Leuk, als hij nog toevoegingen of commentaar heeft hoor ik het graag, vriendelijke groet, Theo van der Linden
Op deze website worden advertenties getoond. Van de advertenties wordt de redactie betaald. De redactie verzorgt het nieuws op deze website. Zonder advertenties geen nieuws. Zou je je adblocker daarom willen uitschakelen
Nog nooit kreeg ik op een column zoveel reacties als op mijn column over de aanbesteding van de Blankenburgtunnel, waarvan ik vond dat het kwaliteitsdeel buitenproportioneel hoog was (€185.000.000 fictieve korting voor een plan van 35 pagina’s) . Twee soorten reacties hadden de boventoon: ‘moeten we dan weer terug naar aanbesteden op laagste prijs?’ en ‘hoe zou het dan wel moeten?’
Aan het begin van 2018 wil ik daar wel eens een voorzetje voor doen. Hierbij mijn voorstel voor een aanbesteding als de Blankenburgtunnel, in maximaal vier kantjes A4, met wat hulp van nieuwe media.
De belangrijkste vraag bij een aanbesteding is altijd ‘wat heb je nu echt nodig’? In vroeger tijden schreven aanbestedende diensten dit op in een bestek zonder de markt te consulteren, wat leidde tot misverstanden en meerwerk bij de uitvoering. Tegenwoordig maken aanbestedende diensten juist veel gebruik van de kennis van de markt door marktconsultaties, BVP of het gebruik van procedures als de concurrentiegerichte dialoog.
Ik zou het nog eenvoudiger willen houden. Een aanbestedende dienst moet zich m.i. helemaal niet bezig willen houden met hoe een project tot uitvoering wordt gebracht, maar alleen met het resultaat. Kan dat bij een GWW-project van ca €600.000.000 zoals de Blankenburgtunnel? Ik denk van wel.
Ik werd op het idee gebracht door iets wat ik onlangs op de radio hoorde. Een jonge boer klaagde steen en been over de verplichte oormerken voor runderen. Iedere koe in Nederland (en dat zijn er miljoenen) krijgt een geel oormerk voor identificatiedoeleinden. De boer wees erop dat iedere koe een unieke vlekkenstructuur heeft en dat een foto van bijvoorbeeld de linkerzijkant van de koe vergelijkbaar is met een vingerafdruk van een mens. Als je een koe dus digitaal fotografeert en dat registreert is zo’n oormerk helemaal niet meer nodig. Volgens hem was iedere deskundige het daar onderhand wel over eens, maar toch bleef de wetgever iedereen op kosten jagen en de koe onnodige pijn bezorgen door dat gele oormerk verplicht te blijven stellen.
Zou er ook voor GWW-aanbestedingen een dergelijke simpele oplossing te bedenken zijn? Voor de voorbereiding op mijn vorige column heb ik wat gegrasduind in de openbare stukken over de Blankenburgtunnel. Ik stuitte toen op een youtube-animatie filmpje van Rijkswaterstaat dat uitleg gaf over het project. Het filmpje laat zien hoe het er uiteindelijk uit moet gaan zien, gefilmd vanuit de auto. Bekijk het even voordat je verder leest.
https://www.youtube.com/watch?v=P7uyxWW6ilw
In mijn ogen kun je geen beter bestek maken dan dit filmpje. Dit is namelijk precies wat het moet worden! Waarom zouden we er dan verder nog moeilijk over doen? De opdracht omschrijving in de aanbesteding wordt dus iets in de sfeer van ‘als dit echt kan, is het project klaar’. Je moet het dan ook nog keer vanaf de andere kant filmen, maar jullie begrijpen het idee. Natuurlijk moet je het iets beter formuleren, maar feitelijk is dit gewoon wat je wilt. Uiteraard kun je ook een DBFM-achtige formulering kiezen.
Daarmee zijn we er natuurlijk nog niet. We moeten wel wat dingen borgen. In mijn optiek zijn dat bij een aanbesteding als deze drie zaken: wanneer is het klaar, hoeveel overlast wordt er veroorzaakt en houdt de opdrachtnemer zich aan de wet.
Voor de leverdatum heb ik het volgende voorstel. We gaan uit van een realistische leverdatum. Laten we zeggen dat we voor dit project zes jaar als uitgangspunt nemen. Dan zetten we het volgende in de aanbestedingsstukken: “Voor deze opdracht is maximaal zes jaar uitgetrokken. Voor overschrijding van deze leverdatum geldt een boete van X per maand. Een inschrijver die echter een snellere leverdatum garandeert kan hiermee kwaliteitspunten (of een fictieve korting TvdL) verdienen.”
Over de waarde van die punten of de hoogte van die fictieve korting moet je goed nadenken. Deze tunnel ligt er nu nog niet. Hoe belangrijk is het om hem sneller dan in zes jaar aan te leggen? Als het gaat om een project in het midden van het land waardoor dagelijks grote files zullen ontstaan is de leverdatum natuurlijk een heel belangrijk gunningscriterium. Dit is echter een nieuwe tunnel (die niemand nog kan missen) dus je moet je goed afvragen hoeveel een snellere leverdatum je waard is.
Om te voorkomen dat inschrijvers achteraf met hangende pootjes moeten vaststellen dat de door henzelf gegarandeerde leverdatum niet gehaald wordt, voeren we een sanctie in. Maar ook hier maken we een kwaliteitscriterium van. Ondernemers kunnen in onze BPKV-aanbesteding kwaliteitspunten verdienen en wel door zelf de hoogte van die boete te bepalen. Hoe hoger de boete die ze zichzelf durven op te leggen, hoe meer punten ze verdienen. Deze methode heeft als resultaat dat een inschrijver echt zelf de verantwoordelijkheid neemt voor de leverdatum. Hij garandeert niet alleen een snelle leverdatum, maar hij is ook zo zeker van zichzelf dat hij een flinke boete durft te riskeren als hij die niet haalt. En reken maar dat de winnaar zich optimaal zal inspannen om de door hem beloofde leverdatum te halen.
