Op deze website worden advertenties getoond. Van de advertenties wordt de redactie betaald. De redactie verzorgt het nieuws op deze website. Zonder advertenties geen nieuws. Zou je je adblocker daarom willen uitschakelen
Rijkswaterstaat is begonnen met de aanbesteding voor het vernieuwen van de Van Brienenoordbrug. Ondanks de onzekerheden rondom de stikstofcrisis, besloot Rijkswaterstaat de opdracht voor vervanging en vernieuwing van 2 vaste boogbruggen en de beweegbare delen van de oostelijke brug in de markt te zetten. Verwachte definitieve gunning staat gepland voor begin 2024.
Onderzoek
Rijkswaterstaat ging er tot voor kort vanuit wat stikstof betreft gebruik te kunnen maken van de bouwvrijstelling tijdens de werkzaamheden. Nu deze is komen te vervallen, wordt onderzocht of en zo ja, in hoeverre, er sprake is van stikstofdepositie en welke maatregelen er nodig zijn. Desondanks koos Rijkswaterstaat ervoor de aanbesteding al wel te publiceren. De urgentie van de vernieuwing is te groot, meent Rijkswaterstaat.
Circulair
De aanpak bij de vernieuwing van de Van Brienenoordbrug moet niet alleen verkeershinder zoveel mogelijk beperken, ook is circulariteit een belangrijk aspect van de aanbesteding. Uiteindelijk moet er zo’n 3.000 ton staal worden bespaard.
Bron: Rijkswaterstaat
De werkzaamheden aan de N65 zijn na nieuwe stikstofberekeningen definitief aan opdrachtnemer BAM Infra gegund. Begin dit jaar kwam het project tot stilstand omdat de stikstofberekeningen opnieuw moesten worden uitgevoerd na de ViA15-uitspraak van de Raad van State.
De stikstofneerslag voor de werkzaamheden aan de N65 is nu niet berekend over 5, maar over 25 kilometer vanaf de weg. Aanleiding daarvoor was de uitspraak van de Raad van State in januari van dit jaar. De Raad van State oordeelde toen dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een betere motivering moest geven voor de stikstofberekeningen voor het aanleggen van de ViA15 bij Arnhem. Daarbij werd slechts tot op 5 kilometer vanaf de aan te leggen weg gekeken naar stikstofdepositie. De rechter vond dat de gebruikte rekenmethode onvoldoende inzicht bood in stikstofneerslag. Die uitspraak werkte door in andere infraprojecten, zoals de werkzaamheden aan de N65.
De nieuwe berekeningen zijn niet de enige factor die voor een gunstiger uitkomst zorgen. Het totale plan is doorgelicht, waarbij meer bomen gespaard konden worden. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over het opkopen van stikstofrechten van nabijgelegen bedrijven, waardoor extern salderen van stikstof mogelijk wordt gemaakt.
BAM Infra gaat de weg tussen Den Bosch en Tilburg vernieuwen zodat doorgaand en lokaal gescheiden wordt. Dat moet de doorstroming verbeteren en de verkeerssituatie veiliger maken. De Raad van State moet zich nog over bezwaren over het bestemmingsplan buigen. Naar verwachting gaat het project pas na 2021 van start.
Bron: Cobouw.nl
De aanhoudende stikstofcrisis zorgt ervoor dat Rijkswaterstaat steeds meer wegenbouwprojecten voorlopig niet in de markt kan zetten. Tot de Raad van State uitspraak doet over de ViA15 en andere stikstofprojecten waarbij stikstof een grote rol speelt, blijft onzekerheid rondom nog in te plannen projecten bestaan.
Twaalf projecten worden voorlopig niet aanbesteed, terwijl dat wel de bedoeling was. Het gaat om opdrachten ter waarde van 780 miljoen tot 3,5 miljard euro. Vier van de projecten zijn verbonden aan de werkzaamheden rondom de A27/A12 Ring Utrecht. Pas als er meer duidelijkheid is rondom de stikstofregels kunnen de projecten worden ingepland. Toch is er geen sprake van een groot gat, zegt voorzitter van MKB Infra, Philip van Nieuwenhuizen. Een serie vertraagde projecten met een waarde van 1,4 miljard euro is inmiddels wel aanbesteed.
