Op deze website worden advertenties getoond. Van de advertenties wordt de redactie betaald. De redactie verzorgt het nieuws op deze website. Zonder advertenties geen nieuws. Zou je je adblocker daarom willen uitschakelen
Naar aanleiding van een motie op de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is onderzocht hoe de Rijksoverheid meer biologische producten van Nederlandse boeren en tuinders af kan nemen. De resultaten zijn gepubliceerd in een rapport.
Een aangenomen motie van GroenLinks en BBB verzocht tot dit onderzoek, waarbij ook aanbestedingseisen zijn meegenomen. Minister Bruins Slot laat weten dat dit onderzoek in 2021 en 2022 heeft plaatsgevonden. De inkoop van (duurzaam) voedsel binnen het Rijk is daarbij in kaart gebracht en er is een overzicht van de afgelopen jaren opgevraagd.
Uit onderzoek blijkt dat de markt mogelijkheden ziet om de inkoop van biologische producten binnen het Rijk te vergroten en in te zetten op groei van biologische landbouw. Ook het draagvlak onder rijksambtenaren voor meer biologische producten is groot. Zij lijken bereid meer van zulke producten te kopen en daar meer voor te betalen. Er wordt nu een pilot opgezet om onder meer de daadwerkelijke vraag in beeld te brengen en de te stellen eisen in een aanbesteding helder te krijgen.
Het uitgevoerde onderzoek wijst uit dat het mogelijk is een biologisch assortiment in de aanbestedingen van het Rijk uit te vragen. Zo zijn er eisen en gunningscriteria over biologische producten en keurmerken geformuleerd in diverse tools. Alleen zijn er specifieke Europese aanbestedingsprocedures nodig om het streven tot meer biologische inkoop van Nederlandse producenten mogelijk te maken. Een aantal uitdagingen zijn dus in beeld, maar die moeten nog nader worden uitgewerkt.
Door het opgeven van een juiste referentie heeft een ICT-leverancier uit Zeist bot gevangen bij de Amsterdamse rechtbank in een geschil tegen de stad. Amsterdam is op zoek naar een leverancier die een uniform systeem voor informatievoorziening naar de burger toe kan leveren. De eigen kostenraming ging uit van een kostenplaatje van zo’n 14 miljoen euro. Pegamento uit Zeist kwam met een bod dat hier dichtbij kwam. Toch besloot Amsterdam in zee te gaan met het veel duurdere Deloitte dat een offerte van zo’n 26 miljoen euro uitbracht.
Inhoud
Volgens Amsterdam voldeed Pegamento niet aan alle geschiktheidseisen. Er lijkt verwarring te zijn over het verschil tussen best-of-breed en best-of-suite systemen. Daarnaast bracht Pegamento een referentie te berde van een omnichannel informatievoorziening die ouder was dan 3 jaar. Pegamento beargumenteert dat het systeem tot op heden nog steeds wordt doorontwikkeld. Amsterdam kijkt juist naar de datum van de oorspronkelijke implementatie.
Rechtbank
De rechtbank gaat mee in de argumenten van de gemeente Amsterdam om niet voor Pegamento te kiezen, ondanks dat Deloitte zo’n 85% hogere inschrijfkosten hanteert dan de aanbesteding vroeg. De rechtbank voegt wel toe te begrijpen dat Pegamento de keuze van de gemeente ‘moeilijk te begrijpen’ vindt.
Reactie wethouder
De wethouder in Amsterdam geeft aan dat er nooit een plafondbedrag is genoemd, alleen een raming. Amsterdam koos volgens de wethouder voor kwaliteit boven prijs en verwacht door de kosten te spreiden over meerdere jaren geen overschrijding van deze kosten.
Bron: https://www.agconnect.nl/artikel/amsterdam-gunt-ict-project-aan-deloitte-85-duurder
De Europese Unie heeft een verordening aangenomen die buitenlandse subsidies kan onderzoeken wanneer wordt gevreesd voor verstoringen van de interne Europese markt. Het gaat om de verordening buitenlandse subsidies die subsidies van niet-EU landen aan bedrijven die actief zijn in de EU kan onderzoeken.
Extra instrument
Momenteel gelden enkel staatssteunregels op subsidies die door lidstaten zijn toegekend. Met het aannemen van de verordening, is er een EU-instrument beschikbaar dat subsidies kan controleren die niet-EU landen toekennen. Daarmee kan meer gesubsidieerde economische activiteit op de Europese markt onderwerp van onderzoek worden.
Onderzoek
Onderzoek kan op drie verschillende manieren plaatsvinden. Er zijn twee mogelijkheden waarbij gekeken wordt naar gelijke concurrentievoorwaarden, onder andere bij grote overheidsaanbestedingen. De derde optie is een algemeen instrument voor marktonderzoek, onder meer naar kleinere aanbestedingen.
Melding
De drempel voor aanbestedingen in procedures voor overheidsopdrachten is gesteld op ten minste 250 miljoen euro. Wordt dit bedrag overschreden, dan moet er een melding bij de Europese Commissie worden gedaan. Zo niet, dan kan de Commissie geldboetes opleggen en onderzoek doen. Buitenlandse subsidies kunnen met 5 jaar terugwerkende kracht worden onderzocht, maar alleen als deze de interne markt verstoren ná inwerkingtreding van de verordening.
Afwegingstoets
Wanneer de Commissie oordeelt dat een buitenlandse subsidie de markt verstoort, kan zij een afwegingstoets uitvoeren naar de positieve en negatieve effecten van de subsidie. Er zijn diverse maatregelen mogelijk wanneer de negatieve effecten groter zijn dan de positieve.
