Op deze website worden advertenties getoond. Van de advertenties wordt de redactie betaald. De redactie verzorgt het nieuws op deze website. Zonder advertenties geen nieuws. Zou je je adblocker daarom willen uitschakelen
Omdat de kosten van jeugdzorg blijven stijgen, zou een andere inkoopstrategie nodig kunnen zijn. Het Public Procurement Research Centre (PPRC) onderzocht de effecten van de inkoopsystematiek op kosten van de jeugdzorg en concludeert dat minder gecontracteerde zorgaanbieders niet automatisch resulteert in lagere kosten.
In 2015 werden gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Het beoogde effect was betere en goedkopere jeugdhulp op maat. Desondanks blijven vraag en daarmee kosten stijgen. Gemeenten grepen her en der stevig in via een inkoopstrategie in de hoop op een beter functionerend lokaal jeugdzorgstelsel.
Door de gedachte zaken anders te doen, boette inkoop via ‘open house’ de laatste jaren aan populariteit in voor contracten in jeugdzorg. Het kost gemeenten bij die constructie moeite overzicht te bewaren en kosten te besparen. De constructie zou leiden tot hoger zorggebruik en hogere kosten en een groot aanbod van lichte jeugdhulp, terwijl zwaardere en complexere hulp in het nauw komt. Onderzoek naar de impact op kosten en zorgvraag bij ‘open house’ is meermaals onderzocht, maar nooit aangetoond.
Desondanks switchen gemeenten naar andere inkoopsystematieken om een beter stelsel te organiseren dat ook nog eens goedkoper is. De impact van deze constante koerswijzigingen op het lokale jeugdzorgstelsel is groot. Het kost veel administratie, levert extra kosten en vertrouwensbanden tussen cliënt en hulpverlener worden nogal eens verbroken.
Het PPRC onderzocht samen met de Universiteit Twente of het wijzigen van de inkoopsystematiek financiële winst oplevert of juist geldt kost. Daaruit blijkt dat het veranderen van de selectiviteit en daarmee beperken van keuzevrijheid voor zorgvragers, resulteert in significant sterke stijgende kosten dan wanneer niet werd ingegrepen.
Veranderingen in contractvorm blijken wél te resulteren in minder stijging van de kosten. Zo voerden gemeenten budgetplafonds in, wat de uitkomst verklaart. Dat leidt immers tot minder zorgverlening en dus minder kosten. De vraag hoe efficiënt die aanpak is, blijft bestaan. Het resultaat is doorgaans wachtlijsten en dus uitgestelde zorg.
Omdat open house landelijk onder een vergrootglas ligt, hebben de onderzoekers dit onderdeel verder uitgelicht. De verschillen tussen open house en selectieve inkoop blijken minimaal. Voor de kostenstijging maakt het dus niet uit of gemeenten open house of selectief inkopen.
De onderzoekers concluderen dat het veranderen van de inkoopsystematiek over het algemeen geen goede manier is om kosten te besparen. Het blijkt dat gemeenten die het in financieel opzicht relatief goed doen niet op dezelfde manier inkopen. Wel valt op dat zij koersvast zijn en slechts kleine wijzigingen aanbrengen in hun lokale zorgstelsel. Rigoureus ingrijpen lijkt te resulteren in leergeld betalen. Open house inkopen leidt niet automatisch tot hogere kosten voor jeugdhulp en overstappen naar selectieve contracten leidt niet automatisch tot besparingen. Gemeenten moeten breder kijken hoe zij kunnen besparen.