Het project ViA15, de uitbreiding van de A12/A15 bij Arnhem, is een van de belangrijkste projecten waar de Raad van State uitspraak over moet doen. Als de Raad van State de motivering voor de A12/A15 afkeurt, heeft dat mogelijk gevolgen voor andere wegenbouwprojecten. Omdat het onduidelijk was hoeveel stikstof er zou neerslaan bij het realiseren van de wegverbreding tikte de rechter het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat dit jaar op de vingers. Het ministerie moet de nieuwe methode voor stikstofberekening voor medio september motiveren, om te voorkomen dat het tracébesluit vernietigd wordt.
Bron: Cobouw.nl
De transitie naar emissieloos bouwen gaat langzamer dan verwacht. Vooral de aanschaf van elektrisch aangedreven bouwmaterieel blijft achter. Dat blijkt uit de Rapportage Maatregellijst 2020 die de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen (SKAO) uitvoerde.
De meest toegepaste maatregel om CO2-reductie te realiseren is de inkoop van groene stroom. 97% van de ondervraagde organisaties koopt minstens 75% van de stroom groen in. Een beperkt aantal bedrijven stapt over op elektrisch aangedreven materieel. Ten opzichte van 2019 is de elektrificatie van bouwmaterieel soms zelfs afgenomen, terwijl de overheid wil dat de bouwsector in 2030 emissieloos werkt.
Te weinig prikkels
De SKAO wijt dat aan de hoge kosten van dit soort materieel en een gebrek aan prikkels van opdrachtgevers. “Want om te verduurzamen moeten er investeringen gedaan worden, maar bedrijven worden onvoldoende beloond voor duurzaam gedrag in gunningstrajecten. Zonder zicht op opdrachten waarin werken met minder emissies of emissieloos werken wordt beloond, kunnen bouwbedrijven niet de benodigde investeringen doen in emissieloos materieel, zoals elektrische shovels, graafmachines en trucks. Hierdoor komt de vraag ernaar ook niet op gang”, zegt Gijs Termeer, directeur van SKAO.
SKAO voerde het onderzoek voor het vijfde jaar op rij uit, onder ruim duizend organisaties die gecertificeerd zijn op de CO2-prestatieladder.
In een aantal provincies lopen wegenbouwprojecten flinke vertraging op. Minstens 21 wegenbouwprojecten zijn vertraagd of worden in 2021 helemaal niet gegund, blijkt uit onderzoek van Cobouw. Er dreigt een domino-effect op te treden als het tracébesluit van de ViA15 komende maanden opnieuw wordt afgekeurd door de Raad van State.
In januari oordeelde de Raad van State dat het gebruik van de AERIUS rekenmethode voor stikstofneerslag bij het project ViA15 onvoldoende gemotiveerd was. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat moet de rekenmethode voor de zomer beter motiveren, anders gaat er een streep door het tracébesluit. Dat heeft mogelijk grote gevolgen voor meer wegenbouwprojecten. Het risico bestaat dat deze ook geen doorgang kunnen vinden omdat dezelfde rekenmethode is gebruikt, of omdat vertraging bij het ene project leidt tot vertraging bij het volgende.
Opnieuw rekenen
De meeste provincies proberen geplande wegwerkzaamheden door te laten gaan, hoewel de provincie Utrecht de verbreding van de Rijnbrug uit voorzorg on hold zette. Er zijn zorgen bij de provincies. Dat geldt bijvoorbeeld voor de provincie Noord-Holland, die alle AERIUS-berekeningen in december opnieuw deed. Dat moest vervolgens nog een keer na de uitspraak van de Raad van State. “Op wegenbouwprojecten zitten zulke lange planningen, die kunnen door dit soort onduidelijkheden makkelijk in de soep lopen”, zegt een woordvoerder.
Bron: Cobouw.nl
De aanleg van de containerhaven in Waalwijk kan nog steeds niet starten. De aanbesteding is voor de vierde keer uitgesteld, ditmaal vanwege stikstofbeperkingen. De containerhaven had volgens de oorspronkelijke planning al in 2020 klaar moeten zijn.
