Op deze website worden advertenties getoond. Van de advertenties wordt de redactie betaald. De redactie verzorgt het nieuws op deze website. Zonder advertenties geen nieuws. Zou je je adblocker daarom willen uitschakelen
Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur is het niet eens met kenners van de bouwwereld die menen dat Rijkswaterstaat te weinig rekening houdt met de moeilijke financiële positie van bouwbedrijven. Bij de aanbesteding van werken zouden alle risico’s bij de aannemers worden neergelegd.
In antwoord op schriftelijke Kamervragen geeft zij aan zich niet in de kritiek te herkennen. Deze kritiek houdt concreet in dat Rijkswaterstaat meer verantwoordelijkheden bij de bouwers neerlegt. In plaats van infrastructurele werken in detail voor te schrijven, krijgen aannemers een breed project toegewezen, dat voorziet in ontwerp, bouw en onderhoud van wegen, bruggen en gebouwen. Hennes de Ridder, emeritus hoogleraar aan TU Delft, zei in maart: “ze maken de projecten steeds groter, zodat ze niet meer behapbaar zijn”.
Risico bij de markt
Schultz van Haegen wijst erop dat bouwers met deze aanbestedingsformule de ruimte krijgen om ontwerp en uitvoering zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Op die manier kunnen ze innovatie toepassen. “Dit leidt uiteindelijk tot een beter product, tegen een lagere prijs”, aldus de minister. Het risico voor het ontwerp ligt in dit geval bij de markt, zo schrijft FD.nl.
Projecten zijn behapbaar
De minister spreekt tegen dat de projecten te groot zijn geworden voor de aannemers. Ze zegt regelmatig overleg te voeren met individuele marktpartijen en belangenorganisatie Bouwend Nederland over de planning en omvang van de werken. “Uit recent gehouden gesprekken is naar voren gekomen dat het volume en de omvang van de projecten behapbaar is voor de markt”, aldus de minister.
Hoge tenderkosten
Een punt van zorg bij de bouwers zijn de hoge kosten die ze moeten maken bij het inschrijven op opdrachten. Samen met Bouwend Nederland werkt de overheid eraan om de tenderinspanningen en tenderkosten te reduceren. Bouwend Nederland vraagt Rijkswaterstaat daarnaast om terughoudend te zijn met werken, waarvan het bouwvolume meer dan 500 miljoen euro bedraagt.