Op deze website worden advertenties getoond. Van de advertenties wordt de redactie betaald. De redactie verzorgt het nieuws op deze website. Zonder advertenties geen nieuws. Zou je je adblocker daarom willen uitschakelen
Om te voorkomen dat netbeheerders van elektriciteit minder kunnen investeren in projecten voor energietransitie, wil de Autoriteit Consument & Markt (ACM) een voorschot voor de hoge kosten voor netverliezen geven. Het gaat daarbij om zowel regionale netbeheerders als landelijk netbeheerder TenneT. De inkoop van energieverliezen valt onverwacht hoog uit vanwege de hoge energieprijzen.
Netverlies is de term voor energie die verloren gaat bij het transport van elektriciteit. Deze verliezen kopen netbeheerders in waarna zij ze via transporttarieven bij eindgebruikers in rekening brengen. Normaal gesproken wordt dit verlies via nacalculatie 2 jaar later vergoed aan netbeheerders. ACM wil de kosten nu al na 1 jaar vergoeden. Landelijk netbeheerder TenneT gaf in overleg aan dat een voorschot niet gewenst is, de ACM onderzoekt welke oplossing voor TenneT passender is.
Bij het bepalen van de tarieven van regionale netbeheerders elektriciteit weegt de ACM voor 2023 de hoge kosten voor netverlies mee. Voor landelijk beheerder TenneT wordt nu gezocht naar een passende oplossing die een stabiel tariefverloop waarborgt. Onderwerp van onderzoek is de vraag hoe inkoopkosten van energie en vermogen in de toekomst sneller verrekend kunnen worden in de tarieven. In oktober publiceert de ACM de tariefvoorstellen, in november worden de tarieven voor volgend jaar bekend.
De coronacrisis was niet alleen een gezondheidscrisis. Door de enorme vraag naar persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) en beademingsapparatuur, ontstond ook een fikse inkoopcrisis. Het MaSSC (Material Supply Strategies in a Crisis) onderzocht deze crisis in Nederland en 33 andere landen wereldwijd. Wat waren de inkoopstrategieën en -structuren? Hoe moet het in een volgende crisis? Belangrijkste conclusie is dat een betere afstemming tussen de politieke macht en de concentratie van relevante inkoopkennis het meeste effect zullen hebben.
Prioriteiten stellen
Interviews met 45 internationale experts uit 33 landen liet zien dat de ambities momenteel erg hoog zijn. Het is de vraag hoe haalbaar alle plannen zijn. Overheden moeten balans vinden tussen verbeteringen op korte en lange termijn. Prioriteiten stellen is daarbij belangrijk.
Nederland valt op
De 33 landen werden in vijf clusters ingedeeld, afhankelijk van onder meer inkoopprofessionaliteit en aanwezige kennis. Opvallend is dat Nederland een grote inkoopprofessionaliteit heeft, maar een gebrekkige afstemming tussen betrokkenen hanteert.
Algemene lessen
De onderzoekers constateerden in veel landen een mismatch tussen politieke macht en de concentratie van relevante inkoopkennis. Deze moeten beter op elkaar afgestemd worden. Ook het in kaart brengen van de benodigde experts met hun werkplek en expertise helpt om een nieuwe crisis snel en effectief aan te pakken.
Groot onderzoek
Het beschreven onderzoek bestaat uit drie delen waarvan dit het tweede deel is. Het onderzoek is een samenwerking tussen PPRC (Public Procurement Research Centre), Universiteit Twente, Erasmus Universiteit Rotterdam en IRSPP (International Research Study of Public Procurement) en wordt gefinancierd door ZonMw als onderdeel van het COVID-19 programma.
Een uitbraak van een pandemie, hoe ga je daar als inkoper in een academisch ziekenhuis mee om? Vincent Suttorp, strategisch inkoper van geneesmiddelen van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, vertelt hoe zijn dagelijkse praktijk er de afgelopen maanden uitzag.