Waalwijk wil een jachthaven transformeren tot een haven waar containerschepen aan kunnen leggen. Twee jaar geleden wilde de gemeente de klus al gunnen aan aannemerscombinatie Mourik Infra-FL maar de opdracht is nooit definitief gegund. In 2017 werd de aanbesteding uitgesteld omdat er geen biedingen kwamen op het DBFMO-contract. Geïnteresseerde partijen vonden dat er te veel risico’s aan het project kleefden. Een jaar later werd het contract als RAW-bestek in de markt gezet, waarop de aannemerscombinatie het beste aanbod deed. De opdracht heeft een waarde van 24,2 miljoen euro.
Daarna gooiden stikstofbeperkingen roet in het eten. De gemeente wilde dit oplossen door stikstofrechten op te kopen. Dat is niet gelukt, onduidelijk is waarom. De voorlopige gunningsdatum is nu met een maand verlengd.
Bron: BD.nl, Aanbestedingsnieuws.nl
De coronacrisis zorgt ervoor dat gemeenten steeds minder opdrachten voor de infrasector geven. Gemeenten zijn voorzichtiger geworden met hun uitgaven, onder andere door stijgende kosten in het sociaal domein. Infrabouwers zien hun orderportefeuille hierdoor nog verder slinken.
Nederlandse gemeenten zijn volgens het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) verantwoordelijk voor dertig procent van alle infra-opdrachten. Omdat er steeds minder opdrachten zijn, dingen er per opdracht meer bouwers mee. De prijzen dalen tot onder de kostprijs, zijn volgens bouwers inmiddels ‘onverantwoord laag’. Ook grote partijen doen vaker mee in de race om kleine opdrachten.
De opdrogende stroom opdrachten is een extra klap voor de sector, die het aantal infraprojecten al sterk af zag nemen door de stikstofproblematiek. Een deel van de infrabedrijven in Nederland verwacht in 2021 een omzetdaling van meer dan vijftig procent.
Bron: FD.nl
De aanbestedingspraktijk in de bouwsector kreeg er flink van langs in het recente eindrapport van het Adviescollege Stikstofaanpak. De huidige aanbestedingspraktijk werd zelfs ‘weinig hoopgevend’ genoemd. Emissiearm bouwen wordt nog te weinig gestimuleerd en aanbestedende diensten maken te weinig gebruik van (zwaarwegende) duurzaamheidscriteria. Wat is er nodig om ook bij aanbestedingen de transitie naar lagere (stikstof)emissies te kunnen maken?
Het vorige artikel over het eindrapport van het Adviescollege Stikstofaanpak vind je hier: ‘Juridische list’ geen optie voor kabinet rondom stikstofproblematiek.
Vooral de infrasector zit erom te springen: ruimte om weer te kunnen bouwen. In het eindrapport onderkent het Adviescollege de benarde positie van bouwers in Nederland. Tegelijkertijd moet ook de bouwsector zelf actie ondernemen om de stikstofuitstoot naar beneden te brengen, ook al is de bouw lang niet de grootste veroorzaker van die uitstoot. Om de stikstofuitstoot flink naar beneden te brengen, moeten de aanbestedingsregels volgens het Adviescollege op de schop. In toenemende mate moeten opdrachtgevers scherpere eisen stellen aan de emissies van een bouwproject.
“Aanbestedende diensten dienen zich te committeren aan een oplopend aandeel van aanbestedingen waarin zo laag mogelijke emissies een doorslaggevende rol in de gunning spelen. Het Rijk moet op korte termijn met medeoverheden en semipublieke partijen sluitende afspraken maken over aanbestedingsregels.” Om bedrijven te stimuleren over te gaan op laag-emissiematerieel moet de overheid bovendien subsidie verlenen. Daarnaast zou de overheid volgens de experts juridisch vast moeten leggen dat emissies van bouwprojecten in maximaal tien jaar worden teruggebracht met tachtig procent.