Op weg naar meer samenhang in bedrijfsvoering binnen het Rijk, is uitvoeringsorganisatie UBR opgeheven per 1 januari. Het orgaan gaat op in vijf nieuwe organisaties, de dienstverlening verandert niet.
Aanleiding
De wijziging is bedoeld om goed voorbereid op complexe vraagstukken bij het Rijk te zijn. Daarnaast zou de nieuwe indeling helder en eenduidig voor iedereen moeten zijn, omdat elke nieuwe organisatie bij elkaar passende vakgebieden onder zijn hoede heeft. Op die manier moeten diensten beter afgestemd zijn op elkaar, op het beleid en op de wensen van klanten.
Herkenbaar
Alle merken en programma’s gaan verder in de vorm zoals ze nu zijn en blijven herkenbaar op dezelfde manier. Ze vallen alleen nu onder één van de vijf volgende organisaties: Rijkorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (Rijksorganisatie ODI), Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL), de Rijksinkoopsamenwerking (RIS) en Organisatie Bedrijfsvoering en Financiën (OBF). P-Direkt, UBR P en Binnenwerk vormen samen Organisatie en Personeel Rijk (O&P Rijk). Het Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP) is sinds 1 januari onderdeel van Logius.
Minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat heeft het rapport ‘Innovatie inkopen in de publieke sector’ aan de Tweede Kamer aangeboden. In het rapport worden aanbevelingen gedaan om specifieke knelpunten bij het innovatiegericht inkopen aan te pakken.
Aanjagen
Europa heeft een doelstelling van 17% innovatiegerichte inkoop. Nederland staat met 11,5% op de derde plaats na Finland en Noorwegen. Een mooie plek op de ranglijst, maar nog niet voldoende voor de Europese norm. De minister benadrukt dat de overheid veel inkoopt en deze inkoopkracht kan gebruiken om de ontwikkeling van innovaties in de markt te stimuleren en uit te lokken. Ze wil een aanjagende rol spelen bij innovatiegericht inkopen.
Belemmeringen
Om de Europese norm te behalen, moeten de belemmeringen die inkopende organisaties ervaren in beeld worden gebracht. Daarnaast moet onderzocht worden hoe die belemmeringen uit de weg kunnen worden geruimd. In het rapport zijn deze punten allemaal bij elkaar gebracht.
Aandachtspunten
De Werkgroep Innovatiegericht Inkopen, bestaande uit koplopers in innovatiegericht inkopen, identificeert drie aandachtspunten. Ten eerste erkennen overheden de potentie van innovatiegericht inkopen nog niet voldoende door de hele organisatie. daarnaast definiëren zij voor zichzelf vaak een te abstracte innovatieagenda en mist een strategie voor innovatiegericht inkopen. Ten slotte willen overheden kosten en risico’s van innovatiegericht inkopen vermijden.
Aanbevelingen
De aandachtspunten kunnen volgens de werkgroep met verschillende aanbevelingen worden aangepakt. Allereerst moet er een strategisch actieplan voor innovatiegericht inkopen komen die in lijn is met de innovatieagenda’s. bovendien zijn voorlichten en ondersteuning nodig en als laatste moeten overheden meer de samenwerking zoeken en initiatieven met elkaar verbinden.
Integrale aanpak
De minister wijst op innovatiegericht inkopen dat als integraal onderdeel moet worden meegenomen bij de ontwikkeling van nieuwe Kennis en Innovatie Agenda’s en Missiegedreven Innovatiebeleid. Daarnaast gaat ze in gesprek met PIANOo en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland om de huidige ondersteuning bij innovatiegericht inkopen mogelijk te kunnen verbeteren. Ook bespreekt de minister hoe de samenwerking op het gebied van innovatiegericht inkopen kan worden verbeterd.
Aan het einde van haar brief wijst de minister er nogmaals op dat de aanbevelingen die zij doet vooral ook actie van individuele inkopende overheden vraagt.
Een onderzoeksrapport over ruim tachtig infraprojecten van Rijkswaterstaat (RWS) tonen aan dat er veel mis is bij de organisatie. Onderzoeksbureaus AT Osborne, PWC en Horvat & Partners analyseerden tientallen projecten in opdracht van minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat. Alle projecten kwamen tussen 2010 en 2019 op de markt. Nadat het onderzoek in juli werd afgerond, ontving de Tweede Kamer de resultaten eind september.
Hogere kosten
De onderzoekers constateren dat Rijkswaterstaat na gunning van projecten snel vervalt in discussies over risico’s die ze eerder niet aan zag komen. Mede hierdoor zijn projecten gemiddeld vijftien tot zestien procent duurder dan in eerste instantie werd aangenomen. Dit patroon van stijgende kosten en overschrijding van begrotingen ontstaat doorgaans ná aanbesteding.
Conclusies
Opvallend is dat er vaak zwakke aannames worden gedaan bij begrotingen van projecten. Daarnaast worden onzekerheden regelmatig vooruitgeschoven, waardoor ze in latere projectfasen alsnog voor moeilijkheden zorgen. Ook schuift RWS aanbestedingsmeevallers heen en weer om zo andere projecten te kunnen financieren. Dat leidt uiteindelijk tot problemen. Daarnaast grijpt RWS soms te laat in als zaken daadwerkelijk mis dreigen te gaan.
