Op deze website worden advertenties getoond. Van de advertenties wordt de redactie betaald. De redactie verzorgt het nieuws op deze website. Zonder advertenties geen nieuws. Zou je je adblocker daarom willen uitschakelen
Na (een harde) Brexit zullen de Europese aanbestedingsrichtlijnen niet meer gelden voor het Verenigd Koninkrijk (VK). De Britten zijn daarom in juni vorig jaar begonnen met de onderhandelingen om toe te treden tot de Government Procurement Agreement (GPA), in het kader van de Wereldhandelsorganisatie. Volgens dr. Willem Janssen, docent en onderzoeker aanbestedingsrecht bij Public Procurement Research Centre van de Universiteit Utrecht, ontstaat er zo een “interessante juridische testcase. Wat gaat het VK doen met haar aanbestedingsregels? De Public Contract Regulations 2015 kunnen dan zonder Brusselse invloed worden aangepast. Dat is heel interessant voor de discussies die wij in Nederland voeren, waarin de Europese regels vaak als een boeman worden afgeschilderd.”
“Voorstanders van de Brexit, en zij die veelal in de Europese richtlijnen een obstakel zien, zullen zeggen dat dit kansen biedt. Dat geldt bijvoorbeeld voor gemeenten die lokaal aan willen besteden, maar dat nu niet kunnen doen. Zullen zij daar straks meer mogelijkheden voor hebben na de Brexit? Ik twijfel daar over. Ik denk dat zal blijken dat veel van de huidige discussies niet nuttig zijn, omdat ook de Britten zullen beseffen dat de regels op basis van gelijkheid en transparantie grote meerwaarde hebben.”
Lokale voorkeuren
Toetreding tot het GPA zal de ruimte die de Britten hebben om hun regels aan te passen wel beperken. Het GPA-verdrag bestaat daarentegen uit ‘slechts’ 22 artikelen, zo benadrukt Janssen. “Alleen al de Klassieke aanbestedingsrichtlijn bestaat uit 94 artikelen, die daarnaast ook nog veel meer in detail treden. Bovendien zijn de verplichtingen binnen GPA minder uitgebreid. De impact van deze regels kan ook sterk beperkt worden door zogeheten voorbehouden. Zo kan je makkelijker toestaan om bepaalde delen van een aanbestedingsmarkt er buiten te laten. Op basis van het GPA is het goed mogelijk dat hoewel je verdragsstaat bent, je bepaalde eigen industrieën mag bevoordelen.
Ouderwets wereldbeeld
Janssen vraagt zich ook af of het VK uiteindelijk het gewenste lokale protectionisme wel zal toestaan, wanneer zij straks haar eigen aanbestedingsregels mag aanpassen. “Vanaf het noordelijkste punt van het VK, naar het zuidelijkste is het verschil in afstand, en soms ook in cultuur, groter dan tussen Antwerpen en Amsterdam. Je kunt je toch niet voorstellen dat ze alles lokaal zullen willen houden en geen buiten-regionale samenwerking zullen willen stimuleren? Willen ze echt terug naar een wereldbeeld van begin 1900? Schotse bedrijven kunnen net zo goed, zo niet beter, leveren aan overheden in Wales.”
Wederzijdse toegang
Voorlopig zijn de onderhandelingen over de Britse toetreding tot het GPA nog bezig. Janssen verwacht dat het VK zal gaan toetreden. “Toegang tot Britse aanbestedingen is in het belang van alle 46 partijen binnen het verdrag. Wat de daadwerkelijke toegevoegde waarde daarvan is zal blijken wanneer duidelijk wordt wat precies de voorwaarden van de toetreding zullen zijn.”
Meerwaarde Brexit
Janssen geeft tot slot aan dat een “goede spindoctor overal wel een spin aan kan geven. Je zou aan de ene kant kunnen zeggen dat de keuze voor het GPA een keuze is voor protectionisme, want je kan de reikwijdte van de regels sterk beperken. Aan de andere kant zou je kunnen zeggen, dat het VK ook niet tot het GPA had kunnen toetreden, dat zou pas echt een keus voor protectionisme zijn geweest, omdat ze dan haar markt helemaal had kunnen afsluiten. Duidelijk is in ieder geval dat de Britten hoog van de toren blazen over hoe ze na Brexit controle gaan terugkrijgen over hun wetten. Het aanbestedingsrecht is echter niet het meest schokkende rechtsgebied in deze context. Ze zullen wel wat veranderingen doorvoeren, maar het is nog maar de vraag of dat verstandig is en of het prioriteit heeft. Ik denk niet dat het uiteindelijk qua aanbestedingsregels veel verschillen zal opleveren tussen de situatie voor en na de Brexit.”