“We besloten eind januari al uitvraag te doen bij onze leveranciers. Op het moment dat er leveringsproblemen zouden ontstaan wilden we dat zij met ons in overleg traden. We wisten dat er iets op ons af kwam, maar niet hoe groot dat zou worden.” De inkoop van geneesmiddelen voor coronapatiënten is breed, maar draait bijvoorbeeld om het middel Propofol. Met dat middel wordt een patiënt in slaap gehouden, zodat deze op de intensive care beademd kan worden. “We waren dus al in contact met onze leveranciers voor de eerste coronapatiënt in Nederland opdook. Medio maart werd het écht serieus.”
“Op zondag 15 maart werd ik gebeld met de vraag of ik wilde komen helpen bij de inkoop van mondkapjes. Er was geen paniek, maar het was wel duidelijk dat we in actie moesten komen.”
Daarna werd er al snel op dagelijkse basis informatie uitgewisseld over voorraden en het aantal patiënten op de intensive care. Verschillende werkgroepen zetten zich in voor het op peil houden van voorraden medicijnen en hulpmiddelen, vanuit het landelijk coördinatiepunt geneesmiddelen. Samenwerking en korte lijnen met de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de inkoopcombinatie voor universitair medisch centra IZAAZ waren volgens Suttorp onmisbaar. “We concludeerden al snel: we moeten niet willen dat de één wel voldoende heeft en de ander niet.”
Uitbraak in
Noord-Italië
Intussen brak het
coronavirus in alle hevigheid uit in Noord-Italië. Dat had ook gevolgen voor de
inkoop van geneesmiddelen door Nederlandse ziekenhuizen. “Een van de
eerste uitdagingen die er was, was naar aanleiding van de grote uitbraak in
Noord-Italië. Daar zit een aantal distributiecentra en fabrieken die
geneesmiddelen produceren, dus dat was gelijk een spannende tijd. Dat is
allemaal goed gegaan, maar we hebben toen wel de voorraad in onze magazijnen
verhoogd.” Daarnaast werden er ook alternatieve middelen ingekocht, zodat er
voldoende buffer was.
Een proactieve houding was volgens Suttorp essentieel. “We waren natuurlijk enigszins op voorbereid door het Brexit-scenario dat we enkele maanden daarvoor hadden uitgerold. Dat heeft wel een iets andere inhoud, maar is ook toepasbaar op deze situatie. De eerste stap is heel proactief zijn richting je leveranciers: ‘Oké, hoe ga je dit aanpakken?’”
Iedereen is
op zoek naar hetzelfde
Maar hoe koop je datgene
in wat iedereen wil hebben? Suttorp: “Uiteraard zijn die geneesmiddelen ook in
andere landen erg gewild, maar leveranciers kiezen voor betrouwbare afnemers.
Je werkt op basis van je relatie en je gedrag. Een leverancier weet dat hij
gezien is als hij hier tien keer een hogere prijs vraagt dan elders. Je zou het
niet zeggen, maar de farmacie is qua ethiek ook wel een nette markt. Er wordt
veel geld verdiend, maar afspraak is afspraak. Wat betreft mondkapjes zie je dat
het voor Chinese leveranciers aantrekkelijk is om in Nederland te leveren.” Het
bieden van vastigheid, in combinatie met de inkoop en verkoopethiek van de
farmacie in Nederland, heeft er volgens hem aan bijgedragen dat men de crisis
het hoofd heeft kunnen bieden.
Ondeugdelijke
mondkapjes
De afgelopen maanden
kwamen ingekochte en weer afgekeurde mondkapjes regelmatig in het nieuws. Zo
werd een partij door de Nederlandse overheid ingekochte mondkapjes direct na
aankomst afgekeurd. Suttorp kan zich voorstellen dat dat gebeurt. “Dit soort
producten halen we voor een groot gedeelte allemaal uit China. De functie van
een leverancier is dan niet meer dan een tussenhandelaar. Als je in de hectiek
van corona een container binnenkrijgt ga je niet elk mondkapje controleren.”
Volgens Suttorp zijn de kwaliteitsprocessen in het Erasmus Medisch Centrum goed
geborgd. Alleen mondkapjes met een CE-markering worden ingekocht, en daarna
getest door de afdeling infectiepreventie. Er zijn daardoor geen ondeugdelijke
mondkapjes in het ziekenhuis terecht gekomen. “Maar”, zegt Suttorp, “dat neemt
niet weg dat wij als Erasmus Medisch Centrum ook buiten onze
standaardleverancier hebben moeten inkopen.”