Interne problemen
Intern is er voor RWS ook het nodige te winnen. Zo constateren de onderzoekers dat de cultuur moet veranderen, zodat transparantie over onzekerheden beter wordt gecommuniceerd. Ook het bemannen van goede projectteams kan beter, waardoor technische oplossingen van marktpartijen beter kunnen worden beoordeeld.
Verbetertrajecten
Minister Harbers verwacht dat de onzekerheden in grote infraprojecten van alle tijden zullen zijn. De vraag is wat hem betreft vooral hoe daarmee om wordt gegaan. Hij kondigt vooralsnog geen nieuwe maatregelen aan, maar wijst wel op twee verbetertrajecten die lopen binnen het ministerie. Die hebben als doel onzekerheden en oorzaken voor kostenstijgingen eerder te signaleren. Daarnaast moeten er nieuwe afspraken komen over het versoberen van projecten, de verdeelsleutel tussen partijen bij tegenvallers en het gefaseerd uitwerken en realiseren van het project.
Constateringen minister
De minister constateert dat de technische kennis bij RWS de laatste jaren is verslechterd waardoor bij grote projecten te veel risico’s bij marktpartijen terecht kwamen. Daarnaast was er tot 2018 geen eigen ontwerpafdeling waardoor de staat van het eigen areaal niet goed in beeld was.
Complex
Het is de bedoeling nieuwe contract- en aanbestedingsvormen te gebruiken om de relatie tussen RWS en de markt te verbeteren. Harbers vindt dat prijzen realistischer moeten worden en dat risico’s beter beheerst en verdeeld moeten worden. Wel benadrukt hij dat grote infraprojecten complex en onvoorspelbaar blijven.
Staatssecretaris van Defensie Christophe van der Maat verwacht meer geld nodig te hebben voor de aanschaf van vier nieuwe onderzeeërs. Half november wordt het programma van eisen bekend, dan kunnen de drie fabrikanten die nog meedingen naar de opdracht de offerteaanvraag tegemoet zien. Hoeveel geld er precies extra nodig is, blijft vooralsnog onduidelijk.
Budgetoverschrijding
De staatssecretaris wil ‘de werven uitdagen de beste boten tegen de beste prijs te leveren’. Het bekende budget van 3,5 miljard euro wordt in elk geval wel overschreden. Volgens de staatssecretaris moeten Nederland en de NAVO op de unieke capaciteit van de belangrijke strategische wapensystemen van onderzeeboten kunnen rekenen en is de budgetoverschrijding daarmee gerechtvaardigd.
Samenwerking
Op dit moment zijn er nog drie scheepswerven die meedingen naar de opdracht. Alle drie zijn buitenlandse bedrijven: het Zweedse Saab, het Franse Naval en het Duitse ThyssenKrupp Marine Systems. Zij moeten na eventuele gunning verplicht samenwerken met de Nederlandse industrie voor bijvoorbeeld onderhoud. Dit wordt geformaliseerd in een industriële samenwerkingsovereenkomst met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Op die manier wordt Damen betrokken als Saab de aanbesteding wint en komt IHC in beeld als Naval als beste uit de bus komt.
Extra kosten
In het voorjaar werd al bekend dat de aanschaf van de onderzeeërs meer zou gaan kosten dan verwacht. De kosten vallen nu vermoedelijk nóg hoger uit door onder meer de hoge inflatie en hogere prijzen voor bouwmaterialen. De extra kosten worden deels betaald door Defensie. Dit ministerie krijgt er tot en met 2025 sowieso 14,8 miljard euro bij.
Bron: https://fd.nl/politiek/1453629/miljardenorder-nieuwe-onderzeeers-valt-duurder-uit-ucj2caxYxpjV
Onderzoeksbureau Deloitte heeft het eerste deel van het onderzoek naar de mondkapjesdeal met Relief Goods Alliance (RGA) naar de Tweede Kamer gestuurd. Uit het rapport blijkt dat de samenwerking met RGA van onder meer Sywert van Lienden onder grote druk tot stand is gekomen. Wie eindverantwoordelijk is voor het sluiten van de overeenkomst blijft vooralsnog onduidelijk.
Druk vanuit VWS
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) sloot een deal met RGA om zoveel mogelijk mondkapjes in te kopen. Op het moment van de deal was al geen sprake meer van een tekort. Het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) raadde de deal om die reden ook af. Onder grote druk vanuit het ministerie werd de overeenkomst toch gesloten. Nog altijd is onduidelijk wie de exacte verantwoordelijkheid heeft. Ook op de vraag wie verantwoordelijk was voor de prijsbeoordeling van de overeenkomst blijft het antwoord vooralsnog uit.
Reactie minister
Minister Helder (VWS) erkent dat er fouten zijn gemaakt bij het sluiten van de deal. Tegelijkertijd wijst zij op de moeilijke omstandigheden in die periode. Ze erkent dat er lessen moeten worden getrokken om in volgende crises duidelijkheid te hebben over rollen en verantwoordelijkheden.
Vervolg
Het nu gedeelde onderzoek is het eerste deel van een reeks van drie onderzoeken. De twee deelonderzoeken zullen later volgen. Een vergelijking tussen verschillende deals is daarna aan de orde. Bron: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2022/09/16/onderzoeksrapport-deloitte-naar-tweede-kamer
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft een actieplan opgesteld om via het inkoopproces maatschappelijke impact te creëren. Het zogenoemde Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) actieplan is opgesteld voor de periode 2022-2025 en bevat ambities, doelen en acties die verschillende partijen met elkaar afspreken, bespreken en monitoren.
