Op deze website worden advertenties getoond. Van de advertenties wordt de redactie betaald. De redactie verzorgt het nieuws op deze website. Zonder advertenties geen nieuws. Zou je je adblocker daarom willen uitschakelen
Overheden kiezen vaker voor Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI). Dat blijkt uit een evaluatie van het MVI-beleid van de overheid over de periode 2015-2020. MVI komt vaker aan bod tijdens marktconsultaties en krijgt meer gewicht tijdens aanbestedingen. De evaluatie is uitgevoerd in opdracht van vijf ministeries en moet bijdragen aan besluitvorming over het vervolg van MVI-beleid.
Het Plan van Aanpak MVI moest destijds leiden tot handvatten voor duurzaam inkopen en aanbesteden, waarbij vaker gunningscriteria en dialoogfasen werden toegepast. Ook moesten bedrijven uit het mkb betere toegang krijgen tot overheidsopdrachten en moest er meer werkgelegenheid komen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
In het rapport ‘Evaluatie Plan van Aanpak MVI 2015-2020’ stellen de onderzoekers dat er een toename van het gebruik van MVI-gunningscriteria in aanbestedingen te zien is. Daarnaast krijgt MVI een groter gewicht in de scoringsmethodiek en komt het onderwerp vaker aan bod tijdens marktconsultaties. Overheden kopen vaker in op basis van MVI. Wel geven de onderzoekers aan dat zij geen causaal verband tussen het Plan van Aanpak MVI en grotere aandacht voor MVI kunnen aantonen.
MVI komt het vaakst aan bod tijdens het formuleren van de minimumeisen, maar wordt nog weinig toegepast bij contractmanagement of tijdens de contractfase. Social return, circulair, mkb- en milieuvriendelijk inkopen zijn de meest gebruikte thema’s in MVI-beleid. Biobased inkopen is het minst populair.
Aanbevelingen
De evaluatie leidt ook tot aanbevelingen voor toekomstig beleid. Zo kan het effect van MVI flink toenemen als MVI minder vrijblijvend wordt bij decentrale overheden. Daarnaast moet MVI-beleid bij inkopende organisaties in de gehele organisatie ingebed worden. Projectleiders en managers moeten beter doordrongen zijn van het belang van MVI, zodat inkopers hier concreet vorm aan kunnen geven. Dit is in lijn met de signalen die decentrale overheden afgaven tijdens het onderzoek. Zij stellen behoefte te hebben aan een duidelijke structuur en richtlijnen. Daarnaast hebben kleine decentrale overheden behoefte aan meer capaciteit:
“Succesvol toepassen van MVI staat of valt met voldoende tijd en capaciteit. Uit de interviews blijkt dat bij (met name kleinere) decentrale overheden het vaak ontbreekt aan capaciteit. Er is behoefte aan meer inkoop-fte’s zodat bijvoorbeeld betere marktconsultaties kunnen worden gehouden, zodat functionele aanbestedingen kunnen plaatsvinden en zodat gecontroleerd kan worden of contracten worden nageleefd. Bovendien is de functie van ‘inkoper’ is de laatste jaren erg veranderd: van een bestelfunctie naar aanbesteden en beleid uitvoeren. Hierdoor zijn er meer en andere mensen nodig.”
Ten slotte concluderen de onderzoekers dat de kennis van marktpartijen essentieel is voor ambitieuzer en realistischer MIV-beleid. Eigenaarschap van het onderwerp MVI bij het Rijk en structurele financiering kunnen bovendien helpen MVI nog beter op de kaart te zetten.