Magnifying glass Close

Adblocker is geactiveerd!

Op deze website worden advertenties getoond. Van de advertenties wordt de redactie betaald. De redactie verzorgt het nieuws op deze website. Zonder advertenties geen nieuws. Zou je je adblocker daarom willen uitschakelen

To hell with consensus!

“De definitieve score wordt door de beoordelingscommissie in consensus bepaald.” Je ziet het regelmatig in de leidraad staan. Wat een goed woord is dat toch. Consensus staat voor verbinding, eensgezindheid en gladstrijken van verschillen. Zachte waarden, die we in deze tijd maar al te goed kunnen gebruiken. Maar onder warme en wollige dekens zit vaak een wolf verscholen.

12 Angry Men

Gunningsmotivaties komen om de haverklap bij de rechter terecht. Want het is nogal een uitdaging om subjectiviteit volledig uit te bannen. Daarom zoeken aanbestedende diensten graag naar de meest objectieve beoordelingsmethode. Vroeger kozen ze daarbij vaak voor de meest voor de hand liggende optie: je telt de individuele scores bij elkaar op en berekent het gemiddelde. Zo bepaal je eenvoudig de kwaliteitsscores tot op twee cijfers na de komma.

Maar tegenwoordig kiezen ze dus steeds vaker voor de consensusmethode. Hier geeft nog steeds iedereen een individueel cijfer, maar is de rekensom vervangen door een plenaire bespreking. De hele commissie gaat dan met elkaar aan tafel om de individuele scores te bespreken en gezamenlijk te komen tot een definitieve score.

Op papier klinkt dat als een topplan. Goed ingelichte mensen die met elkaar bespreken wat ze van ieder onderdeel vinden, en bereid zijn om te luisteren naar elkaars argumenten. Ik zie dan direct het legendarische 12 Angry Men voor me, waarin één man elf nukkige juryleden in anderhalf uur weet te overtuigen om de verdachte vrij te pleiten.

Het recht van de sterkste

Maar het ware leven is geen rechtbankdrama, om Def P te parafraseren. Uit talloze onderzoeken blijkt dat consensus wordt beïnvloed door de leider(s) van een groep, en dan niet door zijn inhoudelijke (of zelfs retorische) argumenten. Te vaak bepalen gender, karakter en status of er naar je geluisterd wordt. En op bijvoorbeeld een gemeentekantoor speelt daarnaast hiërarchie en senioriteit natuurlijk nog een grote rol. Je moet vrij stevig in je schoenen staan om als nieuwe collega tegen je senior in te gaan.

Consensus is in de praktijk dan dus niets meer dan het recht van de sterkste. En daarmee precies het tegenovergestelde van consensus.

The road to hell…

Maar wat nou als het in bepaalde gemeentes wél werkt? Als de organisatiestructuur horizontaal is, er naar iedereen geluisterd wordt en werkelijk een score komt waar de hele commissie zich in kan vinden? Dan moeten we ons pas écht zorgen gaan maken.

Wat je dan namelijk ziet gebeuren is dat kwaliteit minder belangrijk wordt. In consensus worden niet zo gauw tienen uitgedeeld, maar is iedereen het wel snel eens over een ‘voldoende’ of ‘goed’. En dan loont het niet om een radicaal plan in te dienen, maar vooral een veilige inschrijving te doen.

Het betekent daarmee ook dat prijs meer de doorslag geeft. En dat is de doodsteek voor innovatie. Duurzame en innovatieve oplossingen zijn namelijk zelden de goedkoopste optie. Elektrische wagenparken, nieuwe productieketens of een revolutionaire applicatie; oplossingen voor de lange termijn vragen om investeringen op de korte termijn.

Consensus is een prima oplossing in tijden van voorspoed. Het Nederlandse poldermodel gedijde dan ook goed in de welvarende jaren negentig. Als alles voortkabbelt kun je mooi in het midden blijven zitten. Maar als er een koerswijziging nodig is slaat consensus iedere vorm van verandering dood.

De periode van voorspoed ligt al een tijdje achter ons. Inmiddels zitten we opgescheept met een woning-, corona-, vluchtelingen- en klimaatcrisis, om er maar een paar te noemen. Daar gaan we in consensus nooit uitkomen. Wie wacht tot iedereen het met elkaar eens is komt altijd te laat. De weg naar de hel is geplaveid met goede beoordelingen.