De Rijksinkoopstrategie ‘Inkopen met impact’ krijgt met het actieplan concreter vorm op het Ministerie IenW. Tegelijkertijd is besloten om duurzaamheid in de organisatie te verankeren. Daarmee krijgt het MVI-actieplan inhoud, onder het motto ‘Maatschappelijk Verantwoord Inkopen begint met duurzaam opdrachtgeverschap’.
In aanwezigheid van staatssecretaris Heijnen, die het actieplan eerder al ondertekende, vindt de feestelijke ondertekening op 13 oktober plaats. Die datum markeert de gezamenlijke start met maatschappelijk verantwoord opdrachtgeven én inkopen voor bestuurders van toetredende partijen. Alle partijen die zich bij het manifest aansluiten, stellen een actieplan MVOI op. Al deze actieplannen worden op PIANOo gepubliceerd en dienen als inspiratie. Zo kunnen alle overheden doelbewust inkoopkracht inzetten om meer duurzame en sociale keuzes te maken.
Bron: https://www.pianoo.nl/nl/actueel/nieuws/eerste-actieplan-mvoi-2022-2025-gepubliceerd
Gemeente Den Haag kan geen nieuwe gasleverancier vinden. Zij vraagt daarom ontheffing om tot 1 januari gas van Gazprom te kunnen blijven gebruiken. Uiterlijk 10 oktober moeten alle ruim honderd contracten van Nederlandse gemeenten met het Russische Gazprom zijn opgezegd, zo volgt uit Europese sancties. Den Haag heeft een aanbesteding gedaan, maar krijgt vooralsnog geen nieuwe aanbieder aan zich gebonden.
De gemeente vraagt nu om een ontheffing van de sancties. Zij verwacht dat Rijksoverheid deze verleent zodat Gazprom tot 1 januari gas kan blijven leveren.
Ondertussen gaat de gemeente Den Haag onderhandelen met mogelijke leveranciers over een contract dat begin 2023 in moet gaan. Verwacht wordt dat de kosten veel hoger zullen worden dan momenteel het geval is.
Bron: https://nos.nl/artikel/2442047-den-haag-vindt-na-gazprom-geen-gasleverancier-gemeente-wil-ontheffing
Meer dan de helft van de 345 Nederlandse gemeenten neemt deel aan een inkoopsamenwerking. PIANOo publiceerde een nieuw overzicht met gemeentelijke inkoopsamenwerkingen. Deze variëren van kennisdeling tot operationele inkoop. Gemeenten kiezen soms voor enkel structurele overleggen waarbij eventueel gezamenlijk inkoopbeleid wordt opgesteld. Soms valt de keus op operationele inkoop als onderdeel van de inkoopsamenwerking. Een ambtelijke fusie kan de reden zijn voor samenwerking in inkoop.
Typen samenwerkingen
De kaart van PIANOo kent 3 typen samenwerkingen. De algemene samenwerking is een samenwerkingsverband van gemeenten die op meerdere inkoopgebieden met elkaar samenwerking. Daarnaast wordt er onderscheid gemaakt tussen gemeentelijke samenwerkingen binnen het sociaal domein en afvalverwerking.
Minder inkoopsamenwerkingen
Opvallend is dat er ten opzichte van 2018 veel minder algemene inkoopsamenwerkingen zijn: 35 in plaats van 50. Dat wordt deels veroorzaakt doordat ambtelijke fusies zijn verworden tot bestuurlijke fusies waarbij 1 gemeente is ontstaan. Daarnaast zijn een aantal samenwerkingsverbanden gefuseerd. Tenslotte zijn een aantal samenwerkingsverbanden gestopt en gemeentelijke fusies opgeheven.
Kaart
Door de kaart met een overzicht van gemeentelijke inkoopsamenwerkingen kunnen aanbestedende diensten beter bepalen of zij ergens bij aan willen sluiten. Ook ondernemers die in willen schrijven op aanbestedingen kunnen meer helderheid krijgen. De kaart is te bekijken via de website van PIANOo.
Bron: https://www.pianoo.nl/nl/actueel/nieuws/ruim-helft-gemeenten-aangesloten-bij-inkoopsamenwerking
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten actualiseert na 4 jaar de Handreiking inkoop hulpmiddelen. De handreiking is bedoeld om bij te dragen aan een goede inkoop van hulpmiddelen door gemeenten. In samenwerking met Firevaned, Ieder(in), Per Saldo en het Ketenbureau i-Sociaal Domein is de handreiking weer helemaal up-to-date gebracht. Het strategisch en tactisch inkoopproces wordt hiermee nog beter ondersteund, van voorbereidingsfase tot inkoop en uitvoering van het contract.
Bron: https://vng.nl/nieuws/herziene-handreiking-inkoop-hulpmiddelen?utm_medium=email
Bij de aanbesteding van de huidige douanescanners is geen quick scan nationale veiligheid toegepast. Dat antwoordt minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid op kamervragen van het CDA over de huidige Nuctech-scanners die op Schiphol en in de Rotterdamse haven worden gebruikt. Deze Chinese scanners zijn aanbesteed vóór 2021, toen de douane deze scan is gaan toepassen bij alle aanbestedingen.
Quick scan
Er is overheidsbeleid opgesteld dat voorschrijft dat nationale en veiligheidsoverwegingen worden meegewogen bij de inkoop en aanbesteding van producten en diensten. Ter ondersteuning hiervan werd de quick scan nationale veiligheid ontwikkeld. Deze scan moet organisaties bij de inkoop en aanbesteding van diensten en producten ondersteunen om een risicoanalyse te maken. Eventuele maatregelen kunnen aan de hand van de resultaten van de scan worden genomen.
