“Hoe kan het dat in een superintelligente samenleving zoals de onze, met mensen die een hoog ethisch gehalte hebben, met onze cultuur en wetgeving, dat grote projecten nog steeds zo verschrikkelijk mislukken?”, vraagt Arjan van Weele, professor Inkoop en Leveranciersmanagement aan de Universiteit van Eindhoven, tegen een volle zaal op de NEVI inkoopdag.
Als voorbeeld noemt de professor de Noord/Zuidlijn, een toekomstige nieuwe metrolijn van Amsterdam, die volgens planning in 2017 moet gaan rijden. “De oorspronkelijke begroting van dit project was 684 miljoen euro, maar we gaan waarschijnlijk uitkomen op 3,2 miljard”, zegt de professor. Ook de HSL Zuid, een hogesnelheidslijn tussen Schiphol en Antwerpen, kwam in de rode cijfers terecht. “Dit project was begroot op 3,4 miljard, maar dit is uiteindelijk 7,2 miljard geworden.”
Relatiekwaliteit
Voorbeelden te over. “Ik dacht bij mezelf: waar is dit op te herleiden?”, vervolgt de professor. “Waardoor komt het dat wij niet in staat zijn om projecten succesvol in de markt te zetten? Hierin staat Nederland niet alleen, want het gebeurt in Duitsland en Denemarken ook.” Van Weele vraagt aan de zaal: “Waar moet je aan werken als grote projecten niet werken zoals verwacht?”. De grote meerderheid van de zaal antwoord: “Relatiekwaliteit”.
Aan knoppen draaien
Dat is precies het onderwerp waar Van Weele onderzoek naar gaat doen. “Uit de theorie weten we dat we als inkoper aan twee knoppen kunnen draaien, namelijk Contract Governance en relatiekwaliteit. Contract Governance zijn de formele dingen die we kunnen doen om de prestatie te verbeteren, zoals technische voorschriften, programma’s van eisen, contracten en regelstelling. We kunnen daarnaast ook investeren in relatiekwaliteit en dat heeft te maken met vertrouwen, consistentie, commitment, communicatie, integriteit en voorspelbaar handelen”
Relatiekwaliteit meetbaar maken
Van Weele erkent dat er bij complexe projecten niet zonder contract gewerkt kan worden. “Contractkwaliteit is voor 20 tot 30 procent verantwoordelijk voor het projectresultaat. Het grootste gedeelte van het succes van het project hangt echter af van de relatiekwaliteit.” Van Weele stelt zichzelf de vraag: “Hoe zit het met die relatiekwaliteit en hoe kunnen we dat meten?” Dat wil de professor de komende tijd gaan onderzoeken.