Op deze website worden advertenties getoond. Van de advertenties wordt de redactie betaald. De redactie verzorgt het nieuws op deze website. Zonder advertenties geen nieuws. Zou je je adblocker daarom willen uitschakelen
Snelheid, met een goede prijs en kwaliteit, dat is wat het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) vraagt in de aanbesteding van 2.000 flexwoningen. Deze moeten volgend jaar zomer zijn gerealiseerd. Kleine bouwbedrijven trekken aan de bel over de aanbesteding. Zij vinden deze oneerlijk.
Eisen
Het Rijk wil zo snel mogelijk 2.000 flexwoningen gereed hebben om mensen met urgentie zo snel mogelijk een woning te kunnen bieden. Het is de bedoeling dat de flexwoningen in 4 verschillende formaten worden aangeboden, dat ze stapelbaar zijn en verplaatsbaar en voor minimale percentages bestaan uit hergebruikte en bio-based materialen.
Geen concurrentie
Kleinere bouwers en producenten van flexwoningen voelen zich buitenspel gezet bij de uitgeschreven aanbesteding. Zij hebben moeite met de uitvraag waarin fikse referenties worden gevraagd en een flink bedrag per perceel wordt vereist. De concurrentie is hiermee uit de aanbesteding, zo verwachten een aantal bouwbedrijven.
Kritiek
Naast de eisen in de aanbesteding, is ook de snelheid ervan punt van kritiek. Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) erkent dat het Rijk een risico neemt. Vooralsnog zijn er immers geen locaties bekend voor de flexwoningen die er over ruim een half jaar allemaal moeten staan. Opvallend is dat het RVB op vragen antwoordt dat het kwaliteitsaspect van de aanbesteding de snelste levertijd is en niet esthetische kwaliteit.
Focus op snelheid
Het RVB is van mening dat ook kleinere ondernemers kans maken op gunning. Zij kunnen samenwerkingsverbanden sluiten. Bouwers zien dit in de praktijk niet gebeuren. Ruimte voor innovatie ziet het RVB ook, al blijft zij benadrukken dat de primaire focus op de snelheid ligt.
Bron: Cobouw