Nuctech-aanbesteding
De bewuste quick scan bestond nog niet toen de Nuctech-aanbesteding liep. Het kabinet kan niet garanderen dat de Chinese overheid geen enkele toegang heeft tot de scanners of data van de bewuste apparaten. Er loopt op dit moment een onderzoek om te identificeren welke onderdelen van de scan- en detectie-infrastructuur kwetsbaar zijn voor aanvallen door statelijke actoren.
Bron: Security.nl
Uit verkennend onderzoek van Significant Synergy en Nevi naar de publieke inkoopfunctie in 2021 blijkt dat het inkoopveld sterk in beweging is. Er moeten nog flinke stappen worden gezet, met name in waardecreërende processen en ondersteunende infrastructuur. De verwachtingen van de publieke inkoopfunctie zijn hoog, zowel bij beleidsmakers als bij het bredere publiek.
Het onderzoek vindt elke twee jaar plaats. Dit keer vulden zo’n 150 respondenten een vragenlijst in. Dit waren bijvoorbeeld inkopers, contract- en leveranciersmanagers of consultants. De spreiding op basis van inkoopvolume was ruim: van organisaties met een spend lager dan 50 miljoen euro tot meer dan 250 miljoen euro. De resultaten van het onderzoek werden besproken met experts binnen het publieke inkoopdomein.
Allereerst ging het onderzoek in op de randvoorwaarden om inkoopdoelstellingen te realiseren. De belangrijkste randvoorwaarde vinden respondenten met 63% beschikbare tijd en capaciteit van medewerkers. Daarna volgen actueel informatiemanagement (42%) en beschikbaarheid van systemen voor contract- en leveranciersmanagement (42%). Populairste oplossing bij ondersteuning van de inkoopfunctie blijkt het contractmanagementsysteem te zijn, maar liefst 49% van de respondenten zet deze tool in. Ook de spend-analysetool (42%) en aanbestedingssoftware (40%) zijn veelgebruikte hulpmiddelen. Het meest gebruikte besturingsmodel is het centrale model (34%), gevolgd door gecoördineerd (28%), hybride (22%) en decentraal (16%).
Het inkoopbeleid van organisaties wijzigde de afgelopen jaren door gewijzigde doelstellingen (45%), verouderd beleid (28%) en veranderde aanbestedingswetgeving (28%). Belangrijk is de maatschappelijke bijdrage van het inkoopbeleid. Bijna de helft van de respondenten vindt dat onderwerpen als social return, innovatie en betrekken van het MKB nu echt in het inkoopbeleid verankerd zijn. De onderzoekers concluderen dat het goed gaat, maar beter moet. De Nederlandse overheid spendeert jaarlijks 83 miljard euro. Daarmee kan publieke inkoop grote maatschappelijke impact hebben.
Smart contracting zou volgens 24% van de respondenten een bruikbare innovatieve ontwikkeling kunnen zijn. In de praktijk blijkt vaak dat innovatie niet verder gaat dan automatisering van inkoperstaken. Ongeveer een derde van de respondenten geeft aan niet precies te weten wat innovatie voor inkoop kan betekenen. Hier is dus mogelijk nog veel te winnen.
Ook op gebied van aandacht voor contract- en leveranciersmanagement liggen nog veel kansen. Zeker respondenten van organisaties met een spend tot 250 miljoen gaven aan dat daar maar weinig aandacht voor is. Zo’n 40% van de respondenten zegt dat er geen onderscheid tussen typen leveranciers wordt gemaakt bij het management van leveranciers.
Externe hulp inschakelen of inkoopsamenwerkingen aangaan kunnen aanbestedende diensten helpen hun inkoopbeleid naar een hoger niveau te tillen. Met name voor diensten met een volume tot 150 miljoen euro is hier winst te behalen. Zij blijken nu nog maar weinig bijzondere aanbestedingsprocedures in te zetten. Opvallend is echter dat inkoopsamenwerking binnen het publieke domein maar op beperkte schaal plaatsvindt. Tussen de 7% en 30% van het totale inkoopvolume wordt gezamenlijk ingekocht en dan vooral bij grotere inkooporganisaties.
Na afloop van het onderzoek gingen experts in op de resultaten. Zij merken op dat rechtmatigheid eigenlijk steeds minder een issue zou mogen zijn. Tegelijkertijd zou er meer aandacht mogen zijn voor verdere ontwikkeling van de competenties, inspelen op actuele thema’s en het verlagen van toeleveringsrisico’s.
Bron: Significant Synergy
De Rijksoverheid maakt informatie over de eigen inkoop openbaar op een online platform. Vanaf 2022 kan iedereen inzien waar overheidsgeld aan is uitgegeven en wat de Rijksoverheid wil bereiken met de inkoop. Met bekendmaking van rijksbrede inkoopplannen wil de rijksoverheid dat het bedrijfsleven zich beter kan voorbereiden op zakendoen met de overheid.
Op dit moment is op de website van de Rijksoverheid ook al informatie te vinden over rijksbrede inkoop, zoals aanbestedingen en contracten. Het nieuwe platform moet die informatie straks beter en duidelijker weergeven. Bovendien kunnen gebruikers ook de rijksbrede inkoopplannen inzien. De inkoopplannen worden begin 2022 bekendgemaakt. Bedrijven kunnen daarin terugvinden welk duurzaam, sociaal of innovatief aanbod – per bedrijfstak – wordt verwacht. Daarnaast zullen evaluaties over de rijksinkoop en best practices op het platform te vinden zijn. Ook kunnen gebruikers vragen stellen over de beschikbaar gestelde informatie.
