“Overheid zet bedrijfsleven buitenspel”

Het bedrijfsleven wordt ten onrechte buitenspel gezet, doordat de overheid de catering, IT en schoonmaak naar zich toetrekt. Dat stelt Elisabetta Manunza, hoogleraar Internationaal en Europees Aanbestedingsrecht aan de Universiteit van Utrecht. Volgens de hoogleraar is dit een zorgelijke trend en gaat de overheid willekeurig te werk.

Overheden hoeven niet te beargumenteren waarom zij beter in staat zouden zijn een taak uit te voeren dan marktpartijen. Dat geeft de Rijksoverheid de ruimte om de komende jaren steeds meer taken in te besteden die tot nu toe bij bedrijven waren ondergebracht. Ook mogen lokale overheden commerciële activiteiten ontplooien, zoals jachthavens en afvalverwerking. Dat schrijft FD.nl.

Rijksschoonmaakorganisatie
Minister Asscher van Sociale Zaken heeft de Rijksschoonmaakorganisatie opgericht om een inclusieve arbeidsmarkt te promoten, met zoveel mogelijk vaste banen. “Het is denigrerend hoe de minister spreekt over de schoonmaakbranche”, vindt Manunza. “Hij suggereert dat werknemers daar slecht worden behandeld, maar hij levert geen bewijs voor deze sociale ongelijkheid. Die sector zegt 120% van het minimumloon te betalen. Als er misstanden zijn bij schoonmakers die voor ministeries werken, dan kun je die uitbannen door zelf de juiste eisen te stellen in de aanbesteding.”

Digitaliseringsopdracht
Recent heeft minister Bussemaker van Onderwijs een digitaliseringsopdracht naar de Belastingdienst geschoven. De minister verdedigde dit besluit door aan te geven dat de digitalisering van maatschappelijk belang is. “Ik snap niet dat de Tweede Kamer daar niet doorheen prikt. Feit is dat zeer gevoelige taken door de markt worden uitgevoerd, denk aan grote infrastructurele werken en complexe IT-systemen. Het is frappant dat Bussemaker geen onderscheid maakt tussen de taak en de feitelijke werkzaamheden. Ze besluit dat iets van algemeen belang is en verbindt daar direct het gevolg aan dat de uitvoering dus ook door de overheid moet gebeuren.”

Wetswijziging
Bussemaker suggereerde ook dat de marktpartijen duurder zouden zijn, maar liet de berekeningen niet zien. “Daarom pleit ik voor een wetswijziging, waarbij je een objectieve, openbare toets introduceert die vooraf gaat aan een beslissing om wel of niet in te besteden. Je kunt op een objectieve manier toetsen op zaken als kwaliteit, duurzaamheid, sociale insluiting en milieu-impact. Het is stemmingmakerij om te doen alsof een aanbesteding alleen over de laagste prijs gaat”, aldus Manunza.