Rijkswaterstaat verlaagt risico’s aanbesteding Zuidas

Rijkswaterstaat heeft zijn koers gewijzigd en de risico’s voor bouwbedrijven verlaagd bij de aanbesteding van de verbreding van de A10 langs de Amsterdamse Zuidas. De oorzaak van de tegemoetkomingen is de kritiek van grote bouwers dat infrastructuurprojecten te groot en te riskant zijn geworden. Als gevolg hiervan zijn bouwers voorzichtiger met inschrijven. Ondanks de koerswijzigingen zijn slechts twee consortia bereid om zich in te schrijven voor het project dat in totaal 1,9 miljard euro gaat kosten. De twee consortia die meedingen in de opdracht zijn Bam, TBI en Volkerwessels, en Heijmans, Fluor en Hochtief.

Rijkswaterstaat is bereid een ondergrens van het inschrijfbedrag in te stellen, zodat de concurrentie niet alleen om prijs draait. Ook neemt de overheid een deel van het risico op zich door zelf de kabels en leidingen in kaart te brengen. Daarnaast wordt het winnende consortium per maand uitbetaald, zodat geen financier hoeft worden gevonden. Als laatste draagt de overheid zelf verantwoordelijkheid bij het regelen van de vergunningen. Dat schrijft FD.nl.

Vrije marktwerking
De Tweede Kamerfractie van de VVD is kritisch over de risico’s die de Rijkswaterstaat op zich neemt. Volgens de partij past een minimumprijs niet in de vrije marktwerking en wordt kartelvorming in de hand gewerkt. De VVD zegt ook vraagtekens bij de kennis en deskundigheid van Rijkswaterstaat om een minimumprijs te kunnen vaststellen.

Forse kritiek marktpartijen
Eerder kreeg Rijkswaterstaat al forse kritiek van marktpartijen, omdat de meeste risico’s bij de sector werden gelegd. Ballast Nedam en Strukton leden verliezen, doordat ze veel te laag inschreven op de verbreding van de A15 door de Rotterdamse haven. De extreem lage marges werkten kartelvorming ook in de hand: “Bouwbedrijven kunnen door de extreem lage marges in de verleiding komen om prijsafspraken te maken”, waarschuwde Daan Sperling, bestuursvoorzitter van TBI in maart dit jaar.