Het belang van langlopende contracten
Het Adviescollege zet dus in op duurzame gunningscriteria en het stimuleren van de aanschaf van laagemissiematerieel. Volgens Joost Fijneman, programmanager Aanbesteden bij kennisplatform CROW, zijn dat niet de enige opties. Fijneman ziet in de praktijk dat het werken in bouwteams en het afsluiten van langlopende (raam)contracten ook kunnen leiden tot flinke emissiereducties. “Op het moment dat je, als marktpartij, weet dat je een raamcontract hebt en je weet dat je de komende vier jaar voor een gemeente werkt, en je bespreekt dan de mogelijkheden voor het beperken van emissies, wordt het veel gemakkelijker om maatregelen te nemen. De kosten daarvan kun je immers uitsmeren over alle projecten die de komende vier jaar langskomen. Dat lukt niet als je dat moet gaan doen voor dat ene project dat er nu aankomt.” Het werkt ook omdat de prijs niet leidend is bij dergelijke aanbestedingen. “Je hebt de prikkel om opportunistisch gedrag te vertonen eruit gehaald. Dat is belangrijk.”
Door voor een bouwteamcombinatie te kiezen kan een aanbestedende dienst de markt bovendien meer vrijheid geven. Dat opent de weg naar een transparant gesprek over de mogelijkheden van emissiereductie. En daar komen vaak betere resultaten uit dan wanneer de aannemer eenzijdig een plan of een aanbieding maakt om daarmee zo goed mogelijk invulling te geven aan een gunningcriterium, zegt hij.
Gunningscriteria bieden zekerheid
Toch staan die gunningscriteria niet voor niets in het rapport, stelt Fijneman. “Het voordeel van die gunningscriteria is dat je daarmee niemand op voorhand uitsluit. Daarmee staat het haaks op andere manieren, dat je het gewoon voorschrijft, dat je er geschiktheidseisen van maakt of het in besteksbepalingen zet. Op het moment dat je dat doet, maak je wel een schifting tussen partijen, maar die is erg zwart-wit: je voldoet wel of je voldoet niet. Het voordeel van gunningscriteria is dat er een ingroeimodel in zit.”
Daarnaast biedt het breed en consequent gebruik van gunningcriteria door de Nederlandse opdrachtgevers voor bouwers ook zekerheid, volgens Fijneman. Ondernemers dat dit de nieuwe praktijk wordt en weten dat investeren in nieuw, schoon materieel loont. “Maar het is, zeker op de korte termijn, nog effectiever om dat te doen binnen raamcontracten omdat een bouwer dan echt zeker weet: binnen dit raamcontract kan ik een heleboel van die investering al gaan terugverdienen.”
Op het moment dat je, als marktpartij, weet dat je een raamcontract hebt en je weet dat je de komende vier jaar voor een gemeente werkt, en je bespreekt dan de mogelijkheden voor het beperken van emissies, dan wordt het veel gemakkelijker om maatregelen te nemen.
Joost Fijneman, Programmamanager Aanbesteden bij CROW
Juridisch vastleggen
Hoe gaat het verder? Minister Schouten liet onlangs in een kamerbrief weten inderdaad juridisch vast te willen leggen dat de stikstofuitstoot in de bouw met tachtig procent omlaag moet in de komende tien jaar. Daarmee volgt ze het advies van het Adviescollege op. Ze wijdde in die brief slechts een enkele zin aan de opmerkingen over aanbesteden: “Aan publieke zijde zijn afspraken nodig over aanbesteding en de ontwikkeling en inzet van een stimuleringsregeling.”
Maar hoe krijg je aanbestedende diensten daadwerkelijk zover om vaker uit te vragen op duurzaamheidscriteria? Fijneman maakt een vergelijking met de Gids Proportionaliteit. “De Gids was bedoeld als flankerend beleid maar werd op een gegeven moment ook wettelijk als uitgangspunt vastgesteld. Je ziet, pas als het die status krijgt, dan gaan aanbestedende diensten ermee aan de slag. Alle handreikingen, aanbevelingen, commissies en voorlichting, die hadden heel weinig effect.” Een Gids Duurzaamheid dan maar? “Ja, dat zou best een aardige optie zijn om verder te onderzoeken. Met dezelfde comply-or-explain-formule erin.”
