – en niet de meest voordelige vestigingsplaats – moet de EU een aantal maatregelen nemen. Zo zou de drempel voor het publiceren van aanbestedingen op TED verlaagd moeten worden zodat meer bedrijven toegang hebben tot Europese aanbestedingen. Daarnaast zou informatie over wie écht profiteert van aanbestedingen, openbaar moeten worden gemaakt. De onderzoekers relateren de financiële geheimhouding die bedrijven in belastingparadijzen genieten aan criminele activiteiten. Meer transparantie over geldstromen moet die activiteiten ondermijnen. Daarnaast zou elk bedrijf moeten voldoen aan dezelfde voorwaarden met betrekking tot transparantie over geldstromen om een gelijk speelveld te creëren. Verder onderzoek moet uitwijzen of het vermoeden dat sommige aanbestedingen frauduleus zijn, klopt.
Verantwoording
De data zijn verzameld via Datlab en Opentender.eu. Opentender.eu biedt informatie over aanbestedingen van 28 EU-lidstaten, de EU-instituten en Georgië, IJsland, Noorwegen, en Zwitserland. Datlab geeft toegang tot informatie uit Tender Electronic Daily (TED), het verplichte Europese tenderplatform. Informatie over de herkomst van inschrijvers werd uit een private database gehaald (Orbis).
De data werden geanalyseerd door onderzoekers van de Charles University in Praag, Tsjechië: Peter Janský, econoom gespecialiseerd in belastingparadijzen, Miroslav Palanský, econoom gespecialiseerd in multinationals en Jiri Skuhrovec, econoom gespecialiseerd in publieke inkoop. De onderzoekers benadrukken dat er niet voor elk land betrouwbare data voorhanden zijn en dat een gebrek aan data een vertekend beeld kan opleveren. Achtergrondinformatie over methode en dataverzameling is hier te vinden.
Er is ophef ontstaan over de overeenkomst die het ministerie van Volksgezondheid in april vorig jaar sloot met Relief Good Alliance (RGA). Sywert van Lienden, oprichter van RGA, zou dertig miljoen euro hebben verdiend aan de deal terwijl hij destijds stelde er zelf niets aan over te houden. Dat blijkt uit onderzoek van de Volkskrant en onderzoeksplatform Follow the Money.
Van Lienden richtte in eerste instantie de Stichting Hulptroepen Alliantie op, waarmee hij mondkapjes voor de Nederlandse overheid wilde regelen. Kort daarna richtte hij de BV Relief Goods Alliance op, waar het ministerie een deal mee sloot voor de inkoop van veertig miljoen mondkapjes. De deal had een waarde van honderd miljoen euro. Het ministerie veronderstelde zaken te doen met de opgerichte stichting, niet met een commerciële partij. Ondanks de bewering van Van Lienden dat hij niets overhield aan zijn werkzaamheden, schatte het ministerie later in dat er zo’n vijftien tot twintig procent winstmarge kwam kijken bij de deal.
Risicokosten
Van Lienden liet daarop weten dat productiekosten en posten voor het opvangen van risico’s deel uitmaakten van de totale prijs van de mondkapjes. Onderzoeksplatform Follow the Money zocht contact met importeurs van mondkapjes en schat in dat Van Lienden dertig miljoen euro winst heeft gemaakt. Die schatting is gebaseerd op informatie over inkoopprijzen van importeurs. De winstmarge zou nog hoger liggen dan gedacht en uitkomen op dertig procent. Van Lienden trekt de genoemde inkoopprijzen in twijfel en stelt dat de prijzen destijds hoger waren.
Verschillende deals
Vorige week werd bekend dat er meerdere, verschillende deals op tafel hebben gelegen. In het initiële voorstel van de Stichting Hulptroepen Alliantie konden de mondkapjes nog worden geleverd voor een prijs van €2,20 per stuk. Later kocht het ministerie de mondkapjes in voor €2,26 en €2,76 per stuk. Het ministerie kan niet verklaren waarom de prijs uiteindelijk hoger uitviel. Volgens de Volkskrant heeft het ministerie van Volksgezondheid dertien miljoen euro te veel betaald.
Diverse kamerleden hebben vorige week kamervragen gesteld over de deal. Zij willen weten wat er precies is gebeurd in april 2020 en willen inzage in het voorstel dat de Stichting Hulptroepen Alliantie destijds aan het ministerie deed.
Bron: de Volkskrant, Follow the Money
De Algemene Rekenkamer constateert dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de 5,1 miljard euro die vorig jaar is uitgegeven aan coronamateriaal, niet kan verantwoorden. Het geld is onrechtmatig uitgegeven en het financiële beheer was volgens de Rekenkamer onder de maat.
De Algemene Rekenkamer komt tot deze conclusies na het bestuderen van de jaarcijfers van de ministeries over 2020. VWS heeft de verantwoordingsregels niet goed nageleefd. De 5,1 miljard euro is besteed aan mondkapjes, andere persoonlijke beschermingsmiddelen, beademingsapparatuur en testmateriaal. Het is niet duidelijk waar de ingekochte beademingsapparatuur is gebleven. Ontvangstbewijzen ontbreken en het is niet duidelijk of bestellingen daadwerkelijk zijn geleverd.
Overige ministeries
Het ministerie van VWS is niet het enige waarbij er fouten zijn gemaakt. Bij het ministerie van Defensie is onvoldoende zicht op benodigd onderhoud aan vastgoed, zoals kazernes, kantoren en oefenterreinen. Alle ministeries bij elkaar opgeteld, is er 9,1 miljard euro onrechtmatig uitgegeven. Sinds de kredietcrisis in 2008 is de tolerantiegrens voor fouten en onzekerheden, die op 1 procent ligt, niet zo fors overschreden.
Bron: NOS.nl
Het kabinet kende de opdracht voor het organiseren van een testsamenleving toe aan Stichting Open Nederland (SON) vanwege het non-profitkarakter, de ervaring die werd ingebracht en de snelheid die met de opdracht geboden was. Dat stelt demissionair minister van VWS De Jonge in antwoord op kamervragen van diverse kamerleden.
Kamerleden van D66 en GroenLinks vroegen De Jonge onder meer hoe het ministerie tot het besluit kwam het organiseren van een testsamenleving uit te besteden aan een private stichting, in plaats van een publieksrechtelijke instelling of een andere organisatie ‘met meer mogelijkheden tot verantwoording’. De Jonge schrijft: “Het kabinet heeft besloten met de Stichting samen te werken vanwege het non-profit karakter, de ervaring die werd ingebracht en de snelheid die nodig was.” Hij schrijft dat een verkorte aanbestedingsprocedure minimaal zes tot acht weken had geduurd. “De wens bestond echter op dat moment om in februari/maart 2021 van start te kunnen gaan met het opzetten van toegangstesten. Om die reden heb ik vanwege de snelheid, in afwijking van de Europese aanbestedingsregels, de Stichting financieel in de gelegenheid gesteld om dit te realiseren.”
Wel zegt De Jonge de stichting de opdracht te hebben gegeven andere partijen zoveel mogelijk via aanbestedingen te betrekken. Voor het opzetten van de teststraten past SON een open-house constructie toe.
Niet-transparant
Vorige maand ontstond er ophef nadat naar buiten kwam dat het kabinet 925 miljoen euro ter beschikking stelde aan SON, zonder de opdracht voor het organiseren van een testsamenleving (met teststraten voor toegangstesten) aan te besteden. Experts noemden de werkwijze niet-transparant en mogelijk onrechtmatig.
Go/no go
De Jonge schrijft in zijn kamerbrief dat het bedrag van 925 miljoen euro in fases wordt vrijgegeven. Het kabinet kijkt per keer of er een ‘go’ gegeven kan worden. Het grootste deel van het bedrag, 865 miljoen euro, is gereserveerd voor de periode juni tot en met augustus. In die periode moet de capaciteit van de teststraten op circa 225.000 testen per dag komen te liggen.
In de markt van thuiszorg kan circa twintig procent van de vraag veroorzaakt worden door leveranciers. Een flink percentage. Dit komt doordat veel zorgaanbieders gecontracteerd worden, wat kan zorgen voor prikkels om cliënten langer aan te houden, meer of andere diensten aan te bieden of meer cliënten aan te trekken. Dat vertelt Fredo Schotanus in de podcast van De Gunningsfactor.
Fredo Schotanus is sinds 1 december 2019 bijzonder hoogleraar Publieke Inkoop aan de Universiteit Utrecht en daarnaast principal consultant bij Significant Synergy. Samen met promovendi startte hij in 2020 drie onderzoeken. In 2021 komt er nog een vierde onderzoek bij. De onderzoeken gaan over duurzaam en sociaal inkopen, transparantie en effectiviteit en Jeugdzorg.
Open house zorgt voor meer kosten
Reden dat Fredo het in de podcast over de opvallende resultaten in de thuiszorg heeft, is een onderzoek van Olivier van Noort, die momenteel promoveert bij Jan Telgen (Universiteit Twente), Joris van de Klundert (Erasmus) en Fredo zelf. Over open house zegt Fredo dat het als aanbesteder zeker in je toolkit moet zitten.
Het is alleen lang niet altijd de geschikte methode. Volgens de hoogleraar is het te makkelijk om te zeggen: ‘als we veel partijen contracteren, dan zal een deel niet worden gebruikt’. Zo simpel is het niet. Uit het onderzoek van Olivier naar wijkverpleging en persoonlijke verzorging blijkt dat meer zorgaanbod in onderzochte regio’s leidt tot circa twintig procent extra vraag en extra kosten. Volgens Fredo zou ook in open-house systemen van gemeenten een dergelijke zorgtoename kunnen ontstaan door het toegenomen aanbod.
Bovendien is het veel moeilijker om de zorgaanbieders te sturen en beheersen als er honderden gecontracteerd zijn. Fredo signaleert dat er veel verloop is bij contractmanagers in de zorg. Dit heeft mogelijk als reden dat zij overvraagd worden. De hoogleraar stelt dat er in de zorg meer aandacht moet komen voor het contractmanagementproces en de relatie met aanbieders en minder voor het inkoopproces.
Promovenda Madelon Wind gaat nu bij Louise Knight (Universiteit Twente) en Fredo onderzoek doen naar de stand van zaken binnen de Jeugdzorg.
Aanbesteders: wees transparant en deel data
Het onderzoek van promovendus Jakub Supera, dat wordt begeleid door Vita Titl en Fredo, gaat over transparanter en effectiever inkopen. Transparantie in de publieke inkoop kan volgens Fredo nog beter. Zeker als het gaat om het delen van data. Nederlandse aanbesteders maken bijvoorbeeld zelden de prijs bekend van de winnaar, terwijl dit verplicht is. Als data netjes zou worden gedeeld, zou dit aantonen waar publiek geld heen gaat, onderzoek vergemakkelijken én kunnen andere overheden zien waar soortgelijke aankopen worden gedaan.
Vanuit de Rijksoverheid wordt er nu ook gewerkt aan een verplichting om te rapporteren op duurzaamheid. Als het aan Fredo lag, dan zouden álle kwaliteitsscores gedeeld worden van de winnaar. Denk bijvoorbeeld aan de score op kwaliteit, duurzaamheid, innovatie, circulariteit en sociale aspecten.
Duurzaam inkopen is nog geen common practice
Het derde onderzoek dat in gang is gezet gaat over duurzaam en sociaal inkopen. Promovendus voor dit onderzoek is Ruben Nicolas, die wordt begeleid door Helen Toxopeus, Willem Janssen en Fredo. Afgelopen jaar is er ook een onderzoek gedaan door studente Kim Gaaikema naar de aandacht voor circulariteit binnen aanbestedingen. Die bleek heel beperkt te zijn. De term circulair (ook gerelateerde termen zoals recyclen en hergebruik) komen heel weinig terug. Fredo stelt dat er een aantal mooie best practices zijn, maar een common practice is er nog niet.