Alleen als het vrijgeven van informatie omwille van juridische of veiligheidsredenen niet kan, worden de details van inkooptrajecten of aanbestedingen niet openbaar gemaakt. De overheid zal dan wel toelichten waarom dit niet kan.
Digitaal transparant
Om de data zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de behoeften van bedrijven, werkt de Rijksoverheid bij de ontwikkeling van het online platform samen met de Open State Foundation (OSF). OSF – een onafhankelijke stichting die zich richt op een digitaal transparantie overheid – deed dit jaar onderzoek naar de informatiebehoefte van het bedrijfsleven. De overheid neemt een deel van de gedane suggesties over en ontwikkelt het platform met behulp van EU-subsidie.
Bron: Rijksoverheid.nl
Het ministerie van VWS bestelde begin 2021 extra mondkapjes bij chemieconcern DSM, terwijl er op dat moment ruim voldoende mondkapjes op voorraad lagen. De order werd niet aanbesteed, hoewel er – zoals het ministerie destijds beweerde – geen sprake leek te zijn van ‘dwingende spoed’. Ook compenseerde VWS DSM voor de investering in productiemiddelen voor mondkapjes. Dat blijkt uit onderzoek van de Volkskrant.
DSM kocht in juni 2020 een machine in voor de productie van PP MB, de filterstof die in medische mondkapjes zit. Volgens DSM zegde de overheid op dat moment toe financieel garant te staan voor de investering. Het ministerie van Economische Zaken krabbelde echter terug en weigerde DSM financieel te ondersteunen.
Toen VWS terugkwam op de toegezegde steun ontstond er een conflict, waarna ambtenaren op zoek gingen naar een manier om DSM ‘comfort te bieden’. Dat blijkt uit stukken die de Volkskrant via een wob-verzoek in handen kreeg. Er ging 7,1 miljoen euro naar DSM, ter compensatie van de investering in de productiecapaciteit. Daarnaast plaatste VWS een extra order van 11,6 miljoen euro aan mondkapjes bij de joint venture, die DSM inmiddels met VDL was aangegaan.
Op dat moment kon Nederland zo’n achttien jaar voorruit met veertig miljoen mondkapjes die toen op voorraad lagen. Bovendien werden ziekenhuizen op dat moment weer bevoorraad door eigen, vaste leveranciers. Volgens het ministerie was er echter sprake van ‘dwingende spoed’, dus werd de order niet aanbesteed. Ook ambtenaren zagen dat er wel degelijk voldoende beschermingsmiddelen waren. “Er is veel ingekocht. Je kunt er vanaf skiën”, stelt een ambtenaar in interne stukken, die in handen zijn van de Volkskrant.
Volgens het ministerie is er geen verband tussen de verstrekte compensatie en het bestellen van de mondkapjes. Andere bedrijven die om steun vroegen bij de investering in productiecapaciteit met betrekking tot mondkapjes, zijn verbolgen. Zij kregen van VWS te horen dat er geen financiële ondersteuning voor de investering in productiecapaciteit mogelijk was. Ook was speciaal coronagezant Feike Sijbesma, voormalig CEO van DSM, zowel volgens hemzelf als DSM, niet betrokken bij de deal tussen VWS en het bedrijf.
De joint venture van DSM en VDL blijft tot april 2022 mondkapjes leveren, ook al liggen er momenteel 47 miljoen mondkapjes op de plank bij VWS. Volgens DSM is de productie nog steeds verliesgevend.
Bron: de Volkskrant
De overheid moet duurzaam aanbesteden verplicht stellen. Door het vrijblijvende karakter van duurzame inkoop af te schaffen kan Nederland de klimaatdoelen behalen. En daar moeten we zo snel mogelijk mee beginnen, betoogden Fredo Schotanus, Mark Hillen en Jeroen Wegkamp onlangs in een essay in Binnenlands Bestuur.
Aanbestedingscafe.nl ging in gesprek met Fredo Schotanus, bijzonder hoogleraar Publieke Inkoop UU en principal consultant bij Significant Synergy en Mark Hillen, directeur en voorzitter van Social Enterprise NL.
Inkopers willen wel duurzaam inkopen, maar directie en budgethouders vormen nog te vaak een obstakel, stellen Hillen, Schotanus en Wegkamp in hun essay. Als we inkopen met maatschappelijke waarde minder vrijblijvend – verplicht – maken, verandert dat. En dat is belangrijk, want de overheid heeft een voorbeeldrol. Die kan de private sector inspireren of zelfs dwingen anders te werk te gaan, waardoor de duurzame en circulaire samenleving pas echt een impuls krijgt. Het liefst gebeurt dat volgens hen zo snel mogelijk: start dit jaar of in 2022 al. Geef tussen 2023 en 2025 invulling aan manifesten als ‘Inkopen met impact’. Doe dat bijvoorbeeld door maatschappelijke gunningscriteria meer gewicht te geven, of alleen offertes bij duurzame of sociale leveranciers uit te vragen. En zorg ervoor dat er een Gids Duurzaam en Sociaal Inkopen komt, zodat niemand hoeft te wachten op wetgeving. Uiteindelijk zou inkopen op prijs-kwaliteit-impact zo binnen drie jaar verplicht kunnen zijn voor alle overheden. “MVI wordt de norm, niet-maatschappelijk inkopen wordt een risico”, schrijven ze. “Blijvende verandering vereist een wettelijke stok achter de deur.”
