Kosten Friese jeugdhulp omhoog door vernieuwde inkoopsystematiek

De 20 Friese gemeenten hebben in 2018 95 miljoen euro uitgegeven aan specialistische jeugdhulp, een stijging van 27% ten opzichte van een jaar eerder. Dat is volgens onderzoek van KPMG voor een groot deel te danken aan de nieuwe inkoop- en bekostigingsmodel van Friesland. In 2018 besloot de provincie om jeugdhulp in te kopen volgens de ‘resultaat gestuurde inkoop’ systematiek.

KPMG deed haar onderzoek op verzoek van de Friese gemeenten die, volgens Binnenlands Bestuur, begin 2018 signalen ontvingen dat de nieuwe inkoopsystematiek ongewenste en onverwachte gevolgen had. Dat blijkt ook uit de harde cijfers. In de gemeenten Waadhoeke, Harlingen, en Leeuwarden zijn de kosten voor jeugdhulp bijvoorbeeld respectievelijk 117%, 83% en 32% toegenomen in vergelijking met 2017.

Daling patiënten
Het onderzoek bevestigde in de eerste plaats dat de kostenstijging niet te danken is aan een toename van het aantal patiënten. Sterker nog, in 2018 is het aantal Friese jongeren dat specialistische jeugdhulp krijgt 7% gedaald. Per jongere is de gemiddelde vergoeding echter 37% toegenomen. Dat komt volgens KPMG mede doordat de nieuwe inkoopsystematiek zorgaanbieders directe invloed geeft op de tarieven per traject.

Opwaarts effect
KMPG stelt dat zorgaanbieders in de nieuwe situatie de vrijheid hebben om de intensiteit van het traject te bepalen. Bovendien zou de gebruikte systematiek prikkels bevatten die een opwaarts effect hebben op de tarieven. Het onderzoek benadrukt dat deze prikkels niet per definitie onterecht zijn, maar mogelijk wel “een meer kostendekkende situatie voor de zorgaanbieders opleveren.” Om grip te krijgen op de kosten moet er volgens het onderzoek meer afstemming komen tussen gemeenten een aanbieders