Partner van Aanbestedingscafé:
Partner van Aanbestedingscafé:

Reacties (4)

Hubertus Keulen 7 december 2021 16:22 uur

Johan en Jan: volledig akkoord. @Arnoud: als een RSOI-deskundige geen verstand heeft van implementatieplannen, moet je hem/haar gewoon dat onderdeel van de inschrijving niet laten beoordelen. Juiste beoordeling door experts die weten waar ze het over hebben, realiseer je niet door een expert te laten beoordelen en anderen dat oordeel klakkeloos te laten overnemen omdat hij/zij er blijkbaar verstand van heeft. Dan is het dus één of enkele deskundige die beoordeelt: communiceer dat dan ook netjes naar de markt, en suggereer niet dat het beoordelingsteam veel uitgebreider was.

Fredo Schotanus 4 december 2021 15:03 uur

Ik heb veel beoordelingen begeleid, zowel met middelen als met consensus. Hoewel mijn voorkeur ook gaat naar middelen, is mijn ervaring dat ook het consensusmodel goed kan werken. Ik gebruik alleen andere argumenten dan jij noemt in de column. Middelen heeft mijn voorkeur omdat er meer ruimte voor nuance is, zoals Jan ook aangeeft. Een voordeel van consensus is - als je dat belangrijk vindt - dat het sterker overkomt richting inschrijvers en eenvoudiger te motiveren is. Het onderzoek waar je naar verwijst is volgens mij niet van toepassing op het toepassen van consensus bij aanbesteden, waarbij je werkt met o.a. een procesbegeleider, beoordelingskader, individuele beoordelingen en gezamenlijke afstemming. Voor het nut van deze maatregelen bestaat wel wetenschappelijk bewijs (zie o.a. de toegankelijke boeken van Kahneman over het nemen van beslissingen). Met deze maatregelen vang je als het goed is de kritiek af die jij noemt voor consensus (het recht v/d sterkste en het indienen van veilige inschrijvingen) en ook de kritiek die Arnout noemt voor middelen. PS. Bonuspunten voor de verwijzing naar Def P :-).

Arnout Verbiest 3 december 2021 17:44 uur

Mijn mening is dat consensus juist belangrijk is. Ik denk dat je een heel belangrijk element vergeet, namelijk dat er in de DMU verschillende specialisten zitten. Aangezien de gunningscriteria uit verschillende onderwerpen bestaat is het ook logisch dat er verschillende specialisten in de DMU zitten. Echter een SROI expert kan niet alles (of iets) inhoudelijk weten van de opdracht. Dus bij het onderdeel 'kwaliteit' is hij/zij niet in staat een juiste beoordeling te geven. Tijdens een consensus meeting kunnen de inhoudelijke experts die het stuk 'kwaliteit' en 9 gegeven hebben de SROI specialist (die het stuk een 5 gegeven heeft) uitleggen waarom het zo goed is. Dit doet de SROI specialist weer voor het SROI stuk. Op deze manier borg je een juiste beoordeling door experts die daadwerkelijk iets van het onderwerp weten. Het is ook geen optie om de DMU alleen uit mensen met hetzelfde specialisme te laten bestaan. Go consensus! Gr Arnout

Jan Telgen 6 oktober 2021 21:20 uur

Naast de argumenten die Johan noemt is er ook een simpel rekenkundig argument dat opgaat als de consensus op een heel getal moet uitkomen. Zelfs als iedere deskundige in de commissie perfect kan beoordelen op basis van zijn specifieke kennis, kan een probleem ontstaan. Denk aan 3 leden van de beoordelingscommissie die inschrijving A beoordelen met respectievelijk 8,8,7 en inschrijving B met 9,8,8 dan is er mooie kans dat "consensus" uitkomt op een beoordeling van 8 voor beide terwijl er toch echt wel licht zit tussen beide beoordelingen. een berekening van het gemiddelde laat dat licht tussen beide inschrijvingen wel zien.

Partner van Aanbestedingscafé:
Sluiten

Inloggen met

of met e-mailadres

Ontvang ons gratis e-book!

Ontvang nu het e-book 'Ruis: de ideeën van Kahneman en de aanbestedingspraktijk' en blijf wekelijks op de hoogte van het laatste aanbestedingsnieuws.
close-link