Maar waarom die verplichting om duurzaam aan te besteden? “Omdat er anders weinig van terecht komt”, zegt Hillen vastberaden. Schotanus beaamt dat. “Verplichting levert weerstand op, maar dit onderwerp is zó belangrijk. Net als rechtmatigheid, dat vinden we ook belangrijk dus verplichten we dat ook.” Hoewel hij goede ontwikkelingen ziet bij overheidsinstanties vindt hij wel dat het tempo omhoog mag. Dat geldt vooral voor lokale en kleinere overheden. “Voor kleine organisaties komt duurzaam inkopen allemaal ‘eventjes’ bij.”
Vorig jaar riep de Europese Commissie al op circulair aanbesteden minder vrijblijvend te maken. Had de Nederlandse overheid duurzaam aanbesteden niet allang verplicht moeten stellen? Volgens Hillen loopt Europa voor op de meeste lidstaten, en zeker op Nederland. “We lopen echt niet voorop als het gaat om sociaal ondernemerschap. Europa vraagt ons steevast: ‘waarom zit er geen ambtenaar uit Nederland aan tafel?’ En dit is echt niet het enige thema waarbij dat speelt.” Hillen noemt de Nederlandse houding zelfs arrogant. “In Nederland denken we dat we het beter hebben geregeld dan de rest, maar we zijn op het gebied van duurzame, nieuwe energie en biodiversiteit het sukkeltje van Europa. Nederland heeft wat dat betreft een raar zelfbeeld”, vindt hij.
Dit onderwerp is zó belangrijk. Net als rechtmatigheid, dat vinden we ook van groot belang. Dus moeten we dit ook verplicht stellen.
Fredo Schotanus, bijzonder hoogleraar Publieke Inkoop
Het lastige aan duurzame en sociale inkoop is dat het vaak niet eenvoudig te kwantificeren is. “Je ziet het effect van duurzaam en sociaal inkopen meestal niet direct. We praten over externe kosten die moeilijker meetbaar zijn”, legt Schotanus uit. De opbrengsten zijn pas na jaren terug te zien in de boeken. “Daar kun je met inkoop wel een paar dingen mee doen. Je kunt je richten op de grote vervuilende component of de grote sociale component binnen je inkoop. Focus je dáárop met je gunningscriteria.” Volgens Schotanus hoeft duurzaamheid ook niet perfect gemeten te worden. “Je kunt ideale doelen benaderen, net als bij social return. Dat is best een vaag begrip, maar dat proberen we ook concreet te maken. Soms wordt social return omgezet in een fictieve waarde van euro’s. Dat klopt niet exact, maar het geeft wel een indicatie van de maatschappelijke waarde. Datzelfde kun je doen voor duurzaamheid. Dat gebeurt in de bouw ook steeds vaker.”
“MVI wordt de norm, niet-maatschappelijk inkopen wordt een risico.”
Mark Hillen, directeur en voorzitter Social Enterprise NL
De voorgestelde Gids Duurzaam en Sociaal Inkopen zou daarbij handvatten moeten bieden. “Het gaat niet lukken om met die Gids een exacte definitie te formuleren voor wat wel en niet duurzaam is”, denkt Schotanus. Hij schat in dat het voor tachtig procent van de aanbestedingen echter best mogelijk is vast te stellen of iets wel of niet duurzaam is. “Dan houd je wel een twijfelgebied over”, geeft hij toe. Leidt dat dan niet tot nog meer rechtszaken, als duurzaam aanbesteden verplicht is maar het niet exact duidelijk is wát dat is? Daarover zegt hij: “Je kunt binnen de huidige regels al heel veel doen waar geen discussie over is te voeren, en de gids schept verdere helderheid. Maar het zou goed zijn om de grenzen op te zoeken. Een kort geding over de mate van duurzaamheid van een aanbesteding vind ik relevanter dan het zoveelste kort geding over de beoordeling van inschrijvingen.”
Het gaat volgens Schotanus verder dan inkoop boven de Europese aanbestedingsdrempels. “Publieke inkoop en duurzame en sociale ondernemers lijken geschapen voor elkaar. We streven immers allebei naar het creëren van maatschappelijke waarde. Je zou denken: dat is een match made in heaven. Maar ze weten elkaar nog vaak niet te vinden.” Schotanus denkt dat sociaal ondernemers de overheid nog te weinig zien als klant. Maar ook de overheid zou volgens hem meer kunnen doen. Twee derde van het overheidsinkoopvolume bevindt zich onder de EU-drempels. “Dat betekent dat je meer vrijheid hebt om inkoop in te richten zoals je wilt. Bijvoorbeeld om zelf te bepalen wie je uitnodigt als het gaat om enkelvoudige of meervoudige onderhandse opdrachten.” Dat zit volgens hem nog niet op het netvlies van de gemiddelde inkoper. Ook kennis over het aanbod van duurzame en sociale ondernemers ontbreekt vaak nog, zegt Schotanus. “Terwijl dit juist een belangrijke taak voor inkopers is: het samenbrengen van vraag en aanbod.”
Daarnaast lopen sociaal ondernemers tegen andere drempels aan, zegt Hillen. “Het aanbestedingsbeleid van overheden is niet altijd mkb-vriendelijk. Er zijn ondernemers die er niet aan beginnen omdat overheden uiteindelijk toch voor de laagste prijs kiezen. Zij doen daar niet meer aan mee, het kost hun gewoon te veel tijd.”