De redenen voor het ontbreken van een common practice zijn divers. Er is onder andere nog niet altijd commitment in het bestuur en bij opdrachtgevers. Soms is er voor duurzaam of circulair inkopen meer budget nodig. Op lange termijn levert het geld op voor de maatschappij, maar het heeft wel impact op de begroting van morgen. Ook is er een impact op risico’s: het is nieuw en dus kunnen er meer fouten in sluipen. En uit onderzoek van student Jacco van Berkel volgt dat een ambitieus plan, zoals Inkopen met Impact, ook significant effect heeft.
Daarnaast is er volgens Fredo capaciteit en kennis nodig. Inkopers moeten getraind worden en er moeten best practices gebruikt kunnen worden. Hier zien we de link met het onderzoek naar transparantie, want Fredo zou het liefst zien dat geslaagde tenders (ook tijdens de contractduur) gelabeld worden in TenderNed. Dan kun je de best practices ook makkelijker terugvinden.
Winactie podcast
We zijn benieuwd naar jou als lezer en luisteraar. Stel ons jouw vraag, stuur je opmerking of verhaal. Wellicht nemen we die mee in een volgende podcast of blog. Mail naar [email protected]. De leukste inzendingen krijgen inkoopstripboeken opgestuurd.
De vermist-kind-alertering AMBER Alert wordt direct opgenomen in Burgernet 2.0, zonder dat er een nieuwe aanbesteding wordt gestart. Dat liet demissionair minister Grapperhaus vorige week weten aan de Tweede Kamer.
Voorheen werd een Amber ALERT verstuurd via software van Netpresenter, een commerciële partij. Na het aflopen van de overeenkomst met Netpresenter werd in 2017 een aanbesteding aangekondigd, omdat contractverlenging in strijd was met de aanbestedingswetgeving. Netpresenter ging in beroep tegen de voorgenomen aanbesteding, waardoor de aanbesteding uitgesteld werd en het ministerie het contract met Netpresenter jaarlijks verlengde. Aan die constructie komt op 22 juli a.s. een einde, als het contract tussen het ministerie en Netpresenter afloopt. De vermist-kind-alertering wordt vanaf dat moment direct ondergebracht bij Burgernet.
Burgernet 2.0
De Tweede Kamer verzocht het ministerie al in 2017 te onderzoeken of Amber ALERT ondergebracht kon worden bij Burgernet. Integratie met Burgernet, het platform van de politie dat burgers attendeert op verdachte zaken of vermiste personen, was toen nog niet mogelijk. Inmiddels is Burgernet vernieuwd en bestaat het platform onder de naam Burgernet 2.0. Nu integratie met Burgernet wel mogelijk is kiest het kabinet ervoor om AMBER Alert te integreren in Burgernet.
Het is niet duidelijk welke waarde de opdracht voor de vermist-kind-alertering heeft. In de constructie met Netpresenter was de Nederlandse overheid jaarlijks 1,1 miljoen euro kwijt, meer dan het drempelbedrag voor een Europese aanbesteding. Grapperhaus laat alleen weten dat de kosten die bij de overstap naar Burgernet komen kijken, op circa 200.000 euro uitkomen.
Voordelen
Diverse kamerleden hebben de afgelopen maand vragen gesteld over de veranderingen rondom AMBER Alert. Demissionair minister Grapperhaus verklaart niet waarom er niet is gekozen voor een aanbesteding. Hij stelt alleen dat de voorkeur uitgaat naar een geïntegreerd systeem. Vanwege technische, juridische en organisatorische voordelen en het grote bereik op social media, is besloten om de vermist-kind-alertering onder te brengen bij Burgernet. “De in 2017 voorgenomen aanbesteding heeft dus door de vertraging voortvloeiend uit de juridische procedures en de daarna gewijzigde mogelijkheden bij Burgernet uiteindelijk niet plaatsgevonden”, schrijft hij in antwoord op gestelde kamervragen.
De Italiaanse justitie vreest dat Europees geld, bedoeld voor het herstellen van de Europese en Italiaanse economie na corona, naar de Italiaanse maffia gaat. In Italië staan speciale opsporingsteams klaar om dat te voorkomen, maar de kans is aanwezig dat de maffia ook in andere landen meedingt via Europese aanbestedingen.
Omdat Italië flink te lijden heeft gehad onder het coronavirus gaat een groot deel van het Next Generation EU herstelfonds naar Italië: zo’n 200 miljard euro aan leningen en subsidies. Met het geld uit het herstelfonds wil de Italiaanse overheid inzetten op digitalisering, energietransitie, infrastructuur, gezondheidszorg en het versnellen van rechtszaken. Dat laatste moet de economische groei aanzwengelen. Volgens Maurizio Vallone, hoofd anti-maffiarecherche van het Italiaanse ministerie van Binnenlandse Zaken, bereidt de maffia zich voor op de enorme som geld die naar Italië toe komt.
Criminele organisaties zoeken uit in welke sectoren het geld geïnvesteerd wordt en proberen openbare aanbestedingen binnen te halen. “Bedrijven waar zij achter verscholen zitten, vormen kartels bij het doen van offertes. Ze kopen functionarissen om die in de commissies zitten die de aanbestedingen toekennen, of infiltreren zelf in die commissies. Dan wordt er een bedrijf voor de aanbesteding uitgekozen dat dicht tegen de maffia aanzit in plaats van een bedrijf dat eerlijk meedingt.” Ook kopen maffiabendes mogelijk bedrijven op die het door de coronacrisis moeilijk hebben gehad. Met die bedrijven dingen ze vervolgens mee naar opdrachten via aanbestedingen.
Screening
De Italiaanse overheid is scherp op fraude. Bedrijven die aanbestedingen winnen worden onderzocht op banden met de maffia. Als dat zo blijkt te zijn komt het bedrijf op een zwarte lijst en mag het niet meer meedoen aan openbare aanbestedingen. Vorig jaar kwamen er 275 bedrijven op die zwarte lijst terecht. Het is echter de vraag wat de Italiaanse maffia in het buitenland aan zal richten. De organisatie kan ook in de rest van Europa subsidies en aanbestedingen binnen proberen te halen. Andere Europese landen hebben veel minder ervaring met de maffia dan Italië. “Het is waarschijnlijker dat de Italiaanse georganiseerde misdaad juist dáár zal proberen om subsidies en aanbestedingen binnen te halen.”, stelt Vallone.
Bron: Trouw
Op 31 maart is de Europese aanbesteding (openbare procedure) voor de Rijksbrede Aanbesteding van Inkoopdiensten & Contract- en leveranciersmanagement gepubliceerd. In de 24 jaar dat ik in het aanbestedingsvak werkzaam ben, heb ik nog nooit een aanbesteding gezien die zo nadrukkelijk toegeschreven is op de ‘grote spelers’, en waarbij de kansen voor kleinere bedrijven (MKB) gereduceerd worden tot nul. Want wie kan er nu alles op inkoopgebied: van facturen verwerken tot sourcing strategie en van bouwteams tot inburgering en van beleidsevaluatie tot handjes leveren?
Oorspronkelijk stond in de concepttekst voor de aanbestedingswet 2012 de volgende passage over het samenvoegen van opdrachten: “Een aanbestedende dienst slaat bij het maken van een keuze omtrent het al dan niet samenvoegen van overheidsopdrachten acht op de marktverhoudingen op de relevante markt.” Deze tekst werd door de Tweede Kamer als te vrijblijvend gezien, en is aangescherpt door een amendement (kamerstukken 32440 nr. 47) van de kamerleden Verhoeven en Gesthuizen.
“1. Een aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf voegt opdrachten niet onnodig samen. Alvorens samenvoeging plaatsvindt, wordt in ieder geval acht geslagen op:
a. de samenstelling van de relevante markt en de invloed van de samenvoeging op de toegang tot de opdracht voor voldoende bedrijven uit het midden- en kleinbedrijf;
b. de organisatorische gevolgen en risico’s van de samenvoeging van de opdrachten voor de aanbestedende dienst, het speciale-sectorbedrijf en de ondernemer;
c. de mate van samenhang van de opdrachten.”
In de toelichting op het amendement zeggen de kamerleden: “Het clusteren van overheidsopdrachten is veel mkb-ers een doorn in het oog. Door onnodig samenvoegen komen kleinere bedrijven niet meer in aanmerking voor overheidsopdrachten. Bovendien leidt clustering vaak tot onnodig complexe contracten en het ongelimiteerd integreren van meerdere disciplines tot een opdracht, hetgeen de doelmatigheid niet bevordert. De indiener beoogt met dit amendement onnodig clusteren te voorkomen en de kansen van mkb-partijen op aanbestedingsopdrachten te vergroten.”
Wie dit leest kan niet met droge ogen kijken naar de nieuwe Europese aanbesteding die de staat in de markt heeft gezet voor de inhuur van inkoopdiensten. Een eerdere aanbesteding is mislukt en ik durf te voorspellen dat ook deze aanbesteding in de prullenbak verdwijnt.
De volgende organisaties nemen deel aan de beoogde Raamovereenkomsten: alle ministeries, de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Kansspelautoriteit, de Politie, het Zorginstituut Nederland, de Nederlandse Zorgautoriteit, Staatsbosbeheer en het UWV. De totale waarde van de opdracht (drie percelen) wordt geraamd op een bedrag tussen de 56,5 miljoen en 73,5 miljoen.
Er worden maar liefst negen kerncompetenties gevraagd. (o.a. ervaring met Europees aanbesteden, complexe minicompetitie, ICT-opdracht in TED, concurrentiegerichte dialoog, open house, prijsvraag, innovatiepartnerschap, aanbesteding juridische diensten, inkoopbeleidsplannen, ontwikkelen inkooporganisaties, professionaliseren inkoop, inkoopanalyses). En kerncompetentie 10 maakt helemaal duidelijk dat er geen plaats is voor kleinere spelers: “Het gelijktijdig, gedurende van een maand, uitvoeren van 10 opdrachten aangaande de bij kerncompetenties 1 t/m 9 beschreven werkzaamheden bij één of meerdere opdrachtgevers.”
Het mag volstrekt duidelijk zijn dat zelfs een middelgroot inkoopbureau hier onmogelijk aan zal kunnen voldoen, laat staan dat een zzp’er enige kans maakt. Deze aanbesteding lijkt dus volledig toegeschreven op inschrijvers als Deloitte en KPMG.
En weet u nog: “Er wordt in ieder geval acht geslagen op de toegang tot de opdracht voor voldoende bedrijven uit het midden- en kleinbedrijf.” En: “Bovendien leidt clustering vaak tot onnodig complexe contracten en het ongelimiteerd integreren van meerdere disciplines tot een opdracht, hetgeen de doelmatigheid niet bevordert.”
In dit geval gaat het nog veel verder. Ik denk dat er bij al die genoemde aanbestedende diensten genoeg deskundige inkopers werken die prima een normale Europese aanbesteding in de markt kunnen zetten. De behoefte aan ondersteuning gaat over de echt specialistische kennis. Als je het naadje van de kous wilt weten over open house dan moet je Tim Robbe inhuren, als je in de problemen komt over een rekenmethodiek moet je Fredo Schotanus in kunnen huren, Peter Streefkerk is gespecialiseerd in contractmanagement et cetera, et cetera. Bovendien gaat het bij deze hoeveelheid overheidsorganisaties ook nog eens om zeer uiteenlopende opdrachten. Een bouwproject van Rijkswaterstaat vereist toch echt andere deskundigheid dan de digitalisering van archieven van het UWV of het inkopen van wapens voor de politie. Waarom zou je je beperken tot een klein aantal grote bedrijven?
Ik begrijp het best als de ministeries gezamenlijk kopieerpapier of kantoorstoelen in willen kopen, hoewel je ook daar best een kanttekening bij mag zetten. Maar een slordige zeventig miljoen aan inhuur van inkoopdeskundigheid toeschrijven naar een paar grote spelers, is niet alleen in strijd met de wet, maar ook oliedom.
Op de openbare aanbesteding voor het opzetten van sneltestlocaties hebben zich 44 partijen ingeschreven. Dat ondanks het kort geding dat twintig sneltestaanbieders vorige week aanspanden tegen de Staat en Stichting Open Nederland.
