Op deze website worden advertenties getoond. Van de advertenties wordt de redactie betaald. De redactie verzorgt het nieuws op deze website. Zonder advertenties geen nieuws. Zou je je adblocker daarom willen uitschakelen
Bij een aanbesteding voor inhuur van flexibele arbeidskrachten heeft de aanbestedende dienst een casus opgenomen. Die casus komt er op neer dat aan inschrijvers is gevraagd om te beschrijven hoe een plan om het ziekteverzuim terug te dringen eruit zou moeten zien.
Er komt een rechtszaak over. Humor is natuurlijk dat er een discussie ontstaat over het gebruikte voorzetsel. Gaat het om ‘ziekteverzuim voor kortere periodes’ of om ‘ziekteverzuim in kortere periodes’. De rechter vindt dat het niet uitmaakt (!?): “Naar het oordeel van de voorzieningenrechter geeft het gebruik van verschillende voorzetsels niet een volledig andere lading aan de casus als geheel.” Opmerkelijk, meestal heeft een voorzetsel wel wat invloed op de betekenis: ik sta voor Herman, ik sta achter Herman, ik sta naast Herman…
Maar goed, belangrijker is dat de casus gaat over het terugdringen van ziekteverzuim, maar dat er geen oorzaak van het ziekteverzuim wordt gegeven. Dat lijkt mij wel een puntje, maar lees even mee wat de rechter daar van vindt:
“Het is juist dat in de gegeven casus de oorzaak van het ziekteverzuim niet was gegeven en dat de Staat heeft bevestigd dat het niet de bedoeling was om ‘zomaar wat te verzinnen’, maar dat laat onverlet dat inschrijvers concrete stappen konden beschrijven om het mogelijk achterliggende probleem te achterhalen en te komen tot het verminderen en voorkomen van ziekteverzuim, ook aan de hand van het noemen van voorbeelden.”
Blijkbaar gaat de casus er dus ook over op welke manier je erachter kunt komen wat het ‘mogelijk achterliggende probleem’ van het ziekteverzuim is. Ik zou zeggen door onderzoek (interviews) en het bestuderen van de cijfers. (Goh, tien zieken bij afdeling A en nul bij afdeling B)
Maar aangezien het over een fictieve casus gaat, lijkt het mij dat je daarna dus toch echt ‘zomaar wat moet verzinnen’ om te bepalen hoe je dat gaat terugdringen. Er kunnen immers zeer verschillende redenen voor ziekteverzuim zijn: een te hoge werkdruk, een gaslek in de kantoortuin, slechte niet ergonomische bureaustoelen, een tirannieke sous-chef, voedselvergiftiging in het bedrijfsrestaurant, een agressieve bode, een vervelende seksueel overdraagbare aandoening (veertien werknemers met Chlamydia?), vieze WC-brillen, slechte ventilatie of bedorven ontbijtkoek in het kerstpakket.
Ik ben geen expert in het terugdringen van ziekteverzuim, maar ik neem aan dat er in bovenstaande gevallen voor elke oorzaak een andere aanpak nodig is. Wat ook erg interessant is, is dat er blijkbaar na de gunningsbeslissing een gesprek heeft plaatsgevonden waarin de Staat volgens YoungCapital nieuwe beoordelingsaspecten heeft genoemd. De rechter heeft daar geen boodschap aan:
“YoungCapital heeft ook aangevoerd dat de Staat beoordelingsaspecten heeft genoemd die niet in de aanbestedingsstukken zijn terug te vinden, namelijk de termen urgentie, creativiteit, frequentie van de effectmeting en continuïteit, en dat haar inschrijving ten onrechte is beoordeeld op die aspecten. YoungCapital baseert een deel van dit bezwaar op de door haar zelf opgestelde gespreksverslagen van gesprekken met de Staat die na de gunningsbeslissing hebben plaatsgevonden. Zoals hiervoor al opgemerkt, kunnen deze gespreksverslagen niet zonder meer worden gebruikt als onderbouwing van de vorderingen van Young Capital. De motivering van de gunningsbeslissing is leidend en kan niet worden vervangen door de betwiste inhoud van de gespreksverslagen.”
De gespreksverslagen spelen dus geen rol. Maar zou YoungCapital die woorden dan verzonnen hebben? Gewoon met een paar mensen uit het bidteam bij elkaar gaan zitten om te verzinnen wat de aanbestedende dienst gezegd zou kunnen hebben? (“weet je wat, we zeggen dat ze ons plan niet urgent genoeg vonden”) Ik kan me dat moeilijk voorstellen.
Overigens stelt de rechter dat het sowieso geen probleem zou zijn geweest:
“Bovendien ligt het zeer voor de hand dat, hoewel ze niet alle letterlijk in de aanbestedingsstukken zijn genoemd, de uitwerking van wens 4 aan de hand van deze begrippen plaats zou vinden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter lagen ze alle besloten in wens 4. De Staat mocht de inschrijving van YoungCapital dus op deze aspecten toetsen.”
Dus zelfs als YoungCapital de waarheid zou spreken is toetsen op ‘urgentie’ voor deze rechter geen probleem. Onlangs werden twee presentatoren van een TV-programma met onmiddellijke ingang op non-actief gesteld omdat het programma ‘urgentie’ zou missen. Wat betekent dat nou echt? Hoe urgenter een programma, hoe hoger de kijkcijfers? Volgens Van Dale is de betekenis van ‘urgent’ dringend, spoedeisend. Maar hoe kan een TV-programma of een casus over ziekteverzuim nu dringend of spoedeisend zijn?
We leven blijkbaar in een tijd dat een duidelijke onderbouwing niet meer nodig is en vervangen mag worden door interessant klinkende woorden. Helaas dringt dat ook al door in de aanbestedingswereld.