Leverings(on)zekerheid
Suttorp en zijn
collega’s blijven alert op de hoeveelheid medicijnen. “Propofol heeft nog wel
onze aandacht, ook omdat het gebruikt wordt bij een patiënt die geopereerd
wordt.” Hij verwacht later dit jaar leveringsproblemen voor het middel, maar plaatst
meteen een kanttekening. Apothekers in de universitair medisch centra worden
volgens Suttorp dagelijks geconfronteerd met leveringsproblemen door
grondstoftekorten. “De logistieke chain van geneesmiddelen is zo uitgemolken,
dat productiefaciliteiten 24 uur per dag draaien. Als er dan net een lijn klaar
is wordt er al een andere opgestart. Als die een week later op kwaliteit wordt
afgekeurd heb je meteen een probleem. Voor apothekers in de ziekenhuizen is
dealen met zulke leveringsproblemen en daarop anticiperen business as usual.”
Dure
geneesmiddelen
Suttorp denkt dat het
ondanks de uitdagingen wel goed komt met de inkoop van corona-gerelateerde medicijnen.
Hij ziet grotere uitdagingen, die vooralsnog weinig met het coronavirus te
maken hebben. “Er komen extreem dure geneesmiddelen op ons af. Voor nieuwe
therapieën, zoals stamceltherapieën. Het wordt een grote uitdaging, willen we
voor iedereen de juiste zorg blijven leveren. Nu zijn er nog twee of drie van
dat soort middelen, maar misschien zijn dat er over een paar jaar zijn tien of
meer. Hoe ga je dan om met die kosten?”
Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen (SKAO) zegt dat de verouderde duurzaamheidscriteria niet leiden tot innovatie bij de overheid.[slide] Als zij er al in slaagt om op 1 januari 2015 honderd procent duurzaam in te kopen, is het de vraag hoe duurzaam dat resultaat werkelijk is. SKAO is eigenaar en beheerder van de CO2-Prestatieladder, die in 2010 werd ontwikkeld door ProRail als alternatief voor de duurzaamheidscriteria (de zogenoemde Senternovemcriteria) die voor overheidsinkopers waren opgesteld.
Het doel was: honderd procent duurzaam inkopen in 2015, van de broodjes in de gemeentekantine tot de aanleg van de wegen, bruggen en het spoor. SKAO schat in dat overheden eind dit jaar voor meer dan 90 procent duurzaam inkopen. ‘Met zo’n score kun je stellen dat we goed op weg zijn. Maar wat zegt dat over hoe duurzaam de aanbestedingen van overheden echt zijn? De criteria achter de meer dan 40 productgroepen waren al verouderd op het moment dat ze werden vastgesteld,” zegt SKAO-manager Gijs Termeer.
Nieuwe denkwijze
SKAO richt zich met de CO2-Prestatieladder op de uitstoot van koolstofdioxide in aanbestedingen voor de grond-, weg- en waterbouw (GWW). Met circa 13 miljard euro die rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen jaarlijks aanbesteden in de GWW, maakt het bijna een kwart uit van de totale inkoopvolume van de hele overheid van 60 miljard euro. Het instrument dat ervoor zorgt dat de markt optimaal wordt uitgedaagd om deze projecten duurzaam te ontwikkelen, de CO2-prestatieladder, wordt nog maar beperkt gebruikt, volgens SKAO-manager Termeer. Circa twintig gemeenten, een handvol provincies, een enkel waterschap en verder vooral Rijkswaterstaat en ProRail. ‘Ondanks dat deze partijen in totaal goed zijn voor 4 miljard euro van het totale inkoopvolume, zijn hier nog flinke stappen te zetten. Zeker als je nagaat dat de gemeenten en provincies een flink deel van de Nederlandse infrastructuur in handen hebben.” SKAO merkt dat gemeenten en provincies vaak nog te weinig capaciteit en kennis in huis hebben om duurzaam aanbesteden goed vorm te geven. De nieuwe Aanbestedingswet slokt daarbij veel tijd en aandacht op. Overheden durven de stap naar een compleet nieuwe denkwijze over duurzaam inkopen niet aan,” aldus Termeer in gesprek met Binnenlands Bestuur.