Vorige week werd bekend dat de overheid de opdracht voor het creëren van een sneltestsamenleving direct aan Stichting Open Nederland gaf. Volgens experts een ongebruikelijke en niet transparante aanpak. De stichting nam bovendien één commerciële testaanbieder in de arm voor het uitvoeren van de coronasneltests. Oneerlijk, vonden andere aanbieders van sneltesten. Zij spanden een kort geding aan. De commerciële aanbieder zou een te grote voorsprong hebben gekregen door de werkwijze van Stichting Open Nederland.
Toegangstesten
Toch schreven 44 aanbieders zich vorige week in voor de openbare aanbesteding, waarmee sneltestaanbieders meedingen naar contracten voor het afnemen van toegangstesten vanaf 1 mei. Met de aanbesteding wordt Nederland opgedeeld in zeven regio’s. In elke regio mag één sneltestbedrijf de testlocaties opzetten en exploiteren. Als er meerdere gegadigden zijn voor een regio wordt er geloot.
De rechter sprak vorige week vrijdag een kop-staartvonnis uit en gaf de klagende sneltestbedrijven ongelijk. De motivering volgt op 29 april. Demissionair minister De Jonge liet vorige week al weten dat er in eerste instantie niet is gekozen voor een openbare aanbesteding omdat dat tot te veel vertraging zou leiden.
Bron: FD.nl, Noordhollandsdagblad.nl
De 925 miljoen euro die de overheid in de Stichting Open Nederland (SON) stopt had aanbesteed moeten worden, menen aanbestedingsexperts. Bovendien is er geen toezicht op de besteding van de middelen die de stichting krijgt. Dat meldt onderzoeksplatform Follow the Money.
De stichting is opgericht om een testsamenleving te organiseren. Daarvoor zijn reeds tientallen commerciële teststraten opgezet. Het ministerie van Volksgezondheid betaalt de stichting er verspreid over het jaar honderden miljoenen euro’s voor. SON staat los van de overheid en kan zelf bepalen wat er met het geld gebeurt als de stichting wordt opgeheven.
Controle
Volgens Elisabetta Manunza, hoogleraar aanbestedingsrecht aan de Universiteit Utrecht, is het belangrijk te weten hoe de overheid zorgt en toetst dat de uitgave van zo’n enorme som geld doelmatig en volgens de regels plaatsvindt. “De constructie oogt onrechtmatig en erg onprofessioneel”, zegt ze. Volgens haar had de opdracht van 925 miljoen euro aanbesteed moeten worden. Pieter Kuypers, hoogleraar Europees en nationaal aanbestedingsrecht aan de Radboud Universiteit, is het met haar eens. “De geraamde waarde van deze opdracht bevindt zich boven de drempel, dus dient een aanbesteding plaats te vinden.” Daarnaast had de stichting de opdracht voor de commerciële testen openbaar aan moeten besteden. Dat is niet gebeurd. Tom Middendorp, die de stichting leidt, spreekt tegen dat er geen toezicht is op de stichting. Hij stelt dat SON verantwoording aflegt voor elke rekening.
Vaart maken
Volgens Lead Healthcare, het bedrijf dat een groot deel van de sneltesten uitvoert, is voor deze constructie gekozen zodat er snel gehandeld kan worden. Er is in deze fase van de pandemie echter geen sprake van dwingende spoed als gevolg van een onvoorziene omstandigheid, meent hoogleraar publieke inkoop Fredo Schotanus aan de Universiteit Utrecht. Het ministerie had gebruik kunnen maken van een spoedprocedure maar heeft dit niet gedaan.
Kort geding
Twintig sneltestbedrijven hebben een kort geding tegen de stichting aangespannen. Volgens hen is er sprake van oneerlijke concurrentie omdat de opdracht voor de sneltesten rechtstreeks naar één bedrijf is gegaan. Middendorp zegt dat andere sneltestbedrijven in de toekomst ook kunnen meedingen naar de opdracht. In mei moeten er 400.000 sneltests per dag kunnen worden uitgevoerd.
Bron: Follow the Money, NOS.nl
Kartelvorming, ook wel collusie genoemd, kan aanbestedende overheden veel geld kosten en wordt vaak te laat opgemerkt. Dat constateert de Europese Commissie (EC) in een recente mededeling over collusie. Met nieuwe richtsnoeren wil de EC aanbestedende diensten behoeden voor deze vorm van fraude.
Er is sprake van collusie als bedrijven onderling afspraken maken die de interne markt verstoren. Volgens de EC is collusie een terugkerend fenomeen bij overheidsopdrachten. Er zit vaak een vast patroon in overheidsaanbestedingen, waar bedrijven vervolgens op in kunnen spelen. Opdrachten in de bouw, het onderhoud van openbare ruimte, ICT en de gezondheidszorg zijn extra gevoelig voor fraude. De coronapandemie werkt collusie verder in de hand: omdat overheden het afgelopen jaar in korte tijd moesten aanbesteden werd de kans op collusie verhoogd.
Collusie tegengaan
In de mededeling biedt de EC enkele handvatten voor overheidsorganen. Bij voldoende plausibele aanwijzingen van collusie kan een aanbestedende dienst inschrijvers nu al uitsluiten van deelname aan een aanbesteding. De bevoegdheden en de beoordelingsvrijheid van aanbestedende diensten en het toepassingsgebied van de uitsluitingsgronden worden in de mededeling en bijbehorende richtsnoeren verder gespecificeerd.
Met de nieuwe mededeling over collusie wil de EC samenwerking tussen aanbestedende diensten en mededingingsautoriteiten vergroten. Aanbestedende diensten moeten collusie beter leren herkennen en instrumenten krijgen om fraude tegen te gaan. Het opleiden van inkopers moet bijvoorbeeld bijdragen aan het herkennen van kartelvorming.
Bron: Europadecentraal.nl
Inwoners van de gemeente Roermond moeten een jaar langer wachten op nieuwe afvalbakken. De gemeente zag de noodzaak tot Europees aanbesteden over het hoofd. Door de fout moeten inwoners van Roermond mogelijk een hogere afvalstoffenheffing gaan betalen tot de nieuwe afvalbakken er staan.
Het was de bedoeling dat de afvalbakken in de gemeente per 1 juli 2021 vernieuwd zouden worden. Daartoe had afvalinzamelaar Van Kaathoven de opdracht, ter waarde van 1,4 miljoen euro, van de gemeente gekregen. Een derde partij maakte bezwaar, waarna de gemeente advies inwon bij een juridisch expert. Die bevestigde dat de gemeente inderdaad Europees aan had moeten besteden. De voorgenomen ‘omwisseling’ van de afvalbakken staat nu gepland voor 1 juli 2022.
Afvalstoffenheffing omhoog
Dat de gemeente de voorgenomen datum van 1 juli 2021 niet haalt heeft mogelijk nadere gevolgen. In contractafspraken staat dat als de gemeente deze datum niet haalt, deze in gebreke blijft tegenover de afvalinzamelaar. Het inzamelen met de huidige afvalbakken kost meer moeite en geld, waardoor inwoners van de gemeente mogelijk meer afvalstoffenheffing moeten gaan betalen.
Bron: De Limburger
De Nederlandse overheid koopt niet voor 73,3 miljard euro in, zoals lang werd verondersteld. Zodra uitgaven aan gezondheidszorg via zorgkantoren en zorgverzekeraars worden meegeteld komt de totale overheidsinkoop uit op het dubbele, ca. 140 miljard euro.
Het oorspronkelijke getal kwam voort uit onderzoek dat het ministerie van Economische Zaken in 2016 liet uitvoeren. In de berekening die leidde tot het bedrag van 73,3 miljard euro werden uitgaven via zorgkantoren en zorgverzekeraars buiten beschouwing gelaten. Het gaat met name om uitgaven onder de Wet Langdurige Zorg (WLZ) en de Zorgverzekeringswet.
Rijksbegroting
Em. prof. dr. Jan Telgen pleit ervoor alle overheidsuitgaven mee te tellen, ongeacht het gebruikte kanaal. “Misschien dat de overheid en ook de politiek het belang van de overheidsinkoop gaat inzien als men beseft dat er niet 75 maar 140 miljard euro mee gemoeid is”, stelt hij. Hij concludeert dat de overheidsinkopen met de nieuwe berekening twintig procent van het Bruto Binnenlands Product beslaan. Afgezet tegen de totale begroting van de Nederlandse overheid beslaan overheidsinkopen zelfs 45 procent van het totaal.
Coördinatie
Telgen hekelt het gebrek aan een overkoepelend beleid. “Nu is er niemand overall verantwoordelijk voor de manier waarop deze enorme hoeveelheid geld wordt ingezet in onze nationale economie.” Rijksbreed werken vanuit probleemvelden of aandachtsvelden zou volgens Telgen een betere aanpak zijn, waarbij inkoop een van deze aandachtsvelden vormt.
Bron: Binnenlandsbestuur.nl
De openbare aanbesteding van ledverlichting langs wegen in Noord-Brabant moet over. Geïnteresseerde marktpartijen vermoedden dat er sprake was van belangenverstrengeling. De provincie ontkent dat maar zette de aanbesteding toch stop omdat de kwaliteit van de procedure naar eigen zeggen onder de maat was.
De provincie Noord-Holland had de opdracht voor het plaatsen van straatverlichting, ter waarde van 1,5 tot 2 miljoen euro, al gegund aan het Belgische Schréder. Signify, een andere partij die meedong naar de opdracht, maakte bezwaar. De provincie zou de uitvraag zo hebben gesteld dat alleen de armaturen van Schréder zouden passen. Een ingehuurde adviseur bleek bovendien een voormalig werknemer van het Belgische bedrijf te zijn. Signify spande een kort geding aan. Dat leidde niet tot een rechtszaak. De provincie stopte voor die tijd al met de aanbesteding.
Betere procedure
Volgens de provincie was er geen sprake van belangenverstrengeling. De aanleiding voor het stopzetten van de aanbesteding was de kwaliteit van de aanbestedingsprocedure. De gemeente wilde met de openbare aanbesteding een ‘nieuwe, directe vorm van aanbesteden’ uitproberen. De planning en communicatie waren volgens de provincie onder de maat. Geïnteresseerde partijen hadden te weinig tijd om hun plannen af te ronden, er ontstonden misverstanden over vereiste documentatie en vragen van marktpartijen werden niet goed beantwoord.
Het is nog niet duidelijk wanneer de nieuwe aanbesteding van start gaat.
Bron: ED.nl
De gemeente Maastricht sluit vier zorgaanbieders uit omdat zij te laat inschreven voor een aanbesteding. De aanbieders, die al jaren zorg leveren aan de gemeente, stellen dat ze de deadlines misten vanwege coronagerelateerde omstandigheden. Zij vechten het besluit van de gemeente aan bij de rechter. Volgens de rechter stelt de gemeente zich te formeel op.
De zorgaanbieders willen dat de gemeente de inschrijving alsnog accepteert. Als dat niet gebeurt ligt faillissement op de loer. Ook zijn er zorgen over de continuïteit van de zorg voor cliënten. Over de te late inschrijvingen bestaat geen twijfel, die zijn soms dagen na de deadline ingediend. Dat was echter te wijten aan omstandigheden door de coronacrisis, stelt jeugdzorgaanbieder NJoy4Kidz. De organisatie had naar eigen zeggen de handen vol aan de gevolgen van de schoolsluiting van medio december. Er was daardoor geen tijd om naar de lopende aanbesteding te kijken.
Slechte naam
De rechter stelde in de eerste zitting dat de gemeente zich te formeel opstelt. De advocaat van de gemeente Maastricht vond dat een van de zorginstellingen niet ontvankelijk moest worden verklaard omdat de andere vijf gemeenten aan wie de aanbieder zorg levert, niet gedagvaard waren. Daarop antwoordde de rechter: „De overheid is er toch voor en namens de burger? Een redelijk bekwame gemeente moet dit soort debatten voorkomen. Maar dit is kennelijk een overheid die oorlog wil en niet meedenkt met de burger. En Maastricht heeft al zo’n slechte naam.”
