
De VDL Group heeft een kort geding tegen het ministerie van Defensie verloren. Het Financieel Dagblad (FD) bericht dat het Eindhovense bedrijf naar de rechter was gestapt nadat het naast een order voor de levering van 1400 mobiele containers greep. De aanbesteding werd gewonnen door het Britse Marshall Aerospace, dat volgens het Brabantse concern “onvoldoende rekening hield met de gestelde eisen aan de shelters.”
Marshall kon de levering 27 miljoen euro goedkoper uitvoeren dan de VDL Groep. Volgens die laatste is dit alleen mogelijk wanneer de Britten zich niet aan de minimumeisen hebben gehouden. VDL heeft daarom aan de rechter laten weten dat de Defensie Materieel Organisatie (DMO), de verkoopafdeling van de ministerie, op dit vlak nader onderzoek had moeten doen en delen van de offertes met de andere inschrijvers had moeten delen.
Nederlands
De VDL Group zegt voorts zelf ook een scherpe offerte te hebben ingediend, en vindt bovendien dat de order aan een Nederlands bedrijf had moeten worden gegund. Volgens het FD blijkt uit het vonnis en de daarbij horende correspondentie dat het Brabantse bedrijf bij de aanbestedingsprocedure als derde is geëindigd. Op de tweede plek belandde het Finse Conlog, dat een 19 miljoen euro lager bod dan VDL had ingediend.
Speculatief
Volgens het FD stelde de Haagse rechtbank dat alle verklaringen die VDL noemt voor het prijsverschil een ‘speculatief karakter’ hebben. De rechter benadrukt voorts dat alle inschrijvers het recht hebben om bedrijfsvertrouwelijke gegevens geheim te houden voor de concurrentie. Zo lijkt Marshall de order niet meer te kunnen ontgaan, al moet voor de definitieve gunning het Nederlandse parlement wel toestemming geven.