Inkopers die aan de slag willen met duurzaam inkopen kunnen het beste op zoek gaan naar goede voorbeelden. Dat vereist wel van collega-inkopers dat ze openheid van zaken geven. “Dat staat haaks op de inkoopcultuur. Laat jezelf zien, wees eens trots op wat je doet. Doe een boekje open zodat mensen mee kunnen kijken”, zegt Hillen. En gebruik niet steeds hetzelfde bestek, voegt Schotanus toe. “Kopieer het bestek van degene die het best, het meest duurzaam inkoopt en niet van de vorige aanbesteding van vier jaar geleden.” Het zou volgens Hillen mooi zijn als ook de concrete zaken gedeeld worden. “Waar heb je duurzame doelen vertaald naar beleid en waar heb je dat beleid vertaald naar een aanbesteding? En waar liep het minder goed? Laat dat gewoon zien, dat helpt enorm. Begin klein, en inspireer als inschrijver de inkoper en budgethouder, stellen ze. Schotanus: “Op het moment dat je niks doet aan duurzaamheid, vallen de kosten op de lange termijn veel hoger uit. En die kosten komen waarschijnlijk voor een groot deel op de schouders van de overheid terecht. Dus je snijdt jezelf in de vingers als je hier niks mee doet.Het loont veel meer te investeren in preventie dan het op te lossen in de toekomst.”
Laat jezelf zien, wees eens trots op wat je doet. Doe een boekje open zodat mensen mee kunnen kijken.
Mark Hillen, directeur en voorzitter Social Enterprise NL
Vooruitkijken
Is het niet al te laat voor deze maatregelen? “Nee”, zegt Schotanus. “Alle rapporten zeggen dat het nog kan. Maar dan moeten we het wel nú doen.” Volgens Hillen maakt het weinig uit om terug te kijken, naar wat we hadden moeten doen. “Je kan nu doen wat je nog kan doen, en je kunt niet doen wat je gisteren kon doen.”
Ben je ook bezig met duurzaam aanbesteden? Fredo Schotanus en Mark Hillen ontvangen graag praktijkverhalen – best practices – van inkopers die zich succesvol bezighouden met duurzame inkoop en aanbestedingen. Laat je reactie hieronder achter of neem contact met ze op via [email protected] en [email protected].
Het ministerie van Defensie heeft 2800 trucks ingekocht waarvan een deel niet voldoet aan de Wegenverkeerswet. De combinatie van truck en container blijkt twee centimeter te hoog te zijn. Daardoor mogen de trucks niet op de openbare weg rijden.
De in 2800 aangekochte Scania’s maken deel uit van een grote aanbesteding binnen het Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) programma. De Wegenverkeerswet schrijft voor dat voertuigen maximaal vier meter hoog mogen zijn. Deze zomer bevestigde het ministerie nog dat de trucks voldeden aan de gewenste maatvoering. Na metingen eind augustus blijkt dat een combinatie van container en truck hoger uitvalt dan de voorgeschreven vier meter. Dat kan een probleem opleveren als het materieel onder bruggen of door tunnels door moet rijden.
Demissionair minister van Defensie Ank Bijleveld heeft de Tweede Kamer inmiddels ingelicht over het probleem. Ze heeft een tijdelijke ontheffing aangevraagd zodat Defensie de trucks toch in gebruik kan nemen op goedgekeurde trajecten. Defensie onderzoekt nog welke gevolgen het niet mogen rijden met de trucks heeft op het opleidingsprogramma en operationele gereedheid.
Bron: Autoblog.nl
Volgens Sywert van Lienden wist het CDA dat hij een BV had opgericht waar hij de winst van de omstreden mondkapjesdeal met het ministerie van VWS in heeft ondergebracht. Dat zei hij in een uitzending van tv-programma Buitenhof, waar hij voor het eerst reageerde op de ophef rondom de deal.
Van Lienden stelt dat hij in het najaar van 2020 de integriteitscommissie van het CDA heeft ingelicht over de winst die hij maakte bij de deal met het ministerie. Daarnaast vermoedt hij dat het feit dat hij over een commerciële BV beschikte ‘over tafel is gegaan’ in gesprekken met de politiek assistent van demissionair minister De Jonge.
Presentator Twan Huys vroeg Van Lienden waarom hij niet eerder open is geweest over het bestaan van de BV. Van Lienden stelde vorig jaar steeds dat hij belangeloos mondkapjes regelde via de Stichting Hulptroepen Alliantie, terwijl hij in de aanloop naar de zomer al wist dat er geld over zou blijven. In eerste instantie waren dat tonnen, later werden dat miljoenen. Van Lienden zei daarop dat het vermengen van de stichting en de BV tot een ‘puinzooi’ heeft geleid. “Ik had net zo hard van de daken moeten schreeuwen dat er een BV was met winstoogmerk als dat er een stichting was zonder winstoogmerk”, zegt hij.
Van Lienden zegt spijt te hebben van het gebrek aan transparantie rondom de BV en de Stichting Hulptroepen Alliantie. Hij is van plan het rendement op zijn aandeel van de winst, 9 miljoen euro, te doneren aan goede doelen. De oorspronkelijke winst blijft voorlopig in een stichting zitten waarvan Van Lienden zelf de voorzitter is.
Het CDA meldde na de uitzending dat de partij een onderzoek instelt. De integriteitscommissie heeft naar eigen zeggen geen melding gehad van Van Lienden.