Andere zorgaanbieders hebben al aangegeven bezwaar te zullen maken als de rechter de zorgaanbieders in de zaak in het gelijk stelt. Volgens hen is dat in strijd met het gelijkheidsbeginsel.
De uitspraak volgt op 11 maart.
Bron: DeLimburger.nl
De aanbestedingsdocumenten van de aanbesteding van de coronatestlijn zijn onduidelijk en onvolledig. Er staat niet in waarom de GGD GHOR voor een onderhandse procedure koos. Ook is niet goed na te gaan of de keuze voor Teleperformance de beste is, zegt Elisabetta Manunza, hoogleraar Europees aanbestedingsrecht tegen Trouw.
De opdracht voor het aanbieden van diensten ten behoeve van de coronatestlijn is miljoenen euro’s waard, ruim boven de drempelwaarde. De opdracht had daarom normaal gesproken Europees aanbesteed moeten worden. De verantwoording voor de keuze voor de onderhandse procedure ontbreekt in de aanbestedingsdocumenten. Na navraag door Trouw geeft de GGD aan dat de onderhandse procedure de voorkeur had vanwege grote haast. Bovendien was Teleperformance al bekend met de systemen die de GGD’en gebruikten, wat volgens de GGD GHOR ook pleitte voor deze aanbieder.
Versnelde procedure
De GGD koos dus niet voor die andere mogelijkheid: de versnelde openbare procedure. Hiermee kunnen overheidsinstanties binnen vijftien dagen een openbare aanbesteding organiseren. De koepelorganisatie van de GGD heeft wel navraag gedaan bij diverse andere aanbieders, maar het blijft onduidelijk waarom die potentiële opdrachtnemers afvielen. Volgens Maurice Essers, aanbestedingsadvocaat, is het van belang dat de GGD alsnog openheid van zaken geeft. Anders kunnen de concurrenten die nu buiten de boot vielen, de beslissing niet aanvechten via een rechtszaak.
Nadelig voor burgers
Manunza stelt dat de gang van zaken niet alleen bedrijven maar ook burgers dupeert. “Het heeft direct effect op de bestrijding van het virus. Datalekken bij de GGD, een vaccinatieprogramma dat lang duurt, het hangt allemaal samen met hoe iets georganiseerd en aanbesteed is.”
In deze rubriek licht Significant Synergy periodiek een specifiek thema door op basis van openbare aanbestedingsdata. Daarvoor gebruiken wij ons Tenderdashboard. Het Tenderdashboard verzamelt informatie over alle gepubliceerde aanbestedingen. Onze klanten helpen wij daarmee marktverkenningen uit te voeren, actuele thema’s te onderzoeken en datagedreven tot een passende aanbestedingsstrategie te komen. Verkregen marktinformatie en inzichten delen wij hier. Doe er je voordeel mee!
Terugblik en doelstellingen
In deze vierde rubriek – en de eerste van 2021 – blikken wij terug op de realisatie van de inkoopdoelstellingen van de Rijksoverheid. In het kabinetsbeleid over de inkoopstrategie van het Rijk, genaamd Inkopen met Impact, formuleert het kabinet inkoopdoelstellingen aan de hand van vijf thema’s. Het kabinetsbeleid Inkopen met Impact (2019) stelt dat duurzaam, sociaal en innovatief inkopen voortaan de standaard is. Met haar manier van inkopen van producten en diensten wil de Rijksoverheid:
• Klimaatneutraal zijn in 2030;
• Vijftig procent minder primair grondstoffengebruik realiseren in 2030 en volledig circulair zijn in 2050;
• Arbeidsparticipatie stimuleren, onder meer door het creëren van vijfduizend participatiebanen;
• Internationale productieketens verduurzamen door middel van het voorkomen of aanpakken van misstanden op het gebied van arbeidsomstandigheden, mensenrechten en milieu;
• Innovatie stimuleren, onder meer door op te treden als launching customer.
In hoeverre kocht het Rijk in 2019 en 2020 in met impact? En zijn zij op weg de doelstellingen te realiseren? Daar slaan wij ons Tenderdashboard eens op na. Te beginnen met het thema innovatie! Ben je benieuwd naar onze uitkomsten op de andere thema’s? Laat het in een reactie weten wat volgens jou het volgende thema moet zijn om verder in te duiken.
Het Rijk als inkooporganisatie
Maar eerst gaan wij kort in op het Rijk als inkooporganisatie. Het Rijk is een verzamelnaam voor de twaalf ministeries, vele uitvoerende diensten en Hoge Colleges van Staat (rijksoverheid.nl). Het Rijk koopt jaarlijks voor ruim tien miljard euro in bij vele bedrijven. Met de lokale en regionale overheden samen loopt dit bedrag zelfs op tot rond de 73 miljard euro. “Met die inkoop kunnen en willen wij een verschil maken”, stelt het Rijk.
Significant Synergy voert momenteel opnieuw onderzoek uit naar het inkoopvolume van het Rijk. Aan het einde van dit kwartaal kunnen wij hier de resultaten van verwachten.
Ons Tenderdashboard
In onze database brengen wij voor dit artikel alle aanbestedingen van het Rijk in kaart voor de jaren 2019 en 2020. Op deze manier kunnen wij op basis van data eens kijken wat het Rijk allemaal doet om bovenstaande doelstellingen te behalen.
En wat verstaat ons Tenderdashboard dan onder Rijksoverheid? Het dashboard calculeert in dat de naam van de aanbestedende diensten minstens één van de volgende woorden bevat: ‘ministerie’, ‘IUC’, ‘rijk’ of ‘defensie’. Het dashboard filtert uit deze termen de dataset, oftewel de gegevens die de lezer interessante informatie opleveren. Bovenstaande levert ons binnen enkele seconden een resultaat op van 1.055 unieke aanbestedingen die door 37 aanbestedende diensten in de markt zijn gezet in 2019. Het jaar 2020 telt 1.391 unieke aanbestedingen door 39 aanbestedende diensten. Ook een interessant gegeven is het aantal marktconsultaties die het Rijk uitvoerde. In 2019 waren dit er 156 en in 2020 151. Met een marktconsultatie gebruikt het Rijk de kennis van de markt om bijvoorbeeld duurzaamheid en innovatie te stimuleren. Oftewel: meer mogelijkheden om maatschappelijke doelstellingen te bereiken.
Houd bij de resultaten uit het dashboard wel een slag om de arm. Want ons dashboard herkent in TenderNed uitsluitend de aanbestedingen met de door ons gebruikte zoektermen. Een volledig overzicht geven de cijfers daarom waarschijnlijk niet, maar het geeft ons wel een indruk van wat er speelt binnen het Rijk op het gebied van innovatie.
Uitkomsten Tenderdashboard – Thema innovatie
Met onze zoektermen rondom het thema innovatie komen we uit op 21 aanbestedingen in 2019 en 23 in 2020. De top drie aanbesteders zijn het ministerie van Defensie, het ministerie van Economische Zaken en Rijkswaterstaat (RWS). Dit geldt voor zowel 2019 als 2020. Vooral het ministerie van Economische Zaken (waaronder de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO)) is zichtbaar bezig met dit thema. Van vijf innovatieve aanbestedingen in 2019 naar tien in 2020. Deze top drie verrast ons niet zozeer. Defensie staat algemeen bekend als sterk innoverende sector, RWS heeft al enige tijd een eigen innovatieagenda en RVO staat voor een duurzame en economisch sterke samenleving, onder meer te bereiken door te innoveren en het uitvoeren van SBIR-competities.
Procedures
Wanneer wij kijken naar de gebruikte procedures dan zien we dat er in de meeste gevallen gekozen wordt voor de traditionele vorm, namelijk openbaar. Dit is op zich opvallend, maar zegt niet alles. Wij komen veel andere manieren van aanbesteden tegen binnen de mogelijkheden van de Aanbestedingswet. Ons oog valt bijvoorbeeld op een aanbesteding van het ministerie van Defensie. Het gaat om een aanbesteding waarbij een innovatie competitie wordt georganiseerd. Deze competitie heeft als doel innovatie in Nederland te stimuleren via een prijsvraag. De focus ligt op het MKB en startups die in Nederland gevestigd zijn. Het Rijk maakt aanbestedingen hiermee toegankelijker voor alle bedrijven, een positieve ontwikkeling! Even doorzoeken in het dashboard en we komen meer van dit soort competities tegen.
Het valt op dat het Rijk weinig bijzondere procedures gebruikt zoals de concurrentiegerichte dialoog of innovatiepartnerschap.
Wat steeds vaker terugkomt is SBIR (Small business innovation research). De kern van het instrument SBIR is de manier waarop de overheid via een innovatiecompetitie ondernemers uitdaagt om met innovatieve producten en diensten te komen om maatschappelijke vraagstukken op te lossen. In ons dashboard zien wij dat het ministerie van Economische Zaken frequent SBIR-competities uitvoert in opdracht van verschillende overheidsdiensten. Iedere SBIR-competitie leidt tot opdrachten voor onderzoek en ontwikkeling op wisselende onderwerpen. De overheid is daarbij een potentiële afnemer (‘launching customer’) van de ontwikkelde producten. Een actueel voorbeeld is de competitie voor duurzame mondneusmaskers. Ondernemers worden uitgedaagd om nieuwe innovatieve producten of product-dienstcombinaties te ontwikkelen om de transmissie van virussen zoals COVID-19 zoveel mogelijk te reduceren door het ontwikkelen van duurzame mondneusmaskers voor de zorg.
Type opdrachten
Tenslotte kijken wij naar het type opdrachten. Volgens PIANOo is er een aantal thema’s waarin innovatiegericht inkopen goed tot zijn recht komt. Denk aan: veiligheid, energie, watermanagement, verkeersmanagement, openbare ruimte, facilitair management en de gezondheidszorg. Zien we dit dan ook terug in ons dashboard? Wel als het thema’s veiligheid, energie, watermanagement, verkeersmanagement en openbare ruimte betreft. Een greep uit deze aanbestedingen: detectieapparatuur, opzet van watermanagementmodellen, verlichtingsconcepten voor (snel)wegen en wegverbredingen. Het thema facilitair management komt opvallend genoeg nauwelijks naar voren. Met ontwikkelingen op het gebied van afvalzorg en smartbuildingconcepten hadden wij hier anders verwacht. Een wereld te winnen dus. Een mogelijke verklaring voor het ontbreken van aanbestedingen op het gebied van gezondheidszorg is dat dit vooral decentraal wordt ingekocht.
Met deze opdrachten geef je overigens niet alleen invulling aan innovatie, maar draag je ook bij aan de andere doelstellingen van het Rijk. Innovatie gaat vaak hand in hand met maatschappelijk verantwoord inkopen. Mooie voorbeelden hiervan zijn de aanbesteding voor innovatieve elektrische blus- en hulpverleningsvoertuigen en de aanbesteding circulaire innovaties voor snelgroeiende steden.
Wat valt ons verder op?
De rubriek – Aanbestedingsdata ontleed
Het jaar 2020 was voor Significant Synergy ook het jaar dat wij startten met deze rubriek. De volgende onderwerpen passeerden de revue:
In 2021 zetten wij onze rubriek voort en ontleden we nog meer aanbestedingsdata voor onze lezers. Op welk thema kunnen wij volgens jou later dit jaar het beste wat dieper ingaan? Laat het in een reactie weten.
Het ministerie van Volksgezondheid heeft in oktober vorig jaar sneltesten ingekocht via een onderhandse procedure. De inkoop van de testen had echter via een Europese aanbesteding moeten gebeuren, stelt hoogleraar Europees en nationaal aanbestedingsrecht Pieter Kuypers in een publicatie van onderzoeksplatform Follow the Money.
Het ministerie maakte in oktober gebruik van de onderhandelingsprocedure met dwingende spoed, waardoor onderhandse inkoop van sneltesten van drie leveranciers mogelijk werd. Die procedure werd vorig jaar in het leven geroepen door de EU om snelle inkoop voor de bestrijding van het coronavirus mogelijk te maken. Maar Nederland had gewoon Europees aan moeten besteden, stelt Kuypers. “In oktober 2020 kon je eigenlijk niet meer stellen dat de aankoop van testen onvoorzien was, nog afgezien van de andere voorwaarden. Ik kan me voorstellen dat je een beperkte hoeveelheid testen koopt om die periode te overbruggen, maar hier gaat het om vele miljoenen testen, benodigd voor een langere periode.”
