Op deze website worden advertenties getoond. Van de advertenties wordt de redactie betaald. De redactie verzorgt het nieuws op deze website. Zonder advertenties geen nieuws. Zou je je adblocker daarom willen uitschakelen
Vervoerder Keolis koos bij de aankoop van 259 elektrische bussen voor Chinese busbouwer BYD en niet voor de VDL Groep uit Noord-Brabant. Dat leidde tot ophef en Kamervragen van het CDA. Ook aanbestedingsexperts vragen zich af hoe bedrijven om moeten gaan met Chinese concurrentie binnen aanbestedingen, meldt het Eindhovens Dagblad.
De concessie voor het busvervoer in Oost-Nederland is gewonnen door Keolis. Het stond de vervoerder vervolgens vrij te kiezen voor een (Chinese) leverancier van bussen. Toch ontstond er ophef toen Keolis koos voor een Chinees bedrijf in plaats van het Nederlandse VDL.
De keuze ligt extra gevoelig omdat de Nederlandse regering onlangs in Brussel nog pleitte voor het tegengaan van voor oneerlijke Chinese concurrentie. De Europese Commissie zou ‘marktverstorend gedrag’ tegen moeten kunnen gaan. Bovendien zet VDL sociale werkplaatsen in en verricht het geen werkzaamheden in lagelonenlanden. VDL nam ook de noodlijdende NedCar-fabriek in Born en Siemens in Hengelo overgenomen. VDL behield op die manier een groot aantal banen voor de regio en de Nederlandse economie. De Statenfractie van de PVV in Overijssel stelde dat de opdracht nooit naar BYD had mogen gaan.
Het CDA wil nu weten of de aanbestedingsprocedure van de Provincie Overijssel anders ingestoken had kunnen worden, waardoor de keuze voor de busbouwer mogelijk anders uit had kunnen pakken. Duidelijk is dat het onmogelijk is selectiecriteria op te nemen in de aanbesteding, waardoor een bedrijf als Keolis verplicht zou zijn te kiezen voor een Nederlands bedrijf. Een dergelijk criterium zou neerkomen op discriminatie.