Dan hebben we nog het beperken van de overlast. Daar doen we precies hetzelfde. We stellen vast wat de maximaal aanvaardbare overlast is en we maken twee gunningscriteria waarmee de inschrijver punten kan verdienen: de hoeveelheid overlast (zoveel dagen geen auto- of vaarverkeer mogelijk) en de hoogte van de boete als dat overschreden wordt.
De rest van de zaken zou ik niet als gunningscriterium maar als eis opnemen. In Nederland hebben we de neiging om van alles maar gunningscriteria te maken zodat je erop kunt scoren. Het merendeel van de rechtszaken over aanbestedingen gaat over het feit dat een inschrijver al dan niet correct beoordeeld is. Ik pleit voor eenvoud in deze. Maak er een eis van. Dus: de te leveren tunnels voldoen aan alle voorschriften omschreven in de Tunnelwet zoals gepubliceerd in etc etc.
Ook zaken als een communicatieplan (hoe vertel je aan de omgeving wat er gebeurt en gaat gebeuren) lenen zich veel beter voor een eis dan voor een gunningscriterium. Ze weten bij RWS onderhand echt wel wat er in een goed communicatieplan moet staan. Je hebt echt niet voor alles ‘de creativiteit van de markt’ nodig. Er staat gewoon in de aanbestedingsstukken welke communicatie er plaats moet vinden, bijvoorbeeld:
• De ON publiceert elke week een stukje op een facebookpagina, waarin uitgelegd wordt wat er gebeurd is en wat er gaat gebeuren. Hierbij worden drie foto’s opgenomen.
• De ON zet elke maand een timelapse-filmpje op youtube waarin in één minuut de voortgang van het project te volgen is.
• De ON gebruikt twitter om onverwachte stremmingen binnen een uur wereldkundig te maken etc etc
Het allerbelangrijkste voordeel van bovenstaande methode is dat de aanbesteding weer democratisch controleerbaar wordt. De huidige manier van aanbesteden is voor politici niet te begrijpen. Het is zo technisch en ingewikkeld, dat ze er maar op moeten vertrouwen dat het allemaal in orde komt. Controleren of begrijpen kunnen ze het niet. Door te kiezen voor een voor leken begrijpelijke aanbestedingsmethode, zoals hierboven, kan de verantwoordelijke minister in de Tweede Kamer verantwoording afleggen voor de keuzes die gemaakt zijn.
Natuurlijk zijn er op bovenstaande methode op- en aanmerkingen te maken, maar het principe van ‘zo simpel mogelijk aanbesteden’ met optimale gebruikmaking van nieuwe media is volgens mij het uitgangspunt voor de toekomst. Aanbestedende diensten die denken dat de kwaliteit geborgd kan worden in dikke rapporten en plannen van aanpak, komen vaak van een koude kermis thuis.
Wim de Bie zong het ooit op de Simpelpee 1:
“Oh Lord, can’t you see
Life is a complexity
So give us, give us simplicity
Oh Lord, can’t you see
Hearts filled with misery
So give us, give us simplicity”
Tot slot nog dit. Ik heb heel veel vragen gekregen waarom ik dit jaar niet weer een oudjaars-aanbestedingsconference gegeven heb. Dat is omdat ik dat vorig jaar ook niet gedaan heb. Het was een practical joke. De recensie was door mijzelf geschreven (Elvira den Thonen is een anagram van Theo van der Linden) en het bijbehorende filmpje was bij mij op zolder gemaakt.
Ik wens u allen een boeiend 2018!
Leuk, als hij nog toevoegingen of commentaar heeft hoor ik het graag, vriendelijke groet, Theo van der Linden
Beste Theo, Mijn man heeft de aanbesteding geleid van De Baak en daarbij heb ik vanaf de "zijlijn" alles meegekregen omtrent de aanbesteding en de rechtzaak enz. Ik heb het artikel van u aan hem doorgestuurd om te lezen. Mvg, M. van Os-Pieters
Wat jammer dat ik niet op je eerste column reageerde. Dat zou het aantal reacties met 50% hebben vergroot! Ik ben het eens met je opvatting dat er veel te veel waarde aan het voldoen aan wensen wordt toegekend. De scoremethodiek van RWS gaat uit van een maximale aftrek ter grootte van de maximale bonus, zodat het variabele deel van min naar max in de grootteorde van de aanneemsom zelf ligt. Inderdaad krankzinnig. Een gezonde verhouding tussen “must have” en “nice to have” is volledig zoek. Een risicodossier krijgt pas waarde voor de opdrachtgever als er ook risico's door de opdrachtnemer worden overgenomen. Tunnelbouw is niet eenvoudig, weet ik uit ervaring vooral als het de eigenschappen van de ondergrond betreft. Een opdrachtgever moet voorzichtig zijn met het overdragen van risico's. Een opdrachtgeven zou m.i. een raming moeten maken van zijn verwachting van een oplossing met maximale kwaliteit en van de minimale kwaliteit. Het verschil is de raming van de kwaliteit. Dat kan veel of weinig zijn, maar is dan goed onderbouwd. De Zevenaarse norm van 10% is niet goed onderbouwd omdat in die zaak geen enkele aanname is gedaan over wat kwaliteit de opdrachtnemer kost, alsof het gratis is......