Eind oktober schreef het ministerie wel een eerste aanbesteding uit voor de inkoop van sneltesten. Het is nog niet bekend aan wie de aanbesteding is gegund.
Vijf leveranciers
Naast manier van inkopen zijn er nog meer aandachtspunten. Zo scoort een deel van de goedgekeurde sneltesten onder de maat en krijgen andere fabrikanten geen toegang tot de markt, stelt Follow the Money op basis van gesprekken met leveranciers. Zij ‘stuiten op een muur’ bij het ministerie en het RIVM. Die laatste wil nieuwe leveranciers niet opnemen in een lijst van nu vijf goedgekeurde fabrikanten. Er is voor andere leveranciers geen manier om hun sneltesten goedgekeurd te krijgen, zoals in Duitsland wel gebeurt. GGD’en en commerciële teststraten mogen alleen de sneltesten van de vijf goedgekeurde fabrikanten gebruiken. Alleen voor ziekenhuislaboratoria geldt een uitzondering.
Omdat de sneltesten over een CE-keurmerk bevatten zouden de testen vrij verhandeld moeten kunnen worden binnen Europa. Daarom is de werkwijze van het ministerie en het RIVM volgens Kuypers in strijd met Europese wetgeving.
Bron: Follow the Money
De inzet van intermediairs bij aanbestedingen pakt lang niet altijd voordelig uit voor aanbestedende diensten en vereist nader onderzoek. Dat blijkt uit een vooronderzoek dat het Public Procurement Research Centre (PPRC) uitvoerde in opdracht van de Haagse Inkoopsamenwerking (HIS). Het onderzoek is uitgevoerd omdat er twijfels bestaan over de toegevoegde waarde van intermediairs, die een tussenpositie innemen tussen aanbestedende diensten en leveranciers.
Intermediairs brengen kennis en kunde mee, zowel op het vlak van (Europees) aanbesteden als binnen een bepaalde sector. Dit is een van de voordelen van de inzet van intermediairs, wijst het onderzoek uit. Voorwaarde is wel dat intermediairs maatwerk leveren, afgestemd op de behoeften van de aanbestedende dienst. Intermediairs brengen echter ook partijdigheid en een te hoge mate van standaardisatie mee. Sommige aanbieders schatten hun winkans bij bepaalde intermediairs bij voorbaat erg laag in en wijten dit aan persoonlijke voorkeuren van inkopers. Dit is voor aanbieders echter geen reden om af te zien van inschrijving. Door hoge standaardisatie binnen het dienstverleningsmodel van intermediairs wordt de markt onvoldoende uitgedaagd en worden eisen en wensen van opdrachtgevers vaak onvoldoende beschreven. Het is daardoor voor opdrachtnemers onduidelijk wat de opdrachtgever wil. Bij aanbestedingen zonder intermediairs kan een aanbieder vaak op creatievere inschrijven, waardoor de winkans hoger is.
Hoge kosten
Het onderzoek wijst daarnaast uit dat intermediairs vaak extra (verplichte) diensten aanbieden waar de aanbestedende dienst voor moet betalen. Dit leidt tot hogere kosten. Bij de inzet van partijen die zelf leveranciers contracteren bestaat bovendien het risico dat prijzen over de kop gaan. Aanbestedende diensten geven aan dat zij geen zicht hebben op tarieven. Intemediairs die totaalpakketten aanbieden en bijvoorbeeld ook contractmanagement voor hun rekening nemen, ondermijnen volgens de onderzoekers de vakkennis van werknemers van een aanbestedende dienst.
Vorig jaar protesteerden tolken nog tegen de inzet van intermediairs voor het aanbesteden van vertaaldiensten voor overheidsorganisaties. Zij vreesden dat de kwaliteit van tolkdiensten omlaag zou gaan en dat intermediairs te weinig zouden betalen.
Significante afwijkingen
De resultaten komen naar voren uit twaalf interviews en een analyse van meer dan tweehonderd aanbestedingen. Het onderzoek richt zich op intermediairs in de publieke sector waarbij drie soorten intermediairs worden onderscheiden: partijen die gecontracteerd worden om opdrachten uit te zetten bij leveranciers of zzp’ers, intermediairs die een aanbesteding uitvoeren voor een aanbestedende dienst of die de aanbesteding uitvoeren en verantwoordelijk zijn voor leveranciersselectie en contractmanagement.
De onderzoekers verwachten dat de resultaten ook van belang zijn voor de inzet van intermediairs in de private sector omdat dezelfde problematiek daar ook optreedt. Uit oriënterende statistische analyses komen al significante afwijkingen naar voren. Nader onderzoek is daarom gewenst, concluderen de onderzoekers.
Maatschappelijk Verantwoord Inkopen door overheidsorganisaties moet een minder vrijblijvend karakter krijgen. Dat is een van de speerpunten van het nieuwe Nationaal Plan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen. Daarnaast vormen ‘goed opdrachtgeverschap’, extra impact in kansrijke sectoren en een meer integrale aanpak van duurzame en sociale thema’s de hoofdlijnen van het plan dat MVI door het Rijk voor de periode 2021-2025 moet vormgeven.
Staatssecretaris Van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) schrijft dat ze de ambities op het gebied van MVI wil vastleggen in bestuurlijke afspraken met het Rijk en decentrale overheden. In die nieuwe afspraken wordt ook de operationalisering van de klimaatdoelstellingen meegenomen. Dat is lijn met de wens van de EU, dat circulaire doelstellingen in de toekomst ook minder vrijblijvend wil maken. Overheidsinstanties hebben na evaluatie van het vorige plan zelf gevraagd om het vastleggen van ambities en doelen om de vrijblijvendheid weg te nemen.
Het nieuwe Nationaal Plan MVI bouwt voort op het vorige, dat de periode 2015-2020 besloeg. Hoewel er volgens Van Veldhoven een grote groep koplopers is ontstaan die MVI in de praktijk brengt maken te veel inkopende organisaties nog onvoldoende gebruik van MVI. “Met enige regelmaat blijkt dat overheidsinkoop toch nog vooral een kwestie is van de laagste prijs en dat, daar waar wel om MVI wordt gevraagd, dit te weinig meeweegt om effect te hebben.”
Speerpunten
Het nieuwe plan beschrijft vier hoofdlijnen en zeven actielijnen die MVI de komende jaren nog beter onder de aandacht moeten brengen. Naast een minder vrijblijvende positie voor MVI, moet MVI ook breder geborgd worden in overheidsorganisaties. Dit moet voorkomen dat kennis van en interesse voor MVI wegzakken. De verantwoordelijkheid voor MVI komt te veel te liggen bij de inkoopafdeling. Bredere verankering middels ‘goed opdrachtgeverschap’ vormt volgens het plan de oplossing. Ook moet er strategisch ingezet worden op inkoop in sectoren die het verschil kunnen maken, zoals de bouw en ICT. Ten slotte moet MVI integraal worden aangepakt om een gebrek aan overkoepelende visie tegen te gaan.
Integrale Circulaire Economie Rapportage 2021
Het voornemen van Van Veldhoven sluit aan bij de bevindingen van het Planbureau voor de Leefomgeving. Dat publiceerde vorige week de eerste Integrale Circulaire Economie Rapportage 2021 (ICER). Daarin spreken de onderzoekers ook van de noodzaak tot ‘dwang en drang’ om gestelde circulaire doelen waar te maken.
ING wordt opnieuw huisbankier van het Rijk. Dat maakte demissionair minister van Financiën Hoekstra vrijdag bekend. Het Rijk zette de bank eerder op een zijspoor nadat bleek dat ING te weinig deed om witwassen via ING-rekeningen tegen te gaan.
ING kreeg in 2018 een boete van 775 miljoen euro vanwege inadequaat optreden tegen witwassen. De bank was op dat moment huisbankier van het Rijk. Daarop werd het contract met ING ontbonden en schreef het Rijk schreef een nieuwe aanbesteding voor ‘Giraal Betalingsverkeer’ uit waarin strengere eisen aan de nieuwe huisbankier werden gesteld. Zowel de Rabobank en ING waren in de race voor het vierjarige contract. ING kwam als winnaar uit de bus omdat deze bank de beste prijs-kwaliteitsverhouding bood en het best scoorde op MVO. MVO was dit keer een veel grotere factor in deze aanbesteding. Een kwart van alle te behalen punten viel in deze categorie, ten opzichte van tien procent bij de vorige aanbesteding.
Zelfreinigende maatregelen
Volgens Hoekstra heeft ING voldoende zelfreinigende maatregelen genomen om opnieuw in aanmerking te komen. In de overeenkomst worden aanvullende beëindigingsgronden opgenomen ten aanzien van veroordelingen of zware boetes die tijdens de looptijd van de overeenkomst ontstaan. Ook het besluit voormalig topman Ralph Hamers te vervolgen heeft geen negatieve invloed gehad. Alleen een veroordeling van een zittend voorzitter had tot een andere beoordeling van de beroepsfout kunnen leiden. Hoekstra schrijft dat hij vindt dat het ministerie op ‘evenwichtige wijze’ tot de selectie van de nieuwe huisbankier is gekomen.
De Rabobank kan een wachtkamerovereenkomst sluiten met het Rijk. Als het contract binnen de looptijd wordt opgezegd kan het Rijk direct daarna een overeenkomst sluiten met de Rabobank zonder een nieuwe aanbesteding te hoeven starten.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid start een pilot waarbij het ministerie in gesprek gaat met leveranciers die arbeidswetten overtraden. Dat moet ertoe leiden dat leveranciers de regels in de toekomst beter gaan naleven. Dat schrijft minister Koolmees aan de Tweede Kamer.
De pilot volgt op een onderzoek naar de mogelijkheden die de Aanbestedingswet 2012 biedt om bedrijven die arbeidswetten meermaals overtreden uit te sluiten van overheidsopdrachten. De minister kiest voor gesprekken met leveranciers omdat de Aanbestedingswet weinig ruimte biedt voor het uitsluiten van leveranciers die over de schreef zijn gegaan. De wet schrijft voor dat uitsluiting proportioneel moet zijn en inschrijvers de kans moeten krijgen verbetering te laten zien. Het uitsluiten van leveranciers is volgens Koolmees daarom ‘juridisch zeer complex en in de praktijk moeilijk uitvoerbaar’. Ook aanvullende maatregelen lijken weinig effectief. De Haagse Inkoopsamenwerking had in 2018 en 2019 slechts te maken met vier leveranciers die een boete ontvingen voor het overtreden van de arbeidswet.
De pilot moet ervoor zorgen dat beboete leveranciers de arbeidswet in de toekomst beter na gaan leven. Bij ernstige overtredingen kan het ministerie alsnog kiezen voor het beëindigen van het contract. De pilot duurt tot en met 2023.
Van de elf miljoen euro die het Rijk in 2018 beschikbaar stelde voor de aanleg van infraprojecten is sindsdien slechts 7,3 miljard besteed. Een derde van de begrote infraprojecten is de afgelopen jaren doorgeschoven, blijkt uit de Infrastructuurmonitor 2020-2021 van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). Het aandeel projecten dat in de beginfase vertraging oploopt zal dit jaar naar verwachting verdubbelen.
Het EIB noemt meerdere oorzaken voor het doorschuiven van projecten: capaciteitsproblemen, hoge complexiteit van projecten en de stikstofproblematiek. Een gedeelte van het budget dat bij het Regeerakkoord in 2018 werd vastgesteld is zelfs doorgeschoven tot na 2025. De komende jaren komt er wel meer geld beschikbaar voor de aanleg van hoofdwegen, vaarwegen en spoorwegen, met een piek in 2023 en 2024. In die jaren zal er zo’n 8,5 tot negen miljard euro beschikbaar zijn vanuit het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.