Volgens Fijneman zit het hem vooral in de combinatie van langetermijncontracten en duurzame gunningscriteria, waarbij bouwers weten dat zij hun investering terugverdienen. Zodra die beweging is ingezet, zou die zich als een olievlek kunnen verspreiden, denkt hij. “Als je dit op een aantal plekken hebt doorgevoerd en je een flink aantal partijen mee hebt, die op deze manier hun investering hebben kunnen doen met voldoende zekerheid, dan nemen al die partijen bij volgende aanbestedingen deel met emissiearm of emissieloos materieel. Als daar dan die gunningscriteria bij komen die maakt dat ze daar ook nog een voordeeltje hebben, dan moet de rest ook mee.”
Het Adviescollege Stikstofproblematiek bracht het afgelopen jaar maar liefst vier rapporten uit nadat de Raad van State in mei 2019 een streep zette door het Programma Aanpak Stikstof. Afgelopen maand presenteerde het college – onder leiding van oud-minister Remkes – het eindrapport. Als het kabinet de adviezen opvolgt leidt dat tot verregaande hervormingen in de landbouw. Komt er dan weer ruimte voor de Nederlandse bouwsector? En welke gevolgen heeft het eindadvies voor aanbestedingen in de bouw?
Het eindrapport, met de titel “Niet alles kan overal”, bevat een advies voor een structurele oplossing voor de stikstofproblematiek. Het eerdere rapport “Niet alles kan”, was vooral gericht op kortetermijnoplossingen. Naar aanleiding van dat rapport schroefde het kabinet de maximumsnelheid op diverse snelwegen terug naar 100km/u. Daarna volgde nog een apart rapport over de landbouw en de luchtvaart. In “Niet alles kan overal”, zet het adviescollege aanbevelingen voor een structurele aanpak uiteen. Waar eerdere kabinetten volgens het college het belang van natuur en economie wilden verenigen en geen knopen durfden door te hakken, is dat nu geen optie meer. “Het verzinnen van een ‘juridische list’ is, los van de vraag of die er zou zijn, in de ogen van het Adviescollege onacceptabel.”
Hervorming landbouw
Het Adviescollege pleit ervoor te streven naar natuurherstel in Natura 2000-gebieden en de stikstofemissie- en depositie te verlagen. De totale emissie moet volgens het Adviescollege met minstens vijftig procent zijn verminderd in 2050. Die doelstelling zou juridisch verankerd moeten worden, als resultaatsverplichting. De helft van het rapport is gewijd aan structurele veranderingen in de landbouw. Deze sector draagt voor een zeer groot deel bij (88 procent) aan de totale uitstoot van NH3 – ammoniak. Andere sectoren, zoals de bouw en industrie, zijn verantwoordelijk voor de uitstoot van stikstofoxiden (NOx). Die uitstoot neemt al af door bestaande maatregelen, maar voor de landbouw is zijn er nog geen geldende regels die stikstofuitstoot aan banden leggen.
Om de uitstoot van ammoniak tegen te gaan zet het college in op kringlooplandbouw, modernisatie van mestbeleid en ruimtelijke ordening. Uitkoop van boerenbedrijven is alleen nuttig als deze zich direct naast een zwaarbelast natuurgebied zijn gevestigd. Ook het verhandelen van stikstofrechten wordt niet aangeraden. Dat zou te complex zijn, zich alleen op reductie van stikstof richten (en niet op methaan of nitraat), en leidt tot buitensporige schaalvergroting omdat investeringen terugverdiend moeten worden.
Mobiliteit, industrie en bouw
Na het verlagen van de maximumsnelheid op snelwegen is het advies geen extra maatregelen te nemen ten aanzien van mobiliteit op de weg. Het Klimaatakkoord, Schone Lucht Akkoord en strengere (Europese) normen voor emissieloos verkeer dragen al bij aan verminderde uitstoot. De verwachte afname van het gebruik van fossiele brandstoffen leidt ook tot een verminderde stikstofuitstoot in de industrie. Extra maatregelen kunnen worden ingezet, maar dat is afhankelijk van de invulling van het Klimaatakkoord 2030.
