Op deze website worden advertenties getoond. Van de advertenties wordt de redactie betaald. De redactie verzorgt het nieuws op deze website. Zonder advertenties geen nieuws. Zou je je adblocker daarom willen uitschakelen
Meer dan de helft van de jeugdzorgaanbieders maakt meer dan tien procent winst. Bij veertig procent is er zelfs sprake van een winst van meer dan twintig procent, terwijl drie tot zeven procent winst gebruikelijk is in de sector. Dat blijkt uit onderzoek naar jaarrekeningen van aanbieders door Kurtosis, uitgevoerd in opdracht van Binnenlands Bestuur.
Vooral aanbieders met een omzet tussen de 100.000 en 1 miljoen euro maken grote winsten, vaak meer dan twintig procent. Er zitten zelfs uitschieters tussen die vijftig procent winst maken. Volgens Wolter van Dam, partner bij Kurtosis, betreft het zorgverleners die zich richten op dyslexie, gezinshuizen en zorgboerderijen. Systeemaanbieders, zoals ggz-instellingen, maken weer minder winst: twee tot drie procent.
Van Dam stelt dat een ‘normale’ winst erop duidt dat zorginstellingen de omzet investeren in de zorg. Bij een absurd hoge winst lijkt dat dus niet te gebeuren. Wat ook opvalt: driekwart van alle onderzochte zorgaanbieders besteedt minder dan zeventig procent van het budget aan loonkosten. Dat wijst volgens Van Dam in de richting van onrechtmatigheid. Uit het onderzoek blijkt dan ook dat zeventien procent van de jaarrekeningen onrechtmatig is. “Veel aanbieders scoren ronduit slecht op indicatoren die op onrechtmatig handelen wijzen, waaronder winstpercentage, omzet, loonkosten per fte, de verhouding tussen loonkosten en winst en de salariëring van de bestuurder”, zegt hij. Dat is vooral van toepassing op organisaties zonder raad van toezicht. Van Dam raadt gemeenten aan met minder partijen zaken te doen om het overzicht te bewaren. Het liefst kiest een gemeente voor een aanbieder die wel een raad van toezicht heeft.
Kurtosis onderzocht de jaarrekeningen van 2107 jeugdzorgaanbieders, over het jaar 2019. Die zijn verplicht hun jaarrekeningen bij het ministerie van VWS aan te leveren.
Bron: Binnenlandsbestuur.nl