Vertraagde projecten
In de verkennings- en planfase van wegenbouwprojecten verdubbelde de vertraging (wijziging van het opleveringsjaar) ten opzichte van 2020. In dat jaar raakte nog vijftien procent van alle startende projecten vertraagd. In 2021 voorspelt het EIB dat bijna dertig procent van de projecten vertraagd raakt. Dat is te wijten aan de stikstofproblematiek, maar het EIB noemt ook PFAS en mogelijke vertraging bij aanbestedingstrajecten door bemoeilijkte communicatie, veroorzaakt door de coronacrisis. Bij wegenbouwprojecten die zich al in de realisatiefase bevinden is deze stijging niet te zien.
Staatssecretaris Barbara Visser heeft vorige week haar handtekening gezet onder het contract voor het Grensverleggend IT-project (GrIT), dat de IT-infrastructuur bij Defensie moet verbeteren. Hiermee kan het project, dat in de aanbestedingsfase veel kritiek oogstte, definitief van start. Consortium Athena (IBM, Unica en Atos) mag het zeven jaar durende project uitvoeren.
Begin vorig jaar zette Visser de aanbesteding nog on hold en koos zij voor ‘heroverweging’ van het ingezette traject. Het Bureau ICT Toetsing (BIT) had tot dat moment al drie keer stevige kritiek geuit op de opzet van het project. Het project zou te complex en risicovol zijn. Athena dreigde vervolgens een miljoenenclaim bij Defensie neer te leggen vanwege opgelopen vertraging en reeds gemaakte kosten.
Scenario’s
Visser schreef daarop aan de Tweede Kamer dat ze bij de heroverweging twee scenario’s zou onderzoeken: een waarbij gestreefd zou worden naar een geleidelijke realisatie van de nieuwe IT-infrastructuur, in samenwerking met meerdere marktpartijen, en een scenario waarbij het toenmalige plan opgeknipt zou worden en er strakke afspraken met de leveranciers gemaakt zouden worden. Defensie koos voor deze laatste aanpak, die eind 2020 positief beoordeeld is door het BIT. Het project is nu opgeknipt in meerdere fasen, bevat stuurmiddelen om prestaties van het consortium af te dwingen en kan op elk moment worden beëindigd. Ook kan Defensie nieuwe leveranciers toevoegen aan het contract.
Het GrIT-project moet de verouderde en versplinterde IT-infrastructuur van Defensie verbeteren. Dat zal in totaal zeven jaar in beslag nemen. In de eerste fase worden onder andere twintig datacenters gebouwd en zal er een extra beveiligd netwerk en een eigen, mobiel netwerk voor Defensie worden aangelegd.
Bron: AGConnect.nl
De Provinciale Staten van Groningen gaan advies inwinnen bij externe deskundigen inzake het project Ring-Zuid in Groningen. Het project dreigt veel duurder uit te vallen en grote vertraging op te lopen omdat de verhoudingen tussen opdrachtgever Rijkwaterstaat, aannemer Herepoort en de provincie verstoord zijn.
Deskundigen op het vlak van bouwkunde, staats- en bestuursrecht moeten antwoord geven op de vraag of en hoe de provincie het project kan bijsturen. De vraag is hoeveel ruimte daarvoor bestaat binnen de gesloten contracten.
Het project Ring-Zuid werd in 2016 gegund aan aannemer Herepoort en heeft een waarde van 388 miljoen euro. Door vertraging en oplopende kosten dreigt het project veel duurder uit te vallen. Hoewel de provincie geen opdrachtgever is, moet deze wel de extra kosten dragen. Daarmee loopt de provincie het risico dat de geplande aanleg van een treinverbinding naar Duitsland, een spoorlijn tussen Veendam en Stadskanaal en de verbreding van de N33 niet doorgaan. Het rijk liet afgelopen zomer al weten geen extra geld beschikbaar te stellen.
Slepende kwestie
Er is het hele jaar al ophef over de Ring-Zuid. Het is niet duidelijk hoeveel extra kosten het project precies met zich meebrengt. Naar verwachting gaat het om enkele miljoenen. Twee weken geleden liet Herepoort weten voorlopig alleen verder te gaan met bouwdelen die niet kunnen wachten, omdat de onderhandelingen over de financiering van extra kosten nog niet rond zijn.
Eerder pleitte de oppositie binnen de Provinciale Staten al voor het opknippen en opnieuw aanbesteden van het project. Volgens de nieuwe planning moet de Ring-Zuid in 2024 klaar zijn, drie jaar later dan gepland.
Bron: DvhN.nl
De Europese Commissie heeft belangenverstrengeling bij het inhuren van vermogensbeheerder BlackRock onvoldoende meegewogen, oordeelde de Ombudsman van de Europese Commissie vorige week. BlackRock mag na het winnen van een Europese aanbesteding advies geven over de rol van klimaat in bankenregulering, terwijl het bedrijf zelf grootschalig investeert in fossiele brandstoffen.
De gunning aan BlackRock, dit voorjaar, leidde al tot ophef onder Europarlementariërs en activisten. Die dienden een klacht in. De Ombudsman oordeelt nu dat de Commissie ‘strenger’ en ‘waakzamer’ had moeten zijn, maar is geen sprake van het overtreden van de aanbestedingsregels. Wel adviseert de Ombudsman de Europese Commissie de Europese klimaatambities voortaan mee te nemen bij een dergelijke aanbesteding.
Invloed
BlackRock schreef zich met een opvallend laag tarief in voor de opdracht. Dat kan een poging tot beïnvloeding zijn, waarschuwt de Ombudsman. De komende jaren wil de Europese Commissie de grip op de financiële sector verstevigen, om ook daar vergroening te realiseren. BlackRock zou daarom wellicht meer invloed willen krijgen op besluitvorming over de financiële sector. Dat beeld wordt versterkt door een rapport dat de Corporate Europe Observatory vorige week uitbracht. Dat stelt dat BlackRock de afgelopen tijd probeerde nieuwe criteria voor duurzame investeringen af te zwakken.
De Europese Commissie verweert zich met het argument dat er geen sprake was van belangenverstrengeling omdat de adviserende tak van BlackRock losstaat van de investeringstak.
Bron: NRC.nl
Omdat Rijkswaterstaat belangrijke informatie pas na de gunning vrijgaf, loopt de versterking van de Afsluitdijk vertraging op. De versterking van de Afsluitdijk zal drie jaar later dan gepland gereed zijn, mogelijk nog later, schrijft minister Van Nieuwenhuizen aan de Tweede Kamer.
De opdracht voor de versterking van de Afsluitdijk werd destijds gegund aan BAM en Van Oord. Rijkswaterstaat voorzag geïnteresseerde partijen van informatie over stromingen en de kracht en hoogte van de golven, waarop de ontwerpen voor het project werden gebaseerd. Na de gunning kwam Rijkswaterstaat met extra data. Daaruit bleek dat het ontwerp voor de bouw van de nieuwe sluizen bij Den Oever en de versterking van de bestaande sluizen bij Kornwerderzand toch niet zou voldoen bij uitzonderlijke omstandigheden: een lage waterstand in het IJsselmeer en extra krachtige golven.
Deltafonds
Daarop moesten de ontwerpen van de sluizen worden aangepast. Dat leidt nu tot vertraging en extra kosten. Omdat het een fout van Rijkswaterstaat betreft worden extra kosten voor de bouwers opgevangen met middelen uit het Deltafonds.
De Afsluitdijk moet worden versterkt vanwege klimaatverandering. Het project had in 2022 klaar moeten zijn. Dat wordt 2025, mogelijk zelfs nog later. Het is nog niet bekend hoeveel de aanpassingen aan het ontwerp gaan kosten.
Bron: Trouw.nl
Er is te weinig aandacht voor kwaliteit van ingekochte vervolgbehandeling voor tbs’ers. Dit belemmert de door- en uitstroom binnen tbs-klinieken, waardoor nog grotere druk op de tbs-zorg komt te staan. Dat concludeert de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJV) die onderzoek deed naar tbs in Nederland.
Aanleiding voor het onderzoek waren diverse indicenten met tbs’ers die tijdens de resocialisatiefase opnieuw strafbare feiten pleegden. De IJV concludeert in het rapport ‘Geen kant meer uit kunnen’ dat het hoofd behandeling in een forensisch psychiatrisch centrum (FPC) onder grote druk staat, er te weinig personeel is de wijze van inkoop voor een slechte doorstroom van tbs’ers zorgt. Dat laatste veroorzaakt grote druk op de beschikbare plekken.
Inkoop door DJI
De Dienst Justitiële inrichtingen is verantwoordelijk voor de inkoop van vervolgvoorzieningen, voorzieningen waarnaar tbs’ers kunnen doorstromen na initiële behandeling. De IJV concludeert het volgende: “De vervolgvoorzieningen zijn via de aanbestedingsprocedure door DJI gecontracteerd waarbij inhoudelijke kwaliteit geen onderscheidend criterium is.” Het hoofd behandeling kan er daardoor soms niet op vertrouwen dat de vervolgvoorziening toereikend is voor een cliënt, vooral als er zich een nieuwe aanbieder aandient. Nieuwe aanbieders verklaren bij inschrijving te voldoen aan de vooraf gestelde institutionele vereisten maar dit wordt niet op voorhand gecontroleerd. Is de zorg toch niet afdoende, dan kunnen er pas bij een volgende aanbesteding eisen worden toegevoegd. “Dit vormt een risico omdat elke aanbieder die voldoet aan de minimale eisen om forensische zorg te leveren, zich kan inschrijven op de aanbesteding en zodoende inkomsten genereren zonder oog te hebben voor de kwaliteit van forensische zorg”, stelt de IJV.
Daarnaast wordt kwaliteit in aanbestedingsdocumentatie omgezet in het begrip ‘doelmatigheid’, dat alleen stuurt op een zo kort mogelijke duur van de behandeling. Ten slotte stelt de Inspectie dat de Europese aanbestedingsregels de doorstroom beperken. “Het stelsel biedt onvoldoende langdurige zekerheid die nodig is om als FPC uit te breiden.”
Nieuwe inkoopsystematiek
Minister Dekker van Rechtsbescherming wil naar aanleiding van het rapport ‘binnen de kaders van de aanbestedingswet tot een nieuwe inkoopsystematiek te komen.’ Die moet de DJI beter in staat stellen op capaciteit en kwaliteit te sturen. Naar verwachting is de nieuwe systematiek eind dit jaar gereed, stelt hij in een brief aan de Tweede Kamer.
De Algemene Rekenkamer concludeert dat de aanschaf van vier nieuwe onderzeeboten nog eens 730 miljoen euro extra gaat kosten. Dit bedrag komt bovenop de 1,14 miljard euro waarmee het budget al was verhoogd. In totaal kunnen de kosten op 3,5 tot 4 miljard euro uitkomen.
De Tweede Kamer had de Algemene Rekenkamer gevraagd te onderzoeken hoeveel extra kosten er gemoeid zouden zijn met de aanschaf van de nieuwe onderzeeërs. De aanbesteding loopt nog, waarvoor niet alleen Damen Shipyards in de running is, maar ook het Duitse Thyssen en het Franse Naval nog meedingen naar de gunning. De beslissing over de gunning werd een jaar geleden al verwacht. Toen die uitbleef en de Tweede Kamer alleen een tussenstand ontving van Defensie, vroeg men om een aanvullend onderzoek. De Algemene Rekenkamer stelt dat het huidige budget niet toereikend zal zijn voor de aanschaf en het in de vaart houden van de onderzeeboten.
In een reactie op het rapport laat minister Bijleveld van Defensie weten dat ze zich niet kan vinden in de conclusies van de Algemene Rekenkamer. Volgens Bijleveld is een verhoging van het budget niet noodzakelijk en biedt het gehanteerde budget voldoende financiële ruimte.
Bron: NRC.nl
In de top 25 duurzaamste publieke opdrachtgevers van Nederland komt de provincie Noord-Holland voor het tweede jaar als beste uit de bus. De gemeente Venlo en Rijkswaterstaat staan op plaats twee en drie in de door Bouwend Nederland samengestelde lijst.