Achilleshiel
In tegenstelling tot bedrijven in andere sectoren, hebben bouwbedrijven sinds het afschaffen van de PAS geen vrijwaring voor activiteiten waarbij stikstofuitstoot optreedt. Het is de “Achilleshiel van de sector”, stelt het Adviescollege. Bovendien wordt de bouw hard geraakt door de stikstofregels, terwijl de sector zelf relatief weinig uitstoot veroorzaakt. Toch ziet men mogelijkheden in de branche zelf. Bouwers die betrokken waren bij het Adviescollege gaven aan dat het mogelijk is binnen tien jaar emissie met tachtig procent te verlagen. Het Adviescollege pleit ervoor ook dit doel juridisch te verankeren. Door materieel te verduurzamen, materialen opnieuw te gebruiken en elektrisch te werken zou de sector verder verduurzaamd kunnen worden.
De hamvraag is: komt er dan extra ruimte voor de bouw? En hoe snel komt die er? Branchevereniging Bouwend Nederland reageerde positief op het eindrapport. “Remkes z’n aanbevelingen moeten worden opgevolgd om stikstofruimte te scheppen voor nieuwe activiteiten”, zei voorzitter Maxime Verhagen. Een belangrijk instrument daarvoor is de ‘drempelwaarde’. Bouwend Nederland pleit al langer voor een dergelijke waarde voor de bouw. Vorige week maakte minister Schouten van Landbouw bekend dat het kabinet de mogelijkheden voor een drempelwaarde op korte termijn gaat onderzoeken. Als de drempelwaarde er komt, hoeft er voor bouwprojecten die onder de drempelwaarde blijven geen speciale natuurvergunning aangevraagd te worden. Maar, daarmee is nog structurele geen oplossing gevonden voor stikstofuitstoot tijdens de gebruiksfase van bouwprojecten in de infrasector.
Kritisch op aanbestedingspraktijk
Ook bouwaanbestedingen komen aan bod in het eindrapport. Het Adviescollege is kritisch en vindt dat er op dat vlak ruimte is voor verbetering. Zo zouden overheidsinstanties veel vaker uit moeten vragen op duurzame gunningscriteria. Emissiearm bouwen wordt nog nauwelijks gestimuleerd in aanbestedingen. “Alle afspraken over ‘duurzaam inkopen’ ten spijt, is tot op heden de aanbestedingspraktijk weinig hoopgevend. Slechts in 26 procent van de aanbestedingen vormen duurzaamheidsaspecten een onderdeel van de gunningscriteria.”
Dit is deel 1 van twee artikelen over het eindrapport van het Adviescollege Stikstofaanpak. In deel 2 gaan we verder in op de aanbevelingen en het mogelijke effect op de aanbestedingspraktijk.
Hoewel de bouw in Nederland niet stil is komen te liggen door de coronacrisis zijn de vooruitzichten allerminst rooskleurig. Een door het coronavirus veroorzaakte recessie zou voor de hele bouw problemen op kunnen leveren en het aantal tenders voor de inframarkt neemt af. Ook een structurele oplossing voor de stikstof- en PFAS-problematiek is er vooralsnog niet.
Eerst stikstof, toen PFAS, nu corona. Het zit de Nederlandse bouwsector niet mee. Vooral de infrasector heeft te lijden onder de stikstofregels. Het coronavirus zorgt daarbij voor een economische neergang, die ook voor andere takken in de bouw gevolgen kan hebben. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) voorspelde onlangs dat de grond-, weg- en waterbouw dit jaar met acht procent kan krimpen, in 2021 met 5,5 procent. Voor de nieuwbouw komt het EIB uit op tien procent voor beide jaren. In totaal zou de coronacrisis de gehele bouwsector 40.000 banen kunnen kosten.
