Gemeenten korten meer dan Rijk op zorg

Gemeenten gaan volgend jaar veel meer bezuinigen op hun nieuwe zorgtaken dan is afgesproken door de coalitie en de oppositiepartijen D66, CU en SGP.[slide]

In het zorgakkoord staat dat de overheveling van zorgtaken van het Rijk naar de gemeenten een bezuiniging van 11 procent oplevert. Nu de eerste contracten zijn afgesloten, blijken de gemeenten 25 procent minder uit te geven aan zorg dan het Rijk eerder deed. Dat zeggen drie adviseurs die betrokken zijn bij de aanbesteding van zorgcontracten vanavond in Nieuwsuur.

Onmogelijke taak
Volgens de adviseurs worden de zorgaanbieders door de houding van de gemeenten met een onmogelijke taak opgezadeld; ze moeten na 1 januari dezelfde hoeveelheid zorg blijven aanbieden voor veel minder geld. Twee maanden voor invoering van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is pas eenderde van de contracten getekend. Eenderde zit in de eindfase en nog eens eenderde heeft vertraging opgelopen. De vertraging wordt mede veroorzaakt door onduidelijkheid over het aantal mensen dat zorg nodig heeft. Het ministerie van Volksgezondheid en de Vereniging van Nederlandse gemeenten deden de afgelopen maanden onderzoek naar het inkoopproces. Uit dit onderzoek bleek dat de bezuinigingen geen 11 of 25 procent opleveren, maar zelfs oplopen tot 35 procent.

Cijfers matchen niet
“Gemeenten krijgen cijfers van het Rijk en zorginstellingen over het aantal cliënten dat zorg ontvangt. Die cijfers matchen niet. Als je niet weet voor hoeveel mensen je zorg moet inkopen, weet je niet of je uitkomt met het budget”, zegt adviseur Ben Bugter tegenover Nieuwsuur. Gevolgen voor de cliënten zullen niet uitblijven. Zorgorganisaties moeten flink inkrimpen en mensen ontslaan. Staatssecretaris Van Rijn zegt dat de continuïteit van de zorg volgend jaar gegarandeerd is. Volgens de adviseurs die Nieuwsuur sprak, zijn de contracten die nu worden gesloten geen garantie dat alles vanaf 1 januari goed zal gaan.