Zowel de provincie Noord-Brabant als de gemeente Venlo zetten het afgelopen jaar vol in op duurzaamheid. De provincie hanteerde in vijf van de acht openbare aanbestedingen de zwaarste gunningscriteria op het gebied van duurzaamheid. De gemeente Venlo paste bij nagenoeg alle aanbestedingen duurzame gunningscriteria toe. Bij dertig procent van de aanbestedingen die Rijkswaterstaat in de markt zette speelde duurzaamheid ook een grote rol, waardoor Rijkswaterstaat van plaats acht naar plaats drie steeg.
Grote stijgers en nieuwe binnenkomers in de lijst waren de gemeente Vlaardingen, Emmen, Bergen op Zoom en Katwijk.
Bron: Bouwend Nederland
Publieke opdrachtgevers gebruiken steeds vaker te lage plafondprijzen in aanbestedingen. Dat doen ze soms zelfs bewust, meldt Cobouw op basis van gesprekken met deskundigen.
De trend is zichtbaar bij gemeenten en andere publieke opdrachtgevers. Door een aanbesteding met een lage plafondprijs in de markt te zetten kunnen aanbestedende diensten de prijs laag houden. Zo wordt voorkomen dat een ontwerp te veel geld gaat kosten. Gemeenteraden willen bijvoorbeeld de kosten drukken om goede sier te maken, nog voor het ontwerp van een gebouw of werk vaststaat. Dat levert echter veel frustratie op bij bouwers. Als de aannemer er na inschrijving achter komt dat het project wel degelijk veel duurder uitpakt dan het plafondbedrag moet deze zijn verlies nemen of de aanbesteding aan zich voorbij laten gaan. De gemaakte tenderkosten zijn dan wel voor rekening van de aannemer, soms duizenden euro’s.
Soms leidt een te lage plafondprijs ook tot weinig of geen animo voor projecten, zoals het geval was bij werkzaamheden aan de A9, A15 en N206, het project Zeetoegang IJsselmond van Rijkswaterstaat en de aanleg van het Zuidasdok. Niet zelden wordt de aanbesteding dan stopgezet en later opnieuw in de markt gezet met een hoger plafondbedrag.
Onkunde
Er is echter niet altijd sprake van kwade opzet. Soms is er ook onkunde in het spel. Partijen weten niet altijd wanneer ze de plafondprijs in kunnen zetten. Bij een aanbesteding op basis van Best Value is het plafondbedrag nog steeds een must. Maar in andere gevallen zou een vloerbedrag in plaats van een plafondbedrag een veel beter idee zijn, zeggen experts tegen Cobouw.
Bron: Cobouw.nl
De Procura+ Award voor ‘Aanbestedingsinitiatief van het Jaar’ is dit jaar gewonnen door de Gemeente Haarlem. De gemeente krijgt de prijs voor de aanbesteding van grond-, weg- en waterbouw.
De jury roemt de samenwerking tussen gemeente en leveranciers. Door middel van goed leveranciersmanagement lukte het de gemeente sociale en duurzame doelen te bereiken. In het kader van social return vraagt de Gemeente Haarlem aan alle leveranciers minstens vier procent van de inkomsten te besteden aan de inhuur van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het inkoopbeleid van de gemeente is al sinds 2008 erop gericht de stad klimaatneutraal te maken.
Deze week verschijnt het boek ‘Kinderen van de Staat. Jeugdzorg in ademnood’, van onderzoeksjournalist Hélène van Beek. In het boek beschrijft ze hoe de aanbesteding van jeugdzorg in Noord-Hollandse gemeenten naar een enkele aanbieder wordt geschreven, die op meer plekken in Nederland niet naar behoren leverde.
Achttien gemeenten in Noord-Holland Noord schreven in 2018 een aanbesteding uit. Die werd gewonnen door aanbieder Horizon. Van Beek ontdekte dat dit bedrijf gelieerd was aan aanbieder Incluzio, dat al zakendeed met de gemeente Hollands Kroon. De aanbesteding werd geheel naar de werkwijze van Horizon toegeschreven. Een aanbieder met een aanpak die elders in Nederland niet leidde tot gewenste resultaten.
Van Beek is drie jaar bezig geweest met het onderzoek voor het boek, waarbij ze vaak lang moest wachten op informatie die ze opvroeg via de Wet openbaar bestuur. Ook moest ze op het matje komen bij de Raad van Toezicht van Horizon. Van Beek spreekt van een doofpotcultuur en hoopt dat haar boek raadsleden en andere betrokkenen wakker schudt.
Bron: Noord-Hollands Dagblad
Kwaliteit zal voor minstens zestig procent meewegen bij de gunning, bij de aanbesteding van tolkdiensten voor de overheid. Ook wordt er ingezet op monitoring van de dienstverlening. Dat laat minister Grapperhaus van Veiligheid en Justitie weten aan de Tweede Kamer.
Afgelopen jaar ontstond er veel ophef rondom de inzet van tolken via intermediairs. De tolkdiensten zouden moeten worden aanbesteed, waartegen tolken in verzet kwamen. Zij voorzagen dalende inkomsten en teruggang in kwaliteit. De Tweede Kamer schakelde een parlementair advocaat in om uit te zoeken of de overheid aanbestedingsplichting was ten aanzien van de tolkdiensten. Dit bleek niet zo te zijn, maar Grapperhaus koos toch voor aanbesteden omdat de hoeveelheid in te kopen tolkdiensten te divers zou zijn en de aanbestedingsdrempel zou overschrijden.
In juni vond een kamerdebat plaats over het aanbesteden van tolkdiensten, waarbij vier moties werden aangenomen. Daaruit vloeien nu het gebruik van kwaliteitseisen en de inzet van monitoring voort. De eerste aanbesteding voor tolkdiensten is al in de markt gezet. De eerste contracten zullen medio 2021 vorm krijgen. Grapperhaus verwacht in 2022 inzicht te kunnen geven in de werking van de nieuwe systematiek.
Kamervragen
Kamerlid Van Nispen (SP) heeft opnieuw kamervragen gesteld over de nieuwe werkwijze. Volgens Van Nispen ondervinden andere Europese landen die dezelfde systematiek aanhouden problemen met de inkoop van tolkdiensten. Bovendien zouden tolken nog steeds te weinig verdienen.
Minister de Jonge geeft toe dat hij duidelijker had moeten communiceren rondom de appathon voor de corona-app, in april van dit jaar. Het ging volgens hem slechts om een marktconsultatie waarbij het niet zeker was of de georganiseerde appathon een app zou opleveren.
“Als ik daarop terugkijk, had ik beter duidelijk moeten maken dat we een zoektocht aan het starten waren waarvan we niet zeker wisten of die ons aan het einde van dat weekend daadwerkelijk een bruikbare app zou gaan opleveren, en dat het echt bedoeld was als marktconsultatie. Dat had ik er op zijn minst duidelijker bij moeten communiceren. Ik denk dat daardoor de verwachting te hoog was en het resultaat te teleurstellend”, legt hij uit in de Tweede Kamer. Kamerleden hadden om een reflectie op het handelen rondom de appathon gevraagd. De Jonge zegt dat hij hoopte dat reeds ontwikkelde apps goed genoeg zouden zijn om direct in gebruik te nemen. Dat bleek niet het geval te zijn.
Overhaast
Er kwam veel kritiek op de door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport georganiseerde weekend, de zogeheten ‘appathon’. Inschrijvende partijen hadden slechts enkele dagen om een compleet uitgewerkt voorstel voor een corona-app in te dienen, dat in een krap tijdsbestek beoordeeld moest worden door experts. Volgens critici was de procedure overhaast ingezet en gedoemd te mislukken.
De appathon vond nog wel doorgang met zeven partijen, waarna het ministerie zelf een ontwikkelteam samenstelde, dat met de CoronaMelder kwam.
Een prestatiecontract voor 80 bruggen en sluizen wordt volgend jaar mei gegund door Rijkswaterstaat. Het gebundelde contract moet innovatie stimuleren en kosten drukken.
De partij die de opdracht gegund krijgt, is voor een looptijd van minstens zes jaar verantwoordelijk voor onderhoudswerkzaamheden, mogelijk zelfs tien bij verlenging. Rijkswaterstaat vraagt inschrijvers wel om innovatiekracht. “Het accent van de werkzaamheden ligt op werktuigbouw, elektrotechniek en industriële automatisering. Veel van de stuw- en sluiscomplexen in het gebied zijn recent gerenoveerd en daarbij voorzien van sensoren. De door deze sensoren geleverde data biedt veel kansen om het beheer en onderhoud te optimaliseren en te verduurzamen.”
Met het gebundelde contract komt Rijkswaterstaat ook tegemoet aan wensen van de sector, die al langer vraagt om projecten op te schalen en te clusteren. De waarde van het contract is nog niet bekend.
Het ministerie van Defensie trekt een voorlopige gunning voor de levering van gevechtspakken in het project Defensie Operationeel Kledings Systeem (DOKS) weer in. Een afgewezen potentiële leverancier spande in mei van dit jaar een kort geding aan tegen het ministerie omdat deze het niet eens was met de afwijzing. Defensie wacht de uitkomst van de rechtszaak niet af en trekt de gunning nu al in.
Defensie constateert zelf dat de aanbestedingsdocumentatie niet helder genoeg is. Staatssecretaris Visser schrijft in een brief aan de Tweede Kamer: “Naar aanleiding van de dagvaarding heeft Defensie geconstateerd dat de aanbestedingsstukken op onderdelen onduidelijk en voor meerdere uitleg vatbaar zijn.” Vijf bedrijven die in het voorjaar van 2019 al waren geselecteerd door het ministerie, worden opnieuw uitgenodigd een inschrijving te doen. “In een nieuwe gunningsfase kunnen onduidelijkheden worden gecorrigeerd en worden de lessen uit de eerdere fase van de gunning toegepast”, stelt Visser.
Overbrugging
Het project krijgt door het intrekken van de gunning een jaar vertraging. Militairen krijgen naar verwachting medio 2023 de kleding die door het project DOKS verstrekt moet worden. Ter overbrugging krijgen alle militairen een aangepaste versie van het gevechtspak dat nu wordt gedragen door het Korps Mariniers.
Staatssecretaris Keijzer laat het aan de provincies om onderzoek te doen naar de mogelijke fraude bij de aanbesteding van de concessie IJssel-Vechtstreek. Dat laat ze weten aan de Tweede Kamer. Kamerleden hadden gevraagd of zij bereid was een onderzoek in te stellen.
Keijzer stelt dat het reeds ingestelde onderzoek van de provincies Flevoland, Overijssel en Gelderland afdoende is. Indien er strafbare feiten zijn gepleegd is het aan het Openbaar Ministerie om de zaak verder op te pakken. Als de lopende onderzoeken zijn afgerond wil Keijzer wel in gesprek met de provincies om te bekijken welke lessen er uit de zaak getrokken kunnen worden.
Vandaag besluiten de drie provincies of ze de verleende concessie aan Keolis intrekken.
Onderzoeksplatform Follow the Money meldde eind mei dat er gebruik gemaakt zou zijn van side-letters, waardoor het vereiste zero-emissie-materieel niet geleverd hoefde te worden. Keolis meldde daarop zelf het voorkomen van onrechtmatigheden bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) stelt ruim 44 miljoen euro beschikbaar voor een eerste pakket om bouwwerkzaamheden te versnellen. Ook haalt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de aanbesteding voor de A58 en de A1 naar voren. Het eerder inplannen van de werkzaamheden moet een impuls geven aan de Nederlandse bouwsector.
Van Nieuwenhuizen maakt melding van de investering van 44,1 miljoen euro in een voortgangsrapportage over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). De verbreding van de A1 bij knooppunt Azelo stond gepland voor 2022, maar wordt nu bewust eerder in de markt gezet. Naast grote bouwprojecten, worden ook onderhoudswerkzaamheden aan de Nederlandse infrastructuur eerder ingepland. Het gaat dan om het versneld uitvoeren van asfaltwerkzaamheden, onderhoud en renovatie aan sluizen, tunnels of bruggen of werk voor de kustlijnzorg. De vervroegde werkzaamheden moeten de bouwsector ondersteunen nu deze te maken krijgt met de coronacrisis en de al langer spelende stikstofproblematiek.