In het gezamenlijk manifest ‘Samen doorbouwen aan Nederland’, stellen het Rijk, marktpartijen, provincies en gemeenten dat de bouw als motor van de economie aan de gang moet blijven. Rijkswaterstaat kondigde in het verlengde daarvan onlangs aan infraprojecten naar voren te halen om zo de bouwsector te steunen. Maar, daar komen de stikstofregels weer om de hoek kijken. Bouwers krijgen hoe dan ook te maken met ‘investeringsbeperkingen’, zegt Ruben Heezen van Bouwend Nederland. “Als je het hebt over de aanleg of verbreding van nieuwe wegen, dan krijg je te maken met extra stikstofdepositie in de gebruiksfase. Daar hebben we nog geen structurele oplossing voor.”
Niet alleen van infrabouwers, maar ook van partijen in de woning- en utiliteitsbouw krijgt Bouwend Nederland signalen over een teruglopend aantal aanvragen en krimpende orderportefeuilles. Heezen vreest vooral voor de middellange en lange termijn. “Bedrijven kunnen nu nog verder werken met een orderportefeuille van drie tot zes maanden, maar als er niets bij komt dan gaat het natuurlijk opdrogen. Daar zit de grootste uitdaging voor de komende tijd.”
Gemeenten besteden minder aan
Ook al wil iedereen dat er doorgebouwd wordt, lang niet elke gemeente lukt
het om opdrachten in de markt te zetten. Bouwend Nederland ziet dat vooral
kleine gemeenten daar moeite mee hebben. “We krijgen veel signalen dat er wat
speelt wat betreft onderhandse aanbestedingen. Dat daar heel weinig bij komt,
vooral vanuit gemeenten”, zegt Heezen. Dat heeft volgens hem te maken met een
tekort aan geld en mankracht. “Je ziet gemeenten niet voldoende middelen hebben
om daarmee door te gaan. In crisissituaties hebben gemeenten de gaten die zijn
ontstaan op het sociale domein, proberen te dichten met andere budgetten, zoals
die voor groenonderhoud en infrastructuur.” Andere gemeenten hakken geen knopen
door omdat ze niet weten waar ze aan toe zijn.
Jan Michiel Hebly, hoogleraar Bouw- en aanbestedingsrecht en aanbestedingsadvocaat, herkent dat beeld. “Er wordt heel verschillend gereageerd door aanbestedende diensten, of ze nou wel of niet doorgaan met aanbestedingen. Sommige gemeenten zie je bijna stilvallen en anderen kiezen ervoor om door te gaan en te kijken waar het schip strandt.”
Heezen vindt niet dat er alleen naar gemeenten gekeken moet worden. “Uiteindelijk heeft het Rijk ervoor gekozen om in hun steunpakketten een grote taak naar de gemeenten over te dragen, dus het zou logisch zijn extra middelen in het gemeentefonds te stoppen, bedoeld voor de infrastructuur.” Zo zouden gemeenten de portefeuilles op peil kunnen houden.
Vertrouwen in de markt
Bij een recessie speelt consumentenvertrouwen ook mee, vooral voor de
woningbouw. Bedrijven geven nu al aan dat kopers zich terugtrekken uit
(nieuw)bouwprojecten. Heezen is dan ook voorstander van het stimuleren van dat
vertrouwen bij consumenten, door te kijken naar startersleningen, de Nationale
Hypotheekgarantie en het afschaffen van de overdrachtsbelasting. Ook
woningcorporaties zouden gesteund kunnen worden, door de verhuurdersheffing te
verlagen. “Dat zijn maatregelen die je nu zou moeten gaan nemen, zodat dat
effect zich resulteert in 2021.” Hij hoopt dat het kabinet concrete maatregelen
aankondigt op Prinsjesdag.
Leren van de vorige crisis
In 2008 kreeg de bouw ook te kampen met een flinke crisis. Kunnen we daar
iets van leren? “Zeker”, zegt Heezen. “Tijdens de vorige crisis zagen we dat de
overheid zeker in het begin van de crisis vrij afwachtend heeft gereageerd. Er
zijn geen forse steunpakketten al vrij snel tijdens de crisis gelanceerd, voor
de sector. Er zijn wel een aantal maatregelen genomen maar die kwamen vrij laat
op gang.” Hij vindt dat betrokken partijen er nu op tijd bij zijn, voor wat
betreft de coronacrisis. “Wat daarbij wel echt een grote kanttekening is, met
name voor de infra en aanbestedingen, is dat die stikstof en PFAS-problematiek
opgelost moet worden.”
