Op deze website worden advertenties getoond. Van de advertenties wordt de redactie betaald. De redactie verzorgt het nieuws op deze website. Zonder advertenties geen nieuws. Zou je je adblocker daarom willen uitschakelen
Rijkswaterstaat en de markt intensiveren hun samenwerking in het transitieprogramma ‘Op weg naar een vitale infrasector’. De samenwerking begint steeds meer vorm te krijgen met nieuwe vormen van aanbesteden en projectuitvoering die gangbaarder worden. Doel is een innovatieve, duurzame sector te realiseren met projecten die voorspelbaar en met een goede risicobeheersing verlopen.
Transitieaanpak
Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat informeerde de Tweede Kamer over de monitoring en doorontwikkeling van de transitieaanpak. Hieruit blijkt dat het programma werkt en positief wordt ervaren door de markt. Inmiddels zijn er meer dan 10 projecten waarin het twee-fasen contract wordt gebruikt, bijvoorbeeld de verbreding van de snelweg A27 Houten-Hooipolder, de renovatie van de IJsselbruggen in de A12 en de renovatie van de tunnels in de snelweg A73. Ook de portfolio-aanpak wordt soms gebruikt, bijvoorbeeld bij de renovatie van de Haringvlietbrug en de Papendrechtsebrug.
Taskforce Infra
Daarnaast zijn een aantal onderhoudscontracten aanbesteed met verbeteringen, zoals een langere doorlooptijd en meer oog voor de samenwerking. Deze is sinds 2020 geïntensiveerd met behulp van de nieuw opgerichte Taskforce Infra. Hierin nemen Rijkswaterstaat en een brede infracoalitie deel met als doel de transitie aan te jagen.
Blijvende verandering
De transitieaanpak wordt in het komende jaar doorgezet met een steeds groter accent op borgen van resultaten in het marktbeleid van Rijkswaterstaat. Hiermee moet een blijvende verandering worden gerealiseerd en bestendigd. Ook de houding en het gedrag van infrawerkers maakt deel uit van de nieuwe aanpak, net als een intensievere kennisuitwisseling met vergelijkbare programma’s en initiatieven bij andere opdrachtgevers. In een volgende monitor komt meer aandacht voor de effecten van de nieuwe samenwerkingsvormen en de (financiële) beheersing van projecten.