Investeren in fietsinfrastructuur
Daarnaast wil het ministerie fors investering in fietsinfrastructuur. Aan het einde van de huidige kabinetsperiode moet er in totaal een half miljard euro aan investeringen gedaan zijn om de infrastructuur voor de fietser te verbeteren. Dan gaat het onder meer om de aanleg van fietssnelwegen.
De Duitse overheid is in verlegenheid gebracht door de chaotische afhandeling van de inkoop van mondkapjes. Die vond plaats via een Open House-constructie. Veel handelaren sloten een deal en leverden mondkapjes, maar betaling blijft vooralsnog uit.
Net als andere Europese overheden zocht ook Duitsland aan het begin van de coronacrisis naarstig naar beschermingsmiddelen voor zorgpersoneel. Het Duitse ministerie van Volksgezondheid bestelde bij zevenhonderd leveranciers mondkapjes. Een deel daarvan heeft inmiddels een rechtszaak aangespannen tegen het ministerie omdat deze niet overgaat tot betaling. Specialisten stellen dat de Duitse overheid beter had kunnen kiezen voor een raamovereenkomst in plaats van een Open House-constructie.
Afgekeurde mondkapjes
Na het uitschrijven van de procedure werden er 738 orders geplaatst door het ministerie, maar het is onduidelijk hoeveel maskers er in totaal geleverd zijn. Wel werd duidelijk dat de keuringsinstantie TÜV niet in staat was alle geleverde maskers op tijd te testen. Bij de testen die wel uitgevoerd werden, bleek dat een vijfde van de maskers ondeugdelijk was.
De afgekeurde mondkapjes zijn opgeslagen. Leveranciers klagen dat ze de mondkapjes niet terug kunnen krijgen, niet betaald krijgen en ook in sommige gevallen ook geen testresultaten hebben waarmee aangetoond kan worden dat de mondkapjes inderdaad niet deugen.
De Nederlandse Spoorwegen krijgen de concessie voor het hoofdrailnet opnieuw gegund voor tien jaar. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat omzeilt daarmee net op tijd strengere Europese regelgeving die buitenlandse concurrentie op het spoor moet vergemakkelijken.
De huidige gunning aan de NS loopt voor een periode van tien jaar vanaf 2015, en zou dus in 2024 aflopen. Het kabinet kiest opnieuw voor een onderhandse gunning aan de NS, en niet voor een aanbesteding van het hoofdrailnet. De concessie wordt net gegund voor er vanuit Europa strengere regels ingaan. De Europese Commissie wil dat er in de toekomst meer concurrentiemogelijkheden zijn op het spoor, ook voor buitenlandse vervoerders. Het kabinet stelt wel als voorwaarde dat de prestaties van de NS verder omhooggaan. Enkele regionale lijnen worden vanaf 2025 wel aanbesteed, zoals de sprinter tussen Zwolle en Leeuwarden.
Nadelen van aanbesteden
Van Veldhoven ziet een aantal nadelen kleven aan een aanbesteding van het
vervoer op het hoofdnet. Het net zou opgeknipt moeten worden voor diverse
aanbestedingen, een complexe aangelegenheid waar voor het aflopen van de huidige
concessie te weinig tijd voor is. Daarnaast is het netwerk dichtbereden en
complex. Nederland zou ook een ‘testcase’ worden voor de nieuwe Europese regels,
die volgens Van Veldhoven deels nog onduidelijk zijn. “Aanbesteding van de
integrale HRN-vervoerconcessie is zeer complex en risicovol voor zowel
opdrachtgever als opdrachtnemer”, schrijft ze aan de Tweede Kamer. Door
voor een nieuwe onderhandse gunning te kiezen wil ze eventuele risico’s
minimaliseren.
Volgens Van Veldhoven staat het belang van de reiziger voorop, ongeacht de manier van gunnen. “De Commissie erkent dat er situaties zijn waarin je toch niet voor aanbesteding zou willen kiezen. In het belang van de reiziger”, stelt ze.
Bron: de Volkskrant
Minister Hoekstra van Financiën heeft de Tweede Kamer laten weten dat de aanbesteding van betalingsverkeer van de Rijksoverheid worden uitgesteld. Potentiële leveranciers geven aan zich niet optimaal voor te kunnen bereiden op de inschrijving. Daarom worden pas vanaf augustus nieuwe aanbestedingen voor betalingsverkeer van de Rijksoverheid gepubliceerd.
“De financiële instellingen die mogelijk belangstelling hebben voor de aanbesteding ‘girale betalingsverkeer Rijk’ gaven in een vragenronde in meerderheid aan dat de gewijzigde werkwijze en werkzaamheden ten gevolge van het coronavirus, een optimale voorbereiding van een inschrijving op dit moment bemoeilijkt”, schrijft Hoekstra in een brief aan de Tweede Kamer. Hij kondigde in maart van dit jaar al aan dat het Rijk de aanbestedingen uit zou schrijven.
Alleen de aanbesteding voor betaalverkeer via creditcards loopt nu. Deze bevindt zich in de beoordelingsfase. De rest van de publicaties volgt later dan gepland omdat het ministerie verwacht anders te weinig of ongeschikte inschrijvingen te zullen ontvangen. De nog te publiceren aanbestedingen worden vanaf augustus steeds met tussenpozen van twee maanden openbaar gemaakt.
Vorige week kondigde het kabinet aan dat er een beschikbaarheidsvergoeding komt voor openbaar vervoer onder concessie. OV-bedrijven schalen sinds 1 juni hun werkzaamheden op maar lopen door gedaalde reizigersaantallen – vanwege het coronavirus – inkomsten mis. De overheid streeft ernaar die te compenseren.
OV-bedrijven kunnen een vergoeding tot 93% van de kostendekkingsgraad krijgen. In totaal zal dat de overheid 1,5 miljard euro kosten. Voorwaarde is wel dat vervoerders afzien van het uitkeren van dividend en bonussen. Ook het inkopen van eigen aandelen is uit den boze. Het bedrag dat overblijft leggen de vervoerders zelf bij.
“De partijen die een beroep doen op de vergoeding zullen volledig meewerken aan het gevraagde inzicht in de kosten en in de opbrengsten die wel binnenkomen. De decentrale overheden betalen de bijdragen vanuit de huidige concessieafspraken volledig door”, schrijft staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Stientje van Veldhoven, in een brief aan de Tweede Kamer.
De steunmaatregelen zullen lopen over de periode van 31 maart tot en met 31 december 2020 en worden daarna geëvalueerd.
De door de Europese Commissie uitgeschreven aanbestedingen voor beschermingsmiddelen en medische apparatuur hebben nog geen daadwerkelijke levering opgeleverd voor Nederland. Dat schrijft Minister van Rijn in reactie op kamervragen over de Europese aanbestedingen.
Vanaf 28 februari konden alle EU-lidstaten zich inschrijven voor deelname aan de Europese aanbestedingen. Op dit moment lopen er vier Europese aanbestedingen: twee procedures voor persoonlijke beschermingsmiddelen, één voor beademingsapparatuur en één voor laboratoriumapparatuur en materiaal.
Schaarste
Van Rijn laat weten dat ook op Europees niveau beschermingsmiddelen en medische apparatuur schaars zijn. “Bij de Europese aanbestedingsprocedures loopt de EC tegen vergelijkbare problematiek aan als de individuele lidstaten die persoonlijke beschermingsmiddelen en andere hulpmiddelen proberen in te kopen. Voorbeelden hiervan zijn de schaarste van de middelen, lange levertijden en de noodzaak tot aanvullende controle op kwaliteit van beschermingsmiddelen die niet uit Europa komen.”
Er wordt op dit moment een inventarisatie gemaakt van leverbare producten. Tot nu toe blijkt dat geen van de middelen op korte tijd geleverd kan worden. Voor beademingsapparatuur kijken de lidstaten zelfs tegen een levertermijn van 52 weken aan bij het bedrijf dat de aanbesteding heeft gewonnen.
Landelijk Consortium Hulpmiddelen
Nederland heeft zich voor alle procedures ingeschreven. Voor drie van de vier aanbestedingen heeft de Europese Commissie inmiddels raamcontracten getekend met bedrijven. Medische apparatuur en beschermingsmiddelen die de afgelopen tijd wel geleverd konden worden, zijn ingekocht door Het Landelijk Consortium Hulpmiddelen.
Minister Grapperhaus van Justitie heeft de Tweede Kamer laten weten dat tolkdiensten toch aanbesteed zullen worden, ondanks aanhoudend protest van tolken en vertalers. Het intern regelen van tolkdiensten – waardoor een aanbesteding niet noodzakelijk is – is volgens Grapperhaus geen optie.
Grapperhaus geeft in een kamerbrief aan dat hij niet wil kiezen voor het intern regelen van tolkdiensten, via het inhuren van tolken bij het Rijk of door eigen medewerkers in te zetten als intermediair. Volgens Grapperhaus is het aantal benodigde tolkdiensten te groot en te divers. Ook overschrijdt de grootste opdrachtgever, het OM, met het aantal benodigde tolken de drempelwaarden voor het aanbesteden. De huidige wijze van inkoop is als onrechtmatig beoordeeld door de Auditdienst Rijk en de Algemene Rekenkamer, schrijft hij. Daarom zal de inkoop van tolkdiensten voortaan via aanbestedingen verlopen, waarbij gebruik wordt gemaakt van intermediairs.
Parlementair advocaat
Tolken protesteren al vanaf begin dit jaar tegen de voorgenomen inkoop van tolkdiensten via aanbestedingen. Die zouden moeten verlopen via bemiddelingsbureaus, waarbij een deel van de verdiensten dáár, en niet bij de tolken terecht komt. Daarop volgden meerdere gesprekken met de branche en werd er een parlementair advocaat ingeschakeld. Deze concludeerde onlangs dat aanbesteden alleen noodzakelijk is als de overheid kiest voor inkoop via intermediairs.
“Gegeven het advies van de parlementair advocaat en mijn reactie hierop ga ik ervan uit dat er voldoende helderheid is geboden en ga ik over tot het uitvoeren van de aanbestedingen in lijn met de ontwikkelde systematiek”, schrijft de minister.
Vervoermaatschappij Keolis heeft op frauduleuze wijze de aanbesteding voor ov-concessies in de IJssel-Vechtstreek binnengehaald. Door via side letters geheime afspraken te maken over de levering van elektrische bussen met busbouwers Ginaf en BYD lukte het om de aanbesteding binnen te halen, zonder daadwerkelijk levergaranties te krijgen. Dat melden bronnen aan onderzoeksjournalistiek platform Follow the Money.
Keolis kwam via de side letters overeen dat de leveranciers geen gevolgen zou ondervinden van het te laat of niet leveren van elektrische bussen. De zero-emissie voertuigen waren noodzakelijk voor het winnen van de aanbesteding. Op papier was dat geregeld zodat Keolis de opdracht ter waarde van 900 miljoen euro gegund zou krijgen, maar in werkelijkheid hoefde de leverancier de levering niet te garanderen zonder daarvoor gestraft te worden. Die garanties waren wel degelijk een vereiste voor de aanbesteding.
Chinese leverancier
Begin dit jaar schreef de Nederlandse busfabrikant VDL nog een boze brief over de keuze voor een Chinese leverancier in plaats van een Nederlandse fabrikant. Keolis had voor BYD gekozen omdat VDL volgens de vervoerder geen zekerheden kon geven over het leveren van de elektrische bussen. Diverse partijen in de Tweede Kamer stelden naar aanleiding hiervan kamervragen. Staatssecretaris Keizer van Economische Zaken beloofde een onderzoek in te stellen en liet onlangs nog aan de Tweede Kamer weten dat er geen sprake was van onjuist handelen bij de aanbesteding.
De directeur die de sideletters getekend heeft, is geschorst. Dat geldt ook voor de vlootmanager van Keolis. Het vervoersbedrijf laat weten afstand te nemen van de werkwijze en maatregelen te treffen.
Bron: Follow the Money