Ook als het Rijk en gemeenten meer gaan aanbesteden, blijven stikstof en
PFAS een probleem. Bouwbedrijven proberen dat op te lossen door gebruik te
maken van de ADC-toets. Aanbestedende diensten vragen vaker om emissieloos te
bouwen. En er ontstaat ruimte door verlaging van de maximumsnelheid op wegen,
maar niet overal. Zo heeft de gemeente Zaanstad grote moeite om aan de
woningvraag te voldoen omdat in die regio ook de woningbouw geraakt wordt door
de stikstofregels. Elders in het land is dat minder het geval. “Ruimte creëren
kan bijvoorbeeld door het extern salderen van natuurherstel wat breder mogelijk
te maken, maar hier is wel een structurele oplossing voor nodig en die hebben
we op dit moment niet.”
“In feite moeten de kosten voor het schoonmaken van PFAS of het voorkomen van verdere PFAS-vervuiling door degenen die de vervuiling veroorzaken betaald worden, in the end is dat de consument”, volgens Hebly. Moet dat dan van belastinggeld? “Dat is niet ondenkbaar, zoals we ook met zijn allen de verduurzaming van het autopark moeten dragen omdat de overheid vindt dat er meer elektrisch gereden moet worden.”
Voor 2020 staan er minder grote projecten voor de grond-, weg- en waterbouw bij Rijkswaterstaat op de inkoopplanning. Voor dertig infraprojecten is het niet zeker of en wanneer deze worden aanbesteed. Gww-bouwers moeten ook op de lange termijn rekening houden met meer onderhoudscontracten en minder grote projecten, schrijft Cobouw.
In de gww-inkoopplanning van Rijkswaterstaat staat een aantal projecten met het predicaat ‘onzeker’ naast de plandatum. Dat heeft alles te maken met PFAS- en stikstofregels die de doorgang van grote projecten belemmeren. Rijkswaterstaat geeft alleen zekerheid over de aanbesteding van de stormvloedkering Ramspol en Limburgse kanalen.
Eén megaproject
Er staat slechts één megaproject met een contractwaarde van meer dan 500 miljoen euro op de planning, de verbreding van de A27 bij Houten-Hooipolder. Dat project zou eind 2021 aanbesteed worden maar krijgt vooralsnog de status ‘onzeker’.
Voor het eerst maakte Rijkswaterstaat een overzicht van gww-projecten met een contractwaarde van meer dan 100 miljoen euro. Ook daarin zijn een aantal projecten opgenomen met plandatum ‘onzeker’. Rijkswaterstaat zal die status aanpassen na nog in te plannen zittingen van de Raad van State, als er meer duidelijk is over het Programma Aanpak Stikstof (PAS).
Focus op onderhoud en beheer
Omdat het aantal grote infraprojecten
op lijkt te drogen komt de focus automatisch meer te liggen op onderhouds- en
beheercontracten.
De treinreiziger wordt de dupe van de stikstofmaatregelen die het kabinet heeft aangekondigd. Het kabinet geeft het aanleggen van nieuwe wegen een hogere prioriteit dan het openbaar vervoer. De automobilist is de grote winnaar van de stikstofcrisis, zo meldt NRC Handelsblad.
(meer…)Met het nieuwe akkoord om de snelheid naar 100 km per uur te verlagen, zijn er duizenden nieuwe verkeersborden nodig. De 130-kilometerborden die nog niet langer dan zeven jaar langs de snelwegen in Nederland hebben gestaan, zijn nu alweer overbodig. De zes officiële leveranciers van verkeersborden in ons land maken zich al op voor de nieuwe klus, zo meldt Trouw.
(meer…)De coalitie is akkoord met een pakket maatregelen om de stikstofproblematiek zo snel mogelijk aan te pakken. Een van de belangrijkste stikstofmaatregel is het verlagen van de maximumsnelheid op snelwegen naar 100 kilometer per uur. Op wegen waar nu een maximumsnelheid van 130 geldt, mag straks alleen tussen 19.00 uur en 06.00 uur